Censuur is een principiële kwestie
26 Nov 2016, 12:44
foto


Het zou voor iedereen een principiële zaak moeten zijn dat je geschiedkundige feiten die bepalend zijn voor de ontwikkeling van ons land en leven niet moet verzwijgen. We doen dat in Suriname systematisch als het gaat om de jaren ’80, de periode van de militaire dictatuur. Het is beklemmend dat veel mensen anno 2016 nog steeds bang zijn om te praten over de dingen die ons toen als maatschappij en als individuen zijn overkomen. De Uruguayaanse auteur en journalist Eduardo Galeano herinnert ons er echter aan: “Geen enkele geschiedenis is sprakeloos. Hoezeer ook geannexeerd, gebroken en belogen, de menselijke geschiedenis weigert haar mond te houden. Ondanks doofheid en onwetendheid blijft de tijd die was, tikken binnen de tijd die is.”

Democratische rechtstaat
Censuur van staatswege is heel erg. Nog erger is het als opvoeders, docenten en directies van scholen zelf als censor optreden. Dat hoort niet. We moeten niet onderschatten welk effect dat op de vorming van de Surinaamse jeugd en onze toekomst heeft. Je kunt scholieren niet kritiekloos grootbrengen en opvoeden, zij moeten kunnen opgroeien tot zelfstandige burgers die op basis van feiten hebben geleerd een mening over zaken te vormen. Dit is normaal in een democratische rechtsstaat.

Als oud-leerlingen van het Miranda Lyceum zijn de grondbeginselen van een democratische rechtsstaat ons door de toenmalige leraren bijgebracht. De directie creëerde een redelijk veilige ruimte voor een gezonde en kritische ontwikkeling van de jonge Surinaamse geest, ondanks de collectieve en persoonlijke angst voor de dictatuur waarin wij leefden. Onze columns voor het lustrumboek 50 jaar Miranda Lyceum (1966-2016) kunnen worden gezien als een ode aan hen die ons toen begeleidden. Het is daarom extra schokkend dat de huidige directie heeft gemeend onze herinneringen aan een belangrijke periode in de geschiedenis van deze school te verwijderen. Zij heeft niet alleen oud-leerlingen als stem van een hele generatie het zwijgen opgelegd, zij heeft met het censureren van de columns, ook de inspanningen van de toenmalige directie geprobeerd uit de geschiedenis van 50 jaar Miranda Lyceum te wissen. Dat kunnen wij niet laten gebeuren.

Vragenlijst
Anders dan de lustrumcommissie stelt in haar verklaring van 7 november zijn wij, net als de andere auteurs in het lustrumboek, door de school uitgenodigd om bijdragen te schrijven voor deze speciale uitgave. Dat hebben wij heel graag gedaan, omdat wij het Miranda Lyceum een warm hart toedragen. In een begeleidende vragenlijst (met 20 vragen) die ons werd gestuurd, werden wij specifiek uitgenodigd om het ook over de minder leuke momenten te hebben. Vraag 10 was: ‘Welke waren de minder leuke momenten tijdens uw Lyco-periode?’ Vraag 11, 12, 13, 15, 18 en 19 (over vrienden voor het leven, toekomstplannen, besluitvorming, docenten die ons zijn bijgebleven, invloed op het beroep dat wij uitoefenen) zouden wij niet hebben kunnen beantwoorden zonder antwoord op vraag 10 te geven. Dat geldt ook voor vraag 16: ‘Welke betekenis heeft Lyceum in uw leven?’ Hoe hadden wij kunnen vertellen wat voor belangrijke betekenis onze school in de jaren ’80 voor ons heeft gehad, als wij het niet zouden mogen hebben over de omstandigheden die toen tot onze keuzes hebben geleid? Er werd op 30 juni zelfs expliciet aan Usha Marhé gevraagd om op basis van haar redelijk bekende levenservaring een motivatiecolumn te schrijven: “iets …in het kader van doorzetten in deze tijd? … In dit geval ga ik dan jouw stuk niet plaatsen bij de rest van de stukken uit de 80ies, maar apart, omdat het een ander karakter zal hebben.” Dat de lustrumcommissie beweert dat ons is gevraagd om artikelen te schrijven die bijdragen ‘aan het feestelijke karakter van het boek’ is dus niet waar.

