Turkije: Massa arrestaties na couppoging

Ongeveer 2.839 soldaten, met inbegrip van hoge officieren, zijn gearresteerd in een poging tot staatsgreep die nu voorbij is, zegt de Turkse premier Binali Yildirim. Hij noemt de afgelopen avond een “zwarte vlek op de Turkse democratie.” Bij de couppoging zijn 161 mensen gedood en 1.440 anderen gewond.

In de nacht werden nog explosies en geweervuur gehoord in Ankara, Istanbul en elders. Duizenden Turken hebben gehoor gegeven aan de oproep van president Recep Tayyip Erdogan om op te treden tegen de coupplegers. Het is nog onduidelijk wie achter de couppoging staat.

President Erdogan heeft de vinger gewezen naar een "parallelle structuur", in een duidelijke verwijzing naar Fethullah Gülen, een krachtige maar teruggetrokken islamitische geestelijke in de Verenigde Staten. Hij beschuldigt hem van het stoken van onrust. In een verklaring heeft Gülen echter elke suggestie dat hij links heeft met de gebeurtenissen verworden. Hij zegt dat hij “in de krachtigste bewoordingen de poging tot de militaire staatsgreep in Turkije veroordeeld.”

De gebeurtenissen gisteravond begonnen toen tanks posities innamen op twee bruggen over de Bosporus in Istanbul en het verkeer blokkeerden. Er werden troepen gezien op de straten en laagvliegende straaljagers zijn gefilmd in Ankara. Kort daarna bracht een factie van het leger een verklaring uit, waarin hij zei dat een 'Raad van Vrede " het land in handen had en dat er een avondklok en een staat van beleg zou zijn.

De groep zei dat zij de staatsgreep hadden uitgevoerd "om de grondwettelijke orde, democratie, mensenrechten en vrijheden te herstellen en te verzekeren." Volgens de groep heeft de huidige regering de democratische en seculiere rechtsstaat uitgehold en er zou een nieuwe grondwet zijn.

President Erdogan op het moment van de gebeurtenissen in het zuidwestelijke vakantieoord Marmaris. Hij riep in een op de televisie uitgezonden toespraak, via zijn mobiele telefoon, de mensen op om de straat op te gaan en de opstand aan te vechten. Het staatshoofd vloog daarop naar Istanbul en zei dat Marmaris was gebombardeerd nadat hij was vertrokken. Op de luchthaven van Istanbul zei hij: “Wat nu gebeurd is verraad en een opstand. Zij zullen een zware prijs betalen.

Het Turkse parlement en de presidentiële gebouwen in Ankara werden aangevallen. Ten minste één bom raakte het parlementscomplex. Kamerleden zouden zich hebben opgehouden in schuilplaatsen. Buiten het politiebureau in Istanbul werd er geweervuur gehoord en waren er tanks buiten de luchthaven van Istanbul gestationeerd.