Jeugdparlement wil maandag hervatting lessen

Het Nationaal Jeugdparlement (NJP) vindt dat de Bond van Leraren (BvL) maandag om 7.00 uur weer les moet geven. Er is al een akkoord getekend met de regering. Het NJP heeft ook gebeld met Wilgo Valies, voorzitter van de BvL. Valies heeft te kennen gegeven dat er eerst een algemene ledenvergadering wordt belegd maandag.

Valies zegt aan Starnieuws dat het gaat om een principe-akkoord. Dit zal voorgelegd worden aan de leden. Pas als de leden ermee eens zijn, is er sprake van een akkoord. De scholen blijven maandag gesloten, stelt Valies. "Wij doen een beroep op alle leerkrachten aangesloten bij de BvL, gelet op het belang van de studenten en de schade aan het onderwijsproces, om hun actiemodel en vergadertijden uit plichtsbesef aan te passen", vindt het NJP. Priya Sital, voorzitter van NJP, zegt aan Starnieuws dat de BvL zondag had kunnen vergaderen.

Het NJP wijst er op dat educatie de belangrijkste sleutel is tot succes, daarom mag het onderwijsproces nimmer verstoord worden. In dit schooljaar is het reguliere onderwijs onderbroken, eerst door de busstaking en daarna door de BvL-actie. Het NJP is vanaf de eerste stakingsdag met zowel de regering als BvL bezig om een oplossing hierin te brengen, zodat de studenten weer kunnen genieten van onderwijs.

Het jongerenorgaan zegt begrip te hebben voor de strijd van de BvL, die het recht heeft om te vechten voor zijn financiële positie. "Tegelijkertijd zijn wij ervan bewust, gezien het land in moeilijke tijden verkeert en in een economische dip is, dat het moeilijk is om op dit moment te voldoen aan alle eisen van BvL. Dit neemt niet weg dat de studenten in deze nimmer de dupe ervan mogen worden. Jongeren hebben recht op onderwijs. Het recht op onderwijs mag de studenten niet ontnomen worden en moet ten alle tijden voortgang hebben."

Aan de regering wordt gevraagd er alles aan te doen om de leerkrachten verder tegemoet te komen, zodat de gemiste lesdagen zo effectief mogelijk ingehaald kunnen worden. "Wij doen een beroep op de regering, ter garantie van de continuïteit van het onderwijsproces, om in de toekomst tijdig in te grijpen door de eerste te zijn die zelf initiatieven neemt om te communiceren, zodat dergelijke acties voorkomen kunnen worden en studenten nooit geconfronteerd worden met situaties waarin zij van hun recht op onderwijs ontnomen worden."