Moeizaam overleg
Het ‘moeizame overleg’ waarnaar de commissie in haar reactie (op Starnieuws) refereert, ontstond al n.a.v. de eerste versie van onze columns. Als je oud-leerlingen die bekend staan om hun uitgesproken mening vraagt om een bijdrage voor een lustrumboek te schrijven en hen vervolgens probeert te censureren, dan krijg je inderdaad ‘moeizaam overleg’. Via de contactpersoon van de lustrumcommissie werd ons gevraagd die eerste versie in toon en woordkeuze te polijsten, waar het passages over de militaire dictatuur in de jaren ’80 betrof. Omdat wij geen vreemden in Jeruzalem zijn, hebben wij (met de nodige kritische kanttekeningen via de contactpersoon naar de lustrumcommissie) aan die vraag voldaan.

De columns werden daarna goedgekeurd, het boek werd digitaal opgemaakt en was halverwege september al klaar om naar de drukker in Nederland te versturen. ‘De boeken moeten in de tweede week van oktober al gedrukt zijn,’ werd ons verteld. Wij verheugden ons al op het boekje. Het was daarom een verrassing dat er circa een maand later, rond 17 september, via de contactpersoon mondeling werd verzocht om de columns wederom aan te passen. Passages die verwezen naar de militaire dictatuur van de jaren '80 moesten worden verwijderd, of zodanig herschreven dat niemand er aanstoot aan zou kunnen nemen, en het liefst zouden woorden als 'decembermoorden' moeten worden geschrapt. Wij waren zeer verbaasd. Mondeling werd aan zowel eindredacteur Parabirsing als aan oud-leerlingen Pawiroredjo en Marhé verteld dat dit verzoek van de directeur kwam.

Reden voor verzoek censuur onduidelijk
Wij herhalen in onze vorige en in deze verklaring slechts wat aan ons is verteld: een ontmoeting tussen de directeur van het Miranda Lyceum en de minister van Onderwijs is ons als reden genoemd dat de directie met het verzoek kwam onze verhalen te censureren. De directeur was in september – zo werd ons alle drie apart door de contactpersoon verteld - door de minister voor een gesprek ontboden. Wij weten niet of dat gesprek werkelijk heeft plaatsgevonden, en wat er gezegd zou zijn bleef ook onduidelijk.

Wij weigerden onze verhalen nog meer ‘aan te passen’. In gesprekken met en e-mails aan de directeur en de contactpersoon hebben wij onze persoonlijke verbazing uitgesproken, en geprobeerd de lustrumcommissie tot andere gedachten te brengen, wat niet lukte. Omdat hij zijn naam niet wilde verbinden aan een boekje waarin censuur werd gepleegd, trok Robby Parabirsing zich op 22 september terug als eindredacteur van het lustrumboek. De lustrumcommissie besloot de columns te verwijderen. Het boek moest opnieuw worden opgemaakt, wat tot vertraging in het productieproces leidde, waardoor er maar zestig exemplaren beschikbaar waren tijdens de presentatie op het reüniefeest op 5 november.
In haar verklaring (van 7 november) ontkent de commissie dat er sprake is van censuur. Dat er wel degelijk sprake is van censuur, werd ons na de presentatie van het lustrumboek - tijdens het reüniefeest op 5 november - echter opnieuw duidelijk.

Censuur van verhaal Monique Pool
Want op 7 november kwam oud-leerling Monique Pool erachter dat de volledige tweede alinea van haar verhaal zonder haar toestemming en medeweten is verwijderd en zo in het lustrumboek is afgedrukt. Pool is de oprichter van Green Heritage Fund Suriname, zij volgde van 1980-1982 onderwijs op het Miranda Lyceum.
In haar laatste e-mailcontact (op 20 september 2016) met de lustrumcommissie had zij aangegeven het er niet mee eens te zijn dat de commissie de eerste twee zinnen uit bedoelde alinea wilde verwijderen. Dat waren deze zinnen: ‘Toen ik het Lyceum bezocht, was het de periode na de militaire coup. Deze was natuurlijk een angstige periode voor iedereen, maar het heeft ook langdurige invloed gehad op mijn generatie.’

