De WOTS: een parapluwet met opening
16 Oct 2016, 03:04
foto


De afgelopen dagen heeft u mogen horen en lezen over het BUPO-verdrag, verstekvonnissen, en is er voldoende gespeculeerd over voor wie de Wet Overdracht en Overname Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS) bedoeld is. Maar dat is niet waar mijn bezorgdheid ophoudt.

De WOTS is op 13 oktober door De Nationale Assemblee goedgekeurd. Alleen de aankondiging van de vergadering tijdens welke de wet behandeld zou worden, had mij al enthousiast gemaakt (ieder z’n ding). Tijdens mijn onderzoeken was ik namelijk vaker gestuit op de belemmeringen van het ontbreken van deze wet. Het is een parapluwet die dient als nationale wet voor de uitvoering van verschillende verdragen zoals het Verdrag inzake Overdracht van Veroordeelde Personen tussen Suriname en Brazilië. Ik geef dit verdrag als voorbeeld omdat men bij uitlevering en overdracht van veroordeelde personen al gauw denkt aan Nederland. Vandaar dan men zich zou kunnen afvragen wie zo gek zou zijn om any Nederlandse gevangenis te willen verruilen voor Santo Boma. Maar als u nu denkt aan een lugubere gevangenis ergens in Brazilië waar u de taal niet spreekt en niemand kent, dan is het minder ondenkbaar dat zo een veroordeelde zijn straf liever in eigen land zou willen uitzitten.

Bij overdracht en overname van de tenuitvoerlegging van strafvonnissen zijn er gevallen waarin er niet overgedragen kan worden. Dit zijn de dwingende weigeringsgronden waarvan deze onderstaande nog niet was toegevoegd aan het concept dat ik voor het laatst onder ogen had gehad:
Artikel 4 lid 1 sub e WOTS: een in een vreemde staat opgelegde sanctie in Suriname kan niet ten uitvoer gelegd worden in geval van een vonnis gewezen bij verstek.
Als toelichting is in het parlement gegeven dat omdat de veroordeelde persoon bij een verstekvonnis niet aanwezig is geweest bij de veroordeling, het proces niet beschouwd wordt als een eerlijk proces en daarom buiten de werking van de WOTS wordt gelaten.

Ik ga uit van het feit dat een verstekvonnis een rechtsgeldig vonnis is dat aan overname en tenuitvoerlegging onderhevig is. Maar het is wel zorgelijk omdat het De Staat Suriname is, die stelt dat een verstekvonnis niet voldoet aan de beginselen van een eerlijk proces. De Staat Suriname geeft hiermee aan dat zij het vertrouwensbeginsel niet in acht neemt. Dit vind ik een zaak die niet lichtjes opgevat moet worden. Het vertrouwensbeginsel houdt namelijk in, dat staten die samenwerken of verdragen met elkaar sluiten - zoals uitleverings- en rechtshulpverdragen - voldoende vertrouwen dienen te hebben in de kwaliteit van elkaars strafrechtspleging en dat de andere partij zich zal houden aan de normen van een fair trial (eerlijk proces). De in het buitenland gewezen strafrechtelijke beslissing wordt erkend en geaccepteerd door de verzoekende staat. Zo duidelijk staat het ook verwoord in de Memorie van Toelichting op de WOTS.
Het is daarom heel goed mogelijk dat het opzeggen van het vertrouwen in de buitenlandse strafrechtspleging tot gevolg kan hebben dat andere staten ook niet over zullen gaan tot het ten uitvoerleggen van Surinaamse strafvonnissen. Een uiterst belangrijk beginsel uit het Internationaal Strafrecht is namelijk dat van Reciprociteit.

Binnenkort zal de Caribbean Action Task Force oordelen over Surinames black listing. De WOTS zou een belangrijke stap moeten zijn in de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. Maar hoe effectief kan het in zijn huidige vorm nog zijn? Want betreft het niet juist personen die in het buitenland een strafbaar feit hebben gepleegd en nog vóór hun veroordeling de wijk hebben genomen naar Suriname? Valt niet een groot aantal criminelen hieronder? Immers, als ze ‘netjes’ in het veroordelend land waren zou overdracht van tenuitvoerlegging van hun strafvonnis toch niet nodig zijn? De WOTS is inderdaad een parapluwet ja, maar dan één met een opening waar de bij verstek veroordeelden doorheen kunnen kruipen op weg naar straffeloosheid.

mr. Janice Pengel
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May