Van 'meerderheid democratie' naar een 'consensus'
18 Feb 2016, 18:22
foto


Democratie is een ideaal. Net als elk ideaal is weinig van terug te vinden in de rechtspraktijk. In het geval van Suriname heeft de grondwetgever (de Staat in de hoedanigheid van auteur van de grondwet) gekozen voor het model van het noemen deze instituties, verder noemt zij enkele grondbeginselen. De wetgever (de staat in de hoedanigheid van auteur van een wet in casu een organieke wet [wet die uitvoering geeft aan een opdracht van de grondwetgever]) heeft als opdracht om een wetgevingsproduct te maken die het functioneren daarvan regelt.

In dit artikel zal niet worden gekeken naar hetgeen geschreven staat op papier, maar naar de rechtspraktijk van De Nationale Assemblee zoals door mij waargenomen. Het gevaar van een waarneming is dat deze gekleurd is door een referentiekader. Dat is de precieze opzet van dit artikel. Botsingen van meningen zullen leiden tot een hogere waarheid.

Uit mijn waarneming is gebleken dat De Nationale Assemblee wordt onderverdeeld in een meerderheid, veelal coalitie genoemd, en een minderheid meestal de oppositie genoemd. Verder is het mij opgevallen dat er een permanent conflict is tussen beide groepen. Dit verschijnsel is ook bepalend voor de positiebepaling als het gaat om fundamentele vraagstukken. Ook is gebleken dat vragen gesteld door de oppositie en die vraagstukken die worden aangekaart, worden ervaren door de coalitie als te zijn regelrechte aanvallen aan haar adres. Van een constructieve dialoog in de vorm van een debat tussen belanghebbenden is geen sprake.

Als wij kijken naar de beginselen van het concept van democratie is deze rechtspraktijk geenszins de gewenste uitkomst. Een andere uitkomst die zeker ook niet bereikt wordt, is een duurzaam en leefbaar Suriname. Dus als wij duurzame ontwikkeling willen hebben, zullen wij een andere rechtspraktijk moeten ontwikkelen die de democratische toets beter kan doorstaan.
Ik hoor enkele lezers al in gedachte verzonken zeggen dit is een pleidooi voor het invoeren van het poldermodel. Niks is minder waar. Ten eerste ben ik geen voorstander van het een op een invoeren van een systeem van een ander land. Ten tweede elk systeem heeft zijn tekortkomingen. Waarvan ik wel een voorstander ben is gaan kijken naar andere systemen van westerse landen maar ook bij onze buren Brazilië en andere landen in ontwikkelingslanden. Brazilië en India hebben bijvoorbeeld een uniek systeem van interactieve beleidsvorming ontwikkeld, genaamd people centered budgeting.

Het wordt tijd dat Suriname na gaat denken over zijn politiek en staatsbestel. Het huidige politiek- en staatsbestel vertoont veel overeenkomsten met het statuut. Het statuut was een uitwerking van artikel 70 van de toenmalige grondwet van Nederland (Statuut van het Koninkrijk zestig jaar). Dit blijkt uit het feit dat de meeste organieke weten van die tijd afstammen, ook ontbreken er heel wat organieke wetten die als bijlage het ontwikkelingsplan 2011-2016 zijn meegenomen. Of deze lijst actueel is weet ik niet. Desalniettemin begrijpt u dat dit geenszins een gezonde ontwikkeling is.

Het wordt tijd dat wij gaan nadenken over een ander politiek-bestuurlijk systeem waarbij argumenten en ratio leiden tot beleid dat gebaseerd is op consensus. Verder wordt voorgesteld dat wordt gekeken naar concepten van andere landen en deze meenemen bij onze deliberatie om te geraken tot een nieuw politiek-bestuurlijk systeem welke de democratische toets beter doorstaat en zal leiden tot een duurzaam en leefbaar Suriname.

Fariq Mohamed N Ilahi LLB
Student van de Master in Education and Research for Sustainable Development
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May