Verhoging kasreserve drukt particuliere sector weg

De verhoging van het kasreservepercentage -van 30 naar 35%- die de Centrale Bank van Suriname (CBvS) de algemene banken heeft opgelegd, zal in de eerste plaats de particuliere sector treffen. Met de maatregel kiest de regering voor een stagnerende economie en wordt de particuliere sector weggedrukt. Lenen wordt duurder, omdat de algemene banken minder geld mogen uitzetten.

Ingewijden zeggen dat de extra middelen van deze verhoging van de kasreserve de overheid veel meer speelruimte bieden. Het financieel wanbeleid van de overheid de afgelopen jaren, noodzaakt tot bezuinigingen. De overheid is behalve kredietaanvrager, ook aanbieder van werkgelegenheid. Zo heeft de overheid in de afgelopen periode diensten en goederen aangevraagd. Voor deze geleverde diensten en goederen moet grotendeels nog worden betaald.

Wil je een stabiele financiële huishouding dan moet je saneren in beleid. Je kiest er dan voor om investeringskansen te creëren, je pleegt productieve investeringen. Er moet een opschuiving plaatsvinden van consumptieve bestedingen naar productieve. En dan zullen volgens de ingewijden ook juridische aanpassingen moeten worden gepleegd. “Er moet worden gesaneerd in de top. Bijvoorbeeld ex-ministers die nog met bodyguards lopen en nog allerlei privileges hebben. Sluit ambassades waar wij niets aan hebben, die drukken alleen maar op de dienstenpost.” Ze wijzen erop dat steeds de kleine man het gelag betaalt van het wanbeleid van de overheid.

Concreet zal de consument nu voor de financiering van zijn auto meer gaan betalen; van 11 naar 14%. Het investeringspercentage, mensen die willen lenen om te investeren in bijvoorbeeld onroerend goed, gaat van 18 naar 25%. De verhoging van de kasreserve betekent dat van bijvoorbeeld SRD 100, de banken hiervan SRD 35 moeten storten bij de CBvS, dat zij SRD 10 houden in kas en uiteindelijk maar SRD 55 netto kunnen uitzetten. Voor de US$ en euro is de kasreserve 50%, wat inhoudt dat per US$/euro 100, de banken US$/euro 50 moeten storten bij een buitenlandse bank, US$/euro 10 houden in eigen kas en US$/euro 40 netto mogen uitzetten. Bij een rente van 7% voor een US$-lening, is de werkelijke kostprijs (funding kosten) boven de 14%. Hierbij is de winstmarge van de banken nog niet meegerekend.

In de Caribische regio geldt een kasreserve-percentage van tussen de 13 en 17%. Wat betekent dat kredietverlening ook goedkoper is in de Caribische regio. In een verklaring heeft de CBvS meegedeeld dat zij tot deze toeslag, een verhoging van 5%, is genoodzaakt. Zij hoopt daarmee de groei van de binnenlandse liquiditeiten te vertragen, “aangezien er een onhoudbare vraag is naar vreemde valuta.” Waarnemend bankpresident Ingeborg Geduld-Nijman benadrukt dat de verhoging te maken heeft met de primaire taak van de CBvS om de stabiliteit van de interne en externe waarde van de Surinaamse munt te bevorderen. Deze maatregel zal eind maart volgend jaar worden geëvalueerd.

De koersen blijven ondanks de maatregel van de CBvS stijgen. De US$ wordt verkocht voor SRD 4,10 en opgekocht voor 3,95. De officiële CBvS-koers is nog steeds SRD 3,35 voor de US$ en de aankoop SRD 3,25. Voor de euro geven de cambio’s SRD 4,30 en verkopen die voor SRD 4,38. Voor de euro hanteert de CBvS een koers van SRD 3,65 en voor de aankoop SRD 3,52.