Vrijspraak geëist tegen verdachten in 170 kg 'rip-dealzaak'

Officier van justitie Duncan Nanhoe heeft op de rechtszitting van woensdag vrijspraak geëist tegen ondernemer Virendersingh B. alias Taliban, agent Rameshkoemar M. en Gillermo D. De officier heeft onvoldoende bewijs dat de verdachten betrokken waren bij een 'rip-deal' van 170 kilogram cocaïne en bij de vrijheidsbeneming van Narinderkoemar Mahabier alias Ravi en Dara.

Het Openbaar Ministerie voerde aan dat van de vermiste Mahabier niets vernomen is. Sedert 28 augustus 2014 is hij nooit meer gezien. Die dag is hij met ‘Taliban’ uit huis gegaan. De volgende dag heeft de vrouw van Mahabier nog telefonisch contact met hem gehad. De officier vermoedt dat de drugs weggemaakt zijn. Het onderzoek heeft niet uitgewezen of er daadwerkelijk sprake is geweest van een 'rip-deal'. De verdachten hebben tegenstrijdige verklaringen afgelegd en zijn daarom ingesloten.

Eerder verklaarde de getuige W. dat hij de verdachte Virindersingh B. als Taliban kent. Taliban en de vermiste Dara waren twee vrienden en waren samen bij de getuige. Zo had de getuige gehoord over de 170 kilogram drugs. Ook zou volgens de getuige de verdachte hem verteld hebben dat hij wel iets te maken had met de drugs.
Volgens Taliban was Dara met het plan gekomen. De auto waarin de drugs werden getransporteerd, werd klemgereden en deze werden buitgemaakt. Daarna zouden Guyanezen Dara ontvoerd hebben, omdat de drugs aan hen toebehoorde. Taliban zou toen verklaard hebben dat hij slechts 10 kilo drugs als beloning had gekregen. Na de ontvoering van Dara werd door getuige W. aan Taliban gevraagd om de tien kilogram drugs terug te geven in ruil voor Dara. Taliban zou toen verklaard hebben dat Dara die tien kilogram drugs ook gestolen had.
Op een gegeven moment heeft de getuige W. de Guyanezen gebeld die Dara ontvoerd zouden hebben. De Guyanezen zeiden dat het grootste gedeelte van de drugs bij Taliban was en dat zij dachten dat het bij Dara was. De Guyanezen wilden de drugs in ruil voor Dara en de getuige W. zou dan bemiddelen in deze kwestie.

De drie verdachten zijn voorlopig op vrije voeten. De vierde verdachte in deze zaak, Soeradj J, is overleden en de officier heeft gevraagd om het Openbaar Miniaterie niet – ontvankelijk te verklaren in de zaak tegen deze verdachte. Soeradj J. werd verdacht van afpersing. Hij had een goede proceshouding en was voorlopig in vrijheid gesteld. De raadslieden houden op 3 augustus hun pleidooi.