Op 7 november ontdekte zij dat ook het vervolg van de alinea is verwijderd: ‘Veel van mijn schoolgenoten en vrienden zijn in die tijd en daarna actief geweest in het studentenverzet en hebben op een gegeven moment het land moeten ontvluchten. Vele van hen zijn nooit meer teruggekomen. Naar mijn mening is dit niet alleen jammer voor mijzelf, omdat veel van mijn vrienden in het buitenland wonen, maar het heeft denk ik ook een belangrijke invloed gehad op de ontwikkeling van ons land. Al mijn vrienden in het buitenland zijn zeer goed terechtgekomen, en hebben dus geen directe bijdrage kunnen leveren aan de opbouw van Suriname. Voor mij was het vanaf de eerste maanden dat ik begon met mijn studie in het buitenland duidelijk dat ik ongeacht de situatie naar Suriname zou terugkeren.’
Alleen de columns die verwijzen naar dit soort gebeurtenissen in de jaren ’80 zijn gecensureerd. Oud-leerling Robby (Rappa) Parabirsing vertelt in zijn verhaal over de grote lerarenstaking - in 1973 - tegen het regeringsbeleid. Hij haalt aan hoe de toenmalige leerlingen die staking ondersteunden, en benoemt ook de angst onder de leerlingen voor de mishandelingen van de politie tijdens de toen geldende periode van Algehele Volmacht. Zijn verhaal is niet gecensureerd.

Benieuwd naar de ware toedracht
De minister van onderwijs heeft op 7 november stellig ontkend in september een gesprek met de directeur van het Miranda Lyceum over het lustrumboek te hebben gehad, waarin hij ter sprake zou hebben gebracht dat bepaalde woorden en passages over de militaire dictatuur tijdens de jaren ‘80 een doorn in het oog van de huidige regeerders zouden zijn. Zoals eerder aangehaald is deze informatie over een gesprek ons door de contactpersoon van de lustrumcommissie verstrekt. Wij hebben slechts herhaald wat aan ons is medegedeeld. Uiteraard zijn wij, na de verklaring van de minister, nu ook erg benieuwd naar de ware toedracht van wat er wel of niet is gebeurd.

Dat er van ergens zware druk is uitgeoefend om de teksten te censureren, is ons zeer duidelijk, anders waren onze reeds goedgekeurde bijdragen niet verwijderd. Maar wie heeft druk uitgeoefend? En waar was de directie van de school bang voor? Is er met ontslag of overplaatsing of iets anders gedreigd? Welk voorbeeld geef je als directie en docenten aan de huidige leerlingen van jouw onderwijsinstituut, als je openlijk (zelf)censuur toepast op de herinneringen van oud-leerlingen? Tot nu toe zwijgt de directeur van het Miranda Lyceum in alle talen.

Waardevolle bijdrage aan de discussie
Gerold Rozenblad van dagblad de Ware Tijd besteedde op 8 november als onafhankelijke columnist aandacht aan deze kwestie. Wij eindigen graag met enkele passages uit zijn column, als waardevolle getuigenis over en commentaar op de gecensureerde tijd in het lustrumboek.
‘De "geen brood, geen school"-acties die Pawiroredjo beschreef waren mede het gevolg van de alom heersende schaarste die Marhé onderstreepte en zijn wel degelijk onderdeel van de studentenervaring van toen. Hoe moet een student van die jaren een van de meest markante delen van zijn schoolperiode 'feestelijk' maken, zoals de jubileumcommissie dat wilde.
Wat Pawiroredjo heeft neergepend over het aandeel van scholieren in het volksprotest van 1987 lijkt mij meer dan voldoende 'gepolijst'. Het toeval wil dat ik op 20 februari 1987 als student van Havo 1 dat op hetzelfde complex is, ook daar was toen op het schoolterrein de klappen vielen in een poging het protest neer te slaan. Protest dat onder de scholen inderdaad geïnitieerd werd door Lyco, de technische school en Havo 1.
En als dat in een gedenkboek niet mag worden opgetekend, wat moeten wij als jongeren van toen gedenken? Alleen het gespijbel, kaartspel, de drank (en voor sommigen drugs) en de altijd latente seksneigingen? Het Lyceum 1 heeft (evenals andere scholen) grote Surinamers voortgebracht. Daar mag men zich voor op de borst slaan. Een gedenkboek dient voornamelijk om de geschiedenis vast te leggen. Maar met de terugtrekking van Marhé en Pawiroredjo is nu ook een belangrijk deel van de historie van de school weggepoetst, namelijk dat die ook strijdbare burgers heeft voortgebracht.
Studenten die letterlijk in de voorste linie hebben gestaan in de strijd om een beter beleid en een beter bestaan. Terwijl dat juist een feestje waard is, is de school dankzij het 'feestelijke karakter' dat het gedenkboek moest hebben, nu daarvan beroofd. Gedenkboeken worden doorgaans om de zoveel jaar geproduceerd. Misschien moet de lustrumcommissie zich nu al zorgen maken over hoe zij in de volgende editie te boek zal staan.’


Jerrel Pawiroredjo (oogarts)
Usha Marhé (schrijfster)
Oud-leerlingen Mr. dr. J.C. de Miranda Lyceum
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May