Interessant vonnis over het terugroeprecht (update)
06 Jun 2015, 07:14
foto


De kantonrechter (in bodem procedure) in het Eerste Kanton heeft een interessant vonnis gewezen, gebaseerd op de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers (bij afkorting WTV). Deze wet werd op 22 februari 2005 afgekondigd in het Staatsblad van de Republiek Suriname en is met ingang van de volgende dag in werking getreden. Hoewel de zaak op 08 december 2005 aanhangig gemaakt werd, en de uitspraak plaatsgevonden heeft op 10 februari 2009, is het vonnis om onduidelijke redenen pas kort geleden bekend geworden. Winston Jessurun werd op 25 mei 2005 als volksvertegenwoordiger voor de Combinatie A1 gekozen. De combinatie bestond uit:
A. Trefpunt 2000, Partij voor Democratie en Welzijn;
B. Democraten van de 21ste Eeuw;
C. Politieke Vleugel van de Federatie van Agrariërs en Landarbeiders;
D. DA 91, (onder de paraplu van AF).

Op 08 juli 2005 is AF uit de voormelde combinatie A1 getreden.
De combinatie van politieke organisaties A1 (Alternatief 1), heeft toen het besluit genomen gebruikmakende van haar terugroeprecht om Winston Jessurun als volksvertegenwoordiger terug te roepen, hetgeen inhoudt dat deze zijn zetel ter beschikking moest stellen van de Combinatie A1. Dit besluit werd aan Jessurun betekend bij deurwaardersexploot van 30 november 2005. Jessurun (hierna te noemen 'eiser') besloot toen dit besluit in rechte aan te vechten en spande een proces aan tegen de sub a, b en c genoemde organisaties en de Staat Suriname (Centraal Hoofdstembureau). Eiser vorderde nietigverklaring van het besluit van de Combinatie A1 en een verbod van de Staat Suriname (Centraal Hoofdstembureau) om voor eiser een opvolger aan te wijzen als lid van DNA en die aangewezen opvolger als lid van de DNA toe te laten.

Als belangrijkste grief bracht eiser naar voren dat de WTV in strijd is met de Grondwet onder meer met artikel 56 lid 1 dat bepaalt dat leden van DNA gekozen worden voor vijf jaar en artikel 52 leden 1 en 2 waarin onder meer bepaald wordt dat de politieke macht berust bij het volk. Op die grond zou volgens eiser de WTV rechtens buiten toepassing moeten worden gelaten en wel op grond van de artikelen 144 lid 2 sub a en lid 3 (verwijzing naar het toetsingsrecht van het Constitutioneel Hof, dat echter nog niet ingesteld is) jo artikel 10 van de Grondwet (handelt over het recht op een eerlijk proces binnen redelijke termijn bij een onafhankelijke rechter).
Verder voerde eiser aan dat de combinatie A1 door het uittreden van AF op 5 juli 2005 uiteengevallen is in de zin van artikel 2 lid 3 van de WTV en kan zij eiser dus niet terugroepen.

Voorts zou vermeld besluit tot terugroeping niet rechtsgeldig genomen zijn door de organen van het samenstellend deel van de combinatie, die bevoegd zijn tot het indienen van de kandidatenlijsten van de combinatie bij verkiezingen, als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub b van de WTV.
Het besluit zou voorts niet voor externe werking rechtsgeldig ondertekend zijn als bedoeld in artikel 2 lid 2c van de WTV en zou daardoor geen rechtsgevolg hebben.
Tenslotte is eiser van mening dat het Centraal Hoofdstembureau niet mag overgaan tot voorziening in de (eventuele) vacature van eiser als teruggeroepen volksvertegenwoor- diger, daar de terugroeping nietig en rechtens van onwaarde is.

