De reactie uit steunpunt Nederland

Van der San heeft het dreigement vanuit de macht richting, rechters en samenleving herhaald. Dat dreigement tekent de abnormale situatie in het land, aldus Theo Para. Anticiperen op eventuele gebeurtenissen heeft niets van doen met bangmakerij en dreigementen. Gisteren nog maakte de minister-president van Nederland, de heer Rutte, opmerkingen met betrekking tot de chaos die kan ontstaan als Wilders minister-president wordt. Is dit ook bangmakerij of heeft dit ook te maken met een abnormale situatie in Nederland?

Dat getuigt juist van inzicht en vaderlandsliefde en er is in principe niks tegen het proces dat gaande is. Wat wel van belang is, is hoe verder na het proces en van der San houdt zich bezig met de formele en feitelijke situatie binnen dit gebeuren in Suriname. Daarom kan hij zich niet verenigen met de te simplistische benadering van de heer Para dat niet de president, maar hoofdverdachte DDB terechtstaat.

Para probeert mij met mijn opmerking over de kwakzalvers af te zetten als een tegenstander van het recht, terwijl de drijfveer van mijn interesse in deze kwestie juist gelegen is in de onrechtvaardigheid van de benadering van het 8 december strafproces. Hij kiest er bewust voor om de relevante vraag niet te beantwoorden namelijk; door wie zal zijn verlangen worden uitgevoerd?

Het recht op recht maakt het voor alle verdachten mogelijk hun onschuld te bewijzen en wat dat betreft mag voor mij de rechtsgang haar beloop hebben. Wij die in Suriname wonen en bewust zijn van de verhoudingen zijn verplicht ons bezig te houden met het na traject van zo een historisch proces van langer dan 35 jaar. Niemand kan ons dat recht ontnemen.

Als Law Abiding Citizens zijn wij genoodzaakt naar onze constitutie te kijken en daarom herhalen wij “Wanneer de Staat Suriname deze heikele kwestie binnen haar constitutionele vermogen niet kan oplossen dan zullen wij worden veroordeeld niet waard te zijn een onafhankelijke Staat genoemd te worden”.

Eugène van der San