De Trans-Atlantische slavenhandel
23 Aug 2015, 17:26
foto


Heden 23 augustus 2015 herdenken wij samen met de landen waar de tot slaaf gemaakte Afrikanen toen naar toe gebracht werden, de afschaffing van de Trans-Atlantische slavenhandel. De Unesco heeft de jaarlijkse herdenking vastgesteld op 23 augustus. Dit jaar valt deze gebeurtenis samen met de launch van de Internationale Decennium voor Afrikaanse Afstammelingen (2015-2024), geproclameerd door de Verenigde Naties (VN) in 2014. Het thema voor dit decennium is ‘Erkenning, Gerechtigheid en Ontwikkeling’. Vooral in Suriname wordt dit samen met de Haïtiaanse gemeenschap herdacht onder auspiciën van de Feydrasi Fu Afrikan Srananman.

De Trans-Atlantische slavenhandel was de handel in mensen uit Afrika naar Amerika. Het is de grootste gedwongen migratie uit de geschiedenis en daarmee door de Verenigde Naties verklaard tot misdaad tegen de menselijkheid. Het was de middenpassage van de driehoekshandel en speelde zich af tussen 1525 en 1867, waarbij het hoogtepunt lag in de achttiende eeuw en de eerste helft van de negentiende eeuw.

De Trans-Atlantische slavenhandel ontstond niet uit het niets. Gedurende de vijftiende en zestiende eeuw ontstonden zowel de behoefte aan deze gedwongen arbeid als de voorwaarden om deze grootste deportatie van mensen uit de geschiedenis mogelijk te maken. De behoefte ontstond door de groeiende welvaart in Europa waardoor de consumptie van luxegoederen begon te stijgen. Dit vergde de productiefactoren land, arbeid en kapitaal.

Het was dus de behoefte aan arbeid voor de suiker- en tabaksteelt in Amerika en het Caribisch gebied die de Trans-Atlantische slavenhandel deed aanzwellen tot grote proporties. De gevolgen waren enorm. De opbrengsten brachten Europa een verhoogde welvaart en een manier om de handelsbalans met Azië beter in evenwicht te krijgen. Dit ging echter gepaard met grote menselijke tragedies. In de loop der eeuwen werden zo'n 25 miljoen mensen tot slaaf gemaakt. Velen stierven al voor zij verkocht konden worden voor transport, maar tussen de 11 en 14 miljoen werden verscheept naar Amerika, waarvan zo'n 15% kwam te overlijden tijdens de reis. Niet alleen stierven miljoenen onderweg en op de plantages, maar er was ook een sterk ontwrichtend effect op de samenlevingen in Afrika.

De West-Indische Compagnie (WIC) kreeg van de Staten-Generaal van Nederland het monopolie op de handel en kolonisatie van Amerika. Niet lang na de oprichting werd een ambitieus plan opgezet om de Portugese bezittingen in zowel Brazilië als op de Afrikaanse kust te veroveren. Brazilië was een van de belangrijkste suikerproducerende gebieden ter wereld met een miljoenenexport naar Europa.
Toen de WIC een deel van Noordoost-Brazilië in handen kreeg, veranderde haar positie ten opzichte van slavernij en slavenhandel: men had daarin nu een direct belang vanwege de suikerproductie.

Met de verovering van het Portugese fort Elmina aan de Ghanese kust (1637) verzekerde de WIC zich van een plek om slaven te halen. De Compagnie verwierf nog enkele steunpunten aan de Afrikaanse kust, waarvan ook Luanda in Angola belangrijk werd voor de slavenhandel. Na de bezetting van Curaçao in 1634 had de WIC tevens een handelsdepot voor de slavenhandel in het Caribisch gebied. Tot 1730 verscheepte de WIC ongeveer 100.000 slaven naar Spaans-Amerika.

De Nederlanders leken wel bijzonder gemakkelijk te zijn overgegaan tot het houden en verhandelen van slaven. Hoe kon het dat een land dat zelf al eeuwenlang geen onvrijheid van burgers meer kende en zich nog maar net van het juk van een vreemde overheerser - Spanje - had bevrijd, nu anderen de vrijheid onthield? Met de bijbel in de hand verkondigden predikanten dat Afrikanen waren voorbestemd tot slavernij. Zij waren de afstammelingen van Cham, die na zijn vader Noach te hebben bespot, werd vervloekt en met zijn nageslacht tot eeuwige dienstbaarheid werd veroordeeld. Zo werd de slavernij van Afrikanen gelegitimeerd.

Interessant is nu de vraag in hoeverre de emoties van de hedendaagse Nederlander terecht zijn. In ieder geval wordt Nederland zich bewuster van zijn slavernij verleden. De toenmalige prins Willem-Alexander sprak in Gana van de Nederlandse ‘wroeking’ over de slavenhandel: “We kijken nu met spijt terug op dat donkere tijdperk van menselijke betrekkingen, en we gedenken de slachtoffers van die onmenselijke handel”. Ook minister Van Boxtel betuigde in Zuid-Afrika tijdens de conferentie tegen racisme van de Verenigde Naties `diepe wroeging over de slavernij en de slavenhandel uit het verleden'. Hij pleitte ervoor de Nederlandse betrokkenheid bij de slavernij een plaats te geven in de schoolboeken.

Nederland wordt zich dus steeds bewuster van zijn slavernijverleden. In het Oosterpark in Amsterdam is een Nationaal Monument voor de Slavernij onthuld. Ook komt er een centrum om de geschiedenis van de slavernij te bestuderen en kennis erover te verspreiden. Daarmee is gehoor gegeven aan de roep uit vooral Antilliaanse en Surinaamse kring het leed van de nabestaanden van slaven te erkennen. Het is nog een druppel op de hete plaat en is er dus hier nog veel werk aan de winkel.

Senard Mawie
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May