Minister Sapoen wil slagingspercentage naar 80%
04 Oct 2010, 00:01
foto


Minister Raymond Sapoen van Onderwijs en Volksontwikkeling onderkent dat de toets- en examenresultaten niet bevredigend zijn. In een televisietoespraak zondagavond tot de samenleving, zei de bewindsman dat nagegaan moet worden welke acties in de komende jaren moeten worden ondernomen om op alle niveaus de slagingspercentages te brengen rond de 80%.
Over het 11-jarige basisonderwijs zei Sapoen dat de regering heel spoedig een besluit zal nemen over de al dan niet gewijzigde voortgang van dit project.
De toespraak van de minister, zondagavond uitgesproken, wordt integraal gepubliceerd door Starnieuws.

“Leerlingen, studenten, onderwijsgevenden, schoolleiders, ouders, verzorgers en dierbare landgenoten.

Wij staan aan de vooravond van het nieuwe schooljaar. Ik hoop dat velen van u van een welverdiende vakantie heeft genoten. Op 4 oktober start het nieuwe schooljaar en het is een goede traditie geworden dat in verband daarmee, de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling u toespreekt.

Met het aantreden van een nieuwe regering op 12 augustus 2010 heb ik de verantwoordelijkheid gekregen over het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Het ministerie is nu opgedeeld in tweeën waardoor ik de verantwoordelijkheid heb over de directoraten Onderwijs en Cultuur terwijl de directoraten voor Jeugd- en Sportzaken zijn toevertrouwd aan mijn collega, de heer Paul Abena.
Door deze splitsing zal ik in elk geval beter in staat zijn om mij te kunnen concentreren op de oplossing van de vele vraagstukken van onderwijs en cultuur.

De president van de Republiek Suriname heeft op 1 oktober 2010 in de Nationale Assemblee het te voeren beleid voor de komende 5 jaren uiteengezet. Daarbij heeft hij in grote lijnen het te voeren beleid voor Onderwijs en Volksontwikkeling uit de doeken gedaan. Samen met mijn staf zal ik in de komende periode, uitgaande van de uitgesproken regeringsverklaring, een beleidsnota voor het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling voorbereiden waarin concreet de actiepunten voor de komende vijf jaren zullen worden vermeld.

In mijn korte oriëntatie periode heb ik met mijn staf en personeel het beleid van de afgelopen jaren geëvalueerd. Mij is bekend dat voor een structurele en fundamentele aanpak van het onderwijs, er in de afgelopen jaren erg veel voorbereidend werk is verzet. Samen met stakeholders in de sector onderwijs zijn de problemen van ons onderwijs geïnventariseerd en geanalyseerd waarbij er ook oplossingsmodaliteiten zijn geformuleerd.
Er is een concept voor een 2e Sectorplan Onderwijs voorbereid waarin ook de regionale en internationale commitments die wij als Overheid zijn aangegaan, zijn opgenomen. Concreet gaat het o.a. om het bereiken van de Education for All doelen, de Millennium Development Goals en het Kinderrechtenverdrag.

In de door mij op te stellen beleidsnota van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling zullen al de goede initiatieven voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en daarmee ook de onderwijsresultaten worden meegenomen.

Hoewel het afgelopen schooljaar relatief goed is verlopen, zijn er nog tal van punten die een fundamentele aanpak behoeven. Vooruitlopend op de te formuleren beleidsnota wil ik alvast de volgende zaken aan de orde stellen.

Het onderwijsrendement De toets- en examenresultaten worden nog steeds niet als bevredigend ervaren. De zittenblijvers-, drop out- en rendementspercentages dienen op de kortst mogelijke termijn naar aanvaardbare proporties te worden gebracht. De examenresultaten van de enkele schooltypen geven aanleiding tot gedeeltelijke tevredenheid terwijl bij enkele types de slagingspercentages vrij stabiel zijn gebleven met hier en daar een lichte stijging dan wel daling. Wij zullen met z’n allen moeten nagaan welke acties in de komende jaren moeten worden ondernomen om op alle niveaus de slagingspercentages te brengen rond de 80%.