De kantonrechter overwoog het navolgende:
- voor wat betreft de onverbindend verklaring van de WTV acht zij zich op grond van artikel 12 van de Wet Algemene Bepalingen niet bevoegd de innerlijke waarde of billijkheid van die wettelijke regeling te beoordelen;
- de vraag die daarna aan de orde komt, is of de politieke combinatie A1, die uit meerdere politieke organisaties bestaat, bevoegd is om onder de naam A1 op te treden, indien één der politieke organisaties uit die combinatie treedt.
De kantonrechter is van oordeel dat het enkele feit dat één der politieke organisaties uit de combinatie treedt, niet automatisch tot gevolg heeft dat de bevoegdheid om de naam, waaronder zij gezamenlijk optraden, ook komt weg te vallen. Dit zal afhangen van onder meer welke afspraken partijen daarover hebben gemaakt. Vooralsnog was de kantonrechter van oordeel dat niet gebleken is dat de politieke combinatie niet bevoegd is om onder de naam A1 op te treden.
- Tenslotte komt aan de orde de vraag of het door de combinatie A1 genomen besluit nietig en rechtens van onwaarde is, als gevolg waarvan het buitenwerking zou moeten worden gesteld. De kantonrechter acht het overbodig om inhoudelijk hierop in te gaan.
Aangezien het gewraakte besluit genomen is door de politieke combinatie A1, dient volgens de kantonrechter de eiser deze combinatie in rechte aan te spreken en niet gedaagden sub a, b en c afzonderlijk.

Op grond van het voorgaande deed de kantonrechter de navolgende uitspraak:
1. verklaart zich onbevoegd om te verklaren dat de WTV onverbindend is;
2. verklaart eiser niet ontvankelijk in zijn overige vorderingen (o.a nietigverklaring besluit combinatie A1).

De niet-ontvankelijkheidsverklaring van eiser betekent dus dat de kantonrechter niet inhoudelijk is ingegaan op diens vordering. Deze uitspraak van de kantonrechter doet vreemd aan. Bij mijn weten bezit de combinatie geen rechtspersoonlijkheid. Het is wel zo dat artikel 7 van de Kiesregeling (S.B 1987 no 62) de combinatie voor de toepassing van deze wet gelijk stelt met een politieke organisatie in de zin van het Decreet Politieke Organisaties (S.B. 1987 no 61). Deze gelijkstelling brengt m.i. niet noodzakelijk mee dat de combinatie van rechtswege rechtspersoonlijkheid bezit. Als dit het geval was, zou dat expliciet vermeld moeten zijn. In deze opvatting lijkt het procederen tegen de samenstellende delen juist wel de correcte procedure.
De vraag die rijst is waarom A1 na de niet-ontvankelijkheidsverklaring van eiser de procedure tot terugroeping niet voortgezet heeft. Van de advocaat van A1, Mr. R.W. Cruden, vernam ik dat dit niet gebeurd is, omdat hij het vonnis pas in 2014 zou hebben ontvangen. Mr. Cruden bracht wel naar voren dat Jessurun de zaak eerst in kort geding gewonnen had, maar dat hem de verplichting was opgelegd om een bodemprocedure aanhangig te maken.

In ieder geval is het onderhavige vonnis van bijzondere betekenis in het licht van de afgelopen verkiezingen. De NDP is alleen in zee gegaan, maar V7 en AC zijn wel combinaties in de zin van de WTV. Uit krantenberichten heb ik begrepen dat individuele kandidaat-assembleeleden informeel gepolst zijn voor samenwerking met de NDP. Het probleem hierbij is echter dat de combinaties bij daadwerkelijk overlopen, gebruik kunnen maken van het terugroeprecht. Dit laatste recht geldt zeker voor individuele personen, maar de vraag is of het ook geldt als een partij als geheel uit de combinatie treedt.
Als zich bijvoorbeeld het geval mocht voordoen dat één van de partijen uit de V7 of AC combinatie als geheel besluit samen te werken met de NDP, dan is terugroeping m.i. niet mogelijk. Dit staat niet expliciet in de WTV, maar kan wel uit de wettekst en de memorie van toelichting worden afgeleid. Dit argument werd overigens ook door eiser aangevoerd, maar de kantonrechter is inhoudelijk hierop niet ingegaan.
Recentelijk heeft zich het geval voorgedaan dat het DNA lid Noreen Hoi-Lai Cheung zich afgescheiden heeft van de NDP en een eigen fractie heeft gevormd. Ook in dit geval zou het terugroeprecht van toepassing zijn, maar de NDP verkoos blijkbaar geen gebruik te maken van dit recht.
Het onderhavige vonnis is in extenso gepubliceerd in het Surinaams Juristenblad 2015 nummer 1, welke binnenkort verschijnt.

Carlo Jadnanansing
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May