Oppositie wil drastische maatregelen om criminaliteit te bestrijden

De oppositie in De Nationale Assemblee, heeft in een motie drastische maatregelen geëist van de regering om de criminaliteit te bestrijden. Zo wordt onmiddellijk geëist dat minister Martin Misiedjan zijn beleid ombuigt. De oppositie wil dat meteen speciale diensten worden ingezet en dat extra bescherming wordt gegeven aan personen die bezig zijn met criminaliteitsbestrijding. Er moeten budgetten worden klaargemaakt terwijl transport en andere maatregelen beschikbaar moeten komen.

De oppositie eist van de regering dat minister Misiedjan er op wordt gewezen dat de rechtsstatelijkheid gebiedt dat justitie en politionele autoriteiten niet gehinderd noch bedreigd mogen worden in de uitoefening van hun werk. De motie van de oppositie eist ook dat Misiedjan op wordt gewezen geen uitspraken te doen die sentimenten opwekken die niet in het belang zijn van de samenleving.

Ook de coalitie diende een motie in. Die was kort van stuk. Daarin wordt besloten dat het beleid van de regering, die slechts drie maanden aanzit, ondersteund wordt. De coalitie is van mening dat de regering in deze drie maanden toch wel daden heeft gesteld als het gaat om criminaliteitsbestrijding. Ook zou er uit de presentatie van de minister zijn gebleken dat er helemaal geen sprake is van een toename van de criminaliteit. Misiedjan wordt in de motie gecomplimenteerd voor de manier waarop hij in het college vragen heeft beantwoord van de leden. De coalitie vraagt in de motie de regering er op toe te zien dat de gemeenschap omstandig wordt geïnformeerd over de vorderingen die geboekt worden bij criminaliteitsbestrijding.

De motie van de oppositie werd bij de stemming afgewezen en die van de coalitie aangenomen. Ruth Wijdenbosch (NF/NPS) vindt de motie van de coalitie zacht. “Het zet de regering niet aan tot het nemen van actie”, zegt de politica. Zij vindt het jammer dat de motie van de oppositie het heeft moeten afleggen tegen dat van de coalitie. “Het is een motie met goede bedoelingen en niet om de regering of de minister in een kwaad daglicht te plaatsen.