Plaatsing van leerlingen De jaarlijks terugkerende problematiek van plaatsen van leerlingen op scholen van haast alle niveaus moet structureel worden aangepakt. Afhankelijk van de financiële mogelijkheden zal het beleid met betrekking tot renovatie en nieuwbouw van onderwijsfaciliteiten worden voortgezet. Gestreefd zal worden om de achterstand in leslokalen versneld op te lossen door landelijk, het aantal nieuw te bouwen leslokalen van ca. 80 per jaar op te voeren naar minstens 100 per jaar.

Ik wil wel de garantie geven dat alle kinderen zullen worden geplaatst. Er zijn in enkele regio’s tekorten aan lokalen maar samen met mijn staf heb ik de vele mogelijkheden op een rij gezet en besluiten genomen.

Voor het komend schooljaar zal ik met mijn staf alle mogelijkheden bestuderen om in een zeer vroeg stadium een scherp beeld te hebben van de instroom van leerlingen op de verschillende schooltypes. Gedacht wordt aan vooraanmeldingen van leerlingen.

Voorts moeten wij voorkomen dat ouders de nacht moeten door brengen bij een school om een leerling in te schrijven.
Voor wat het binnenland betreft verwacht ik dat in elk geval de bouwwerkzaamheden met betrekking tot de internaten en onderwijsaccommodaties op Stoelmanseiland en Atjoni vlot zullen worden voortgezet zodat ook die faciliteiten in de loop van het komend schooljaar in gebruik kunnen worden genomen. Het doel van deze faciliteiten is onder andere om het onderwijs dicht bij de gemeenschap te brengen.

Samenwerking met het Bijzonder Onderwijs Voor een effectieve en efficiënte aanpak van het onderwijs is een goede samenwerking met alle organisaties in de onderwijssector van groot belang. Aangezien ook het bijzonder onderwijs landelijk, en met name in het binnenland, een wezenlijke bijdrage levert aan de vorming van kinderen op zowel primair als secundair niveau, zal met de besturen van het bijzonder onderwijs periodiek, gestructureerde overlegmomenten worden afgesproken voor een een effectievere samenwerking.

De 11-jarige basisschool In het kader van het Minov-Basic Education Improvement Project, meer bekend als BEIP worden er reeds jaren voorbereidingen getroffen voor herstructurering van ons onderwijs. Een belangrijke component van dit project is gericht op het ondersteunen van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling met de instelling van een nieuwe basisonderwijscyclus en het verbeteren van de kwaliteit en de efficiëntie van het basisonderwijs. Dit door middel van onder andere het ontwikkelen van een nieuw curriculum, het beter voorzien in boeken en onderwijsmateriaal, training van schoolleiders en leerkrachten en een verbeterde lerarenopleiding qua inhoud en training.
De voornaamste lijn waarlangs de actie zal verlopen is onder andere de introductie van een 11 jarige Basisvorming waarbij een integratie zal plaatsvinden van 2 jaar Kleuteronderwijs, 6 jaar Lageronderwijs en 3 jaar Voortgezet Onderwijs Junioren.
De activiteiten die nu in uitvoering zijn moeten in maart 2011 voltooid zijn. De activiteiten in uitvoering betreffen:
- afronding van de trainersopleiding in de laatste week van september in
samenwerking met SLO (stichting Leerplan Ontwikkeling) Nederland.
-Evaluatie van het voj als onderdeel van de nieuwe basiscyclus
- het ontwikkelen van het curriculum raamwerk en uitzetten van de leerlijnen voor
alle vakken GLO tot en met VOJ
- de bouw van 10 multifunctionele centra voor onder andere training van
leerkrachten
- het versterken van het mangementsysteem van het Mnov

Na de trainersopleiding zullen landelijk de kleuterleidsters getraind worden in de nieuwe benadering van het leren en daarmee verband houdende gebruik van de aangepaste kleuter speelwerkplan voor de 1ste en 2de leerjaren van het kleuteronderwijs. In de nieuwe benadering van leren staat de leerling centraal.
We zijn er van overtuigd dat het fundament van de ontwikkeling van het kind in de vroege jaren moet beginnen.
De vroege voorschoolse activiteiten, zullen behalve in Paramaribo ook wel in de districten en in het binnenland verder aangepakt worden en wel in samenwerking met andere ministeries die hierbij een hele grote bijdrage leveren wanneer wij praten over de integrale aanpak van het bieden van diensten en zorg aan onze kinderen.

