Suriname en Guyana moeten vliegovereenkomsten herzien

Suriname en Guyana zouden opnieuw moeten onderhandelen met Brazilië en Colombia over hun respectieve overeenkomsten inzake luchtdiensten (ASA). De overeenkomsten zijn zeer restrictief en niet goed voor de ontwikkeling van de burgerluchtvaart industrieën van de Guyana’s.

Suriname en Guyana hebben de minste verbindingen met Latijns-Amerika, het Caribisch Gebied en de rest van de wereld, staat in een rapport van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). In de studie van de IDB blijkt dat in de ASA van Suriname met Brazilië, Paramaribo een vijfde van de rechten heeft verkregen met onbeperkte capaciteit voor alle vluchten binnen Zuid-Amerika en voor maximaal 21 wekelijkse vluchten voor routes buiten Zuid-Amerika, eveneens met een vijfde van de vliegrechten.

Met Colombia is het een ander verhaal. De luchtvaartovereenkomst met Colombia is de meest restrictieve en één die de Colombiaanse luchtvaartmaatschappij Avianca beschermt. Vluchten vanuit Suriname zijn alleen toegestaan in Barranquilla en Cali en kunnen via Port of Spain of Georgetown worden uitgevoerd. “Met andere woorden de overeenkomst geeft Suriname geen enkel recht om te vliegen naar Bogota, maar geeft de Colombiaanse luchtvaartmaatschappijen wel het recht te vertrekken vanuit Bogota en te landen in Paramaribo,” benadrukt het IDB-onderzoeksrapport.

Daarbovenop komt nog dat de capaciteit zeer beperkt is. Twee vluchten per week voor elke zijde met toestellen van maximaal 150 zitplaatsen. Suriname beschermt al decennia zijn luchtruim tegen concurrentie in een poging zijn nationale luchtvaartmaatschappij, Surinam Airways, te beschermen.

Het IDB-rapport adviseert dat Suriname een betere verbinding ontwikkelt met de Avianca hub (Bogota). Suriname zou erop moeten toezien dat de huidige luchtvaartovereenkomst met Colombia “aanzienlijk wordt gewijzigd, waarbij beide landen elkaar een grotere mate van liberalisering toekennen.” Het belangrijkste probleem waarover moet worden heronderhandeld, is de beperkte capaciteit die momenteel beschikbaar is tussen Bogota en Paramaribo.

Guyana daarentegen heeft een restrictief ASA met Brazilië die de capaciteit, de frequentie en de soorten vliegtuigen die mogen vliegen op de routes tussen deze twee landen, beperkt. Zeven wekelijkse vluchten met toestellen die 50 zitplaatsen hebben. Op slechts drie vluchten mag gebruik worden gemaakt van een toestel zo groot als de Boeing 737-800 / 900 series. Hoewel er momenteel geen rechtstreekse vliegverbinding is tussen Guyana en Brazilië, belemmert de overeenkomst het vooruitzicht van de toekomstige ontwikkeling. Guyana heeft in Zuid-Amerika slechts bilaterale overeenkomsten met Brazilië en Chili.

Door de vliegverbinding vanuit Suriname en Guyana naar Venezuela, zijn de hubs Frans-Guyana en Colombia mogelijk zonder een bilaterale ASA. Deze staten zijn volgens de IDB, lid van zowel de Caricom MASA en / of de Associatie van Caribische Staten Multilaterale Air Services Agreement. Wil Guyana zijn connectiviteit met andere Zuid-Amerikaanse landen vergroten, dan zal hij dat kunnen doen door rechtstreekse vluchten uit te voeren. In de toekomst is het daarom noodzakelijk om te onderhandelen over ASA’s met Peru, Bolivia, Argentinië, Paraguay, Uruguay en Ecuador.