Snijders: Duurzaamheid cao niet in geding

“Verworven rechten kunnen niet zo maar worden vertrapt.” Zo reageert Errol Snijders, voorzitter van de AVVS ‘De Moederbond’ op de vraag of de duurzaamheid van de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao) in de huidige situatie in het geding is. Hij vindt dat niet alles moet worden afgewenteld op de arbeiders, maar dat bedrijven inventiever moeten zijn en oplossingen moeten zoeken.

“Als niemand een bijdrage wil leveren, kan niet alleen van de vakbeweging worden gevraagd dat zij pas op de plaats moet maken.” Hij vraagt zich af waarom er alleen wordt geïnvesteerd in machines en bedrijven niet bereid zijn te investeren in de factor mens. “Vanaf het begin wordt al aan de arbeiders gevraagd om de buikriem strakker aan te halen.” Snijders onderkent dat het moeilijker wordt om cao’s te sluiten, omdat er minder geld is. “We moeten ook rekening houden met het voortbestaan van bedrijven en het behoud van arbeidsplaatsen.”

Bij de Energiebedrijven Suriname NV (EBS) heeft president Desi Bouterse partijen persoonlijk gevraagd om de gesloten cao aan te houden tot 2017. Als de cao wordt doorgedrukt, zal het bedrijf volgens het staatshoofd genoodzaakt zijn om te knippen in het personeel. Uiterlijk vandaag zou de lumpsum die was afgesproken moeten zijn uitbetaald. Per eind augustus zou het salaris van het EBS-personeel met SRD 500 moeten worden verhoogd. In een korte schets van de precaire situatie bij het bedrijf wijst het staatshoofd erop dat met het cao-pakket de personele kosten dit jaar zullen stijgen naar zo’n SRD 162 miljoen. De schulden van de EBS lopen in de SRD 1,5 miljard, terwijl aan subsidie dit jaar SRD 414 miljoen nodig is. Daarbovenop komt dat er op korte termijn ruim SRD 2,7 miljard moeten worden geïnvesteerd in het netwerk om stroom te kunnen blijven garanderen.

Snijders vindt dat als er aan de vakbeweging wordt gevraagd een pas op de plaats te maken, dat in gemeen overleg moet gebeuren. “Als er gegeven de omstandigheden geen uitzicht is, kunnen we in overleg met elkaar besluiten samen offers te brengen en een pas op de plaats te doen.” Hij wijst erop dat er gelden in het land binnenkomen uit leningen en dat deze niet al a dol kunnen worden opgesoupeerd door personeelskosten. “Maar voor het algemeen groter belang zou dan ook eenieder, iedereen, elke facet van de keten, die offers moeten brengen.”