De morele kloof tussen Ritfeld en Bouterse
14 Mar 2017, 16:07
foto


De heer E. van der San, in het dagelijks leven directeur van het kabinet van president Bouterse, heeft in een ziedend stukje in Starnieuws van 14 maart, het dreigement vanuit de macht richting rechters en samenleving herhaald. Dat dreigement tekent de abnormale situatie in het land. De hoofdverdachte van moord op 15 democratische voormannen, eist stopzetting van het 8 december strafproces, onder dreiging van chaos en geweld, bij voortzetting van de onafhankelijke rechtsgang.

Het absurde van deze anti-rechtsstatelijke bangmakerij is de suggestie dat anderen, buiten medeweten van de hoofdverdachte om, bron van chaos en geweld zullen zijn. Alleen de aankondiging al door de president en zijn papegaaien, dat 'geweldsuitbarstingen' dreigen, demonstreert onweerspreekbaar voorkennis. Een storende sociale norm voor het narratief van chaos en geweld, is die van de rechtsgelijkheid: niemand staat boven de wet. Wie zich met geweld tegen wet en recht keert, of wie dat faciliteert en toelaat of daarmee dreigt en intimideert, bekent zich tot de barbarij, tot de criminaliteit.

Morele kloof
Anders dan Desi Bouterse, heeft voormalig legerofficier en 8 december verdachte Edgar Ritfeld, gekozen voor moedig en rechtsgetrouw gedrag in het 8 decemberstrafproces. Hij heeft niet getracht bestuurlijke macht te verwerven om zijn vervolging te obstrueren. Hij heeft de rechters niet beledigd, hun integriteit niet aangetast door ze als handlangers van het buitenland af te schilderen. Hij heeft zich verzet tegen toepassing van de amnestiewet van 2012, die amnestie voor moord en folter gaf en grondwet en internationale mensenrechten verdragen schond.

Ritfeld wilde voortzetting van de onafhankelijke rechtsgang, evenals verdachte Ruben Rozendaal, om zijn onschuld te bewijzen. Hij toonde respect voor de nabestaanden van de slachtoffers en de rechters. Hij durfde, anders dan Bouterse, voor de rechtbank, te verschijnen. Hij durfde zich te verantwoorden, handelde in lijn met de militaire eer en koos met zijn advocaat het juridische middel van het argument om zijn zaak te bepleiten. Hij verzette zich tegen het misbruik van de wet tegen het recht, zoals door de president- hoofdverdachte was gedaan met de zelfamnestiewet en artikel 148 van de grondwet.

Toen zijn erudiete advocaat, Gerold Sewcharan, aan de gelijkgeschakelde procureur-generaal, vroeg op welke wijze de staatsveiligheid in gevaar is, als zijn cliënt wordt vrijgesproken, bleef de laatste het antwoord schuldig. Dat Van der San in zijn gekrenkte stukje er alles aan deed het morele voorbeeld van Ritfeld onder de mat te vegen, is even kwalijk als begrijpelijk. Hij schreef tegen de voorstanders van het recht: 'Wat denken deze kwakzalvers dat de president, met de 24 anderen, zal worden opgepakt en naar Santo Boma worden overgebracht?'

Ten eerste staat niet de president, maar hoofdverdachte DDB terecht. Ten tweede heeft het gedrag van Edgar Ritfeld, zelfs bij mensenrechten activisten de overtuiging doen ontstaan, dat onder de verdachten, niet alleen schuldigen zitten. Het recht op recht maakt het voor de onschuldige verdachte mogelijk zijn naam te zuiveren. Ook daarom moet de onafhankelijke rechtsgang haar beloop hebben.

Theo Para
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May