Oppositie waarschuwt voor militarisering Guyana

De belangrijkste oppositiepartij de People's Progressive Party (PPP) heeft gewaarschuwd tegen wat zij noemt de militarisering van Guyana door de regerende coalitie regering van president David Granger. "Een stedelijke bureaucratische middenklasse elite beheerst de show,” zegt de algemeen secretaris van de PPP, Clement Rohee.

"De verantwoording en transparantie bij de overheid is een aanfluiting, de Guyanese politie wordt geleidelijk omgevormd tot een aanhangsel van de militairen," stelt Rohee tegenover verslaggevers. Hij heeft maandag gesproken op de wekelijkse PPP-persconferentie. Rohee, een voormalige minister van Binnenlandse Zaken, zegt dat de privacy voortdurend wordt geschonden en is uitgehold. De wet is volgens hem niet meer dan een instrument voor de regering van Granger om de Guyanezen te overdonderen.

Rohee heeft de verslaggevers verteld dat sinds de coalitie meer dan een jaar geleden aan de macht kwam, zij zich heeft beziggehouden met zaken die erin zullen resulteren dat het land verandert in een militaire staat. Hij heeft verslaggevers verteld dat de toezicht op belangrijke personen ongebreideld is en dat de situatie doet denken aan de ooit gevreesde 'PNC (People's National Congress) politiestaat' die verantwoordelijk is voor de jacht op politieke tegenstanders en de opsluiting en moord van deze groep.

De overheid zou ook betrokken zijn bij intimidatie pogingen en pesterijen. Ook zou zij de toevlucht nemen tot valse beschuldigingen tegen PPP-leiders. Rohee zegt dat de PPP de veerkracht en de ervaring heeft om ervoor te zorgen dat die pogingen stranden. Hij waarschuwt voor wat hij noemt "de toenemende militarisering van de staat en het overheidsapparaat in Guyana.” HI heeft de regering van David Granger beschuldigd van het hebben van een voorliefde voor het plaatsen van gepensioneerd en dienende militaire officieren in overheidsinstellingen en afdelingen en als hoofd van onderzoekscommissies.

De pro-militaristische aanpak van de regering toont volgens Rohee het wantrouwen voor de kwalificatie van burgers om dergelijke functies te bekleden in tegenstelling tot militairen. Rohee herinnert de journalisten aan “eens een soldaat, altijd een soldaat.”