Ons basisonderwijs vormt het fundament waarop ons onderwijssysteem verder zal worden opgebouwd.
De regering zal heel spoedig een besluit nemen over de al dan niet gewijzigde voortgang van dit project.

Secundair Onderwijs Met een eventuele invoering van de 11 jarige basisschool zal ook de huidige structuur van het VOJ en de VOS worden aangepast. Goed onderwijs op secundair niveau is van vitaal belang voor de ontwikkeling van kader ten behoeve van de nationale duurzame ontwikkeling van de samenleving.

De reeds bestaande voorstellen voor de herstructurering van het voortgezet onderwijs zullen worden geëvalueerd waarbij speciale aandacht zal worden besteed aan de structuur, het curriculum, de opleiding van leerkrachten, doorstroming, vakken en vakinhouden.

Tertiair Onderwijs Binnen het tertiair onderwijs moet er een betere afstemming komen tussen de diverse instituten. Het Nationaal Orgaan voor Accreditatie zal versterkt worden, zodat dit orgaan zorg kan dragen voor regulering van het aanbod en de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. Op korte termijn zullen en maatregelen getroffen worden opdat het gehele onderwijs en zeker het tertiair onderwijs meer dienstbaar wordt gemaakt van de gemeenschap.

De nieuwe studiefinanciering zal worden geëvalueerd en eventueel aangepast zodat er geen enkel barrière is voor studenten om in aanmerking te komen voor een studielening.

In elk geval zal de eerste studentenhuisvesting op de campus van de Anton de Kom Universiteit aan de Leysweg binnen afzienbare tijd in gebruik worden genomen. Hierin kunnen 48 studenten worden gehuisvest.

Curriculum De in gebruik zijnde tekstboeken moeten continue worden geëvalueerd en rekening houdend met de aspiraties van het volk, bevattingsvermogen van het kind, nieuwe innovatieve didactische benaderingswijzen, internationale trends etc., worden bijgesteld.
Het vak Engels wordt, als proefproject sinds 2008, landelijk vanaf de derde klas ingevoerd. Er zal een besluit worden genomen om het Engels als verplicht vak op het rooster te plaatsen. Tevens zullen de mogelijkheden nagegaan worden om invoering van computer-en agrarisch onderwijs op de GLO richtig te doen geschieden.

Om te geraken tot uniformiteit zullen de overgangsnormen van de openbare glo scholen worden gesynchroniseerd met de overgangsnormen van de bijzondere scholen. Hierdoor zullen de prestaties van de leerlingen over het gehele jaar tellen bij de bepaling van de overgang.

Cultuureducatie
Dames en Heren
Voor Suriname als multi-culturele en multi-religieuze samenleving is van belang dat wij via het onderwijs respect voor elkaars cultuur en religie bijbrengen waarbij telorantie van eminent groot belang is. We zullen in het komend jaar samen met cultuurdeskundigen cultuureducatie ter hand nemen.
Het programma voor “basic life skills” zal worden voortgezet, omdat in dit programma sterk de nadruk wordt gelegd op o.a. persoonlijkheidsontwikkeling, sociale, emotionele en attitudevorming. Het Minov acht het van belang dat meer dan in het verleden middels deze programma’s de karaktervorming van het opgroeiende kind ter hand wordt genomen. In deze programma’s zullen waarden en normen zoals eerlijkheid, oprechtheid, rechtvaardigheid, trouw, natievorming hulpvaardigheid, geduld, vriendelijkheid en openheid een voorname plaats innemen. Het is vanzelfsprekend dat deze waarden en normen ook bij de volwassenen versterkt moeten worden.

Leerkrachtenvoorziening Voor wat leerkrachtenvoorziening voor het lager onderwijs en voortgezet onderwijs junioren zijn er geen tekorten.
In het voortgezet onderwijs senioren worden wel tekorten verwacht, maar het ministerie is naarstig op zoek naar krachten die op dit niveau kunnen worden ingezet.

Voor wat het Binnenland betreft zal het ministerie voortgaan in het aantrekken van gemotiveerde en gekwalificeerde leerkrachten .
Het ministerie werkt nu samen met het bijzonder onderwijs enkele modellen uit om het werken in het binnenland aantrekkelijk te maken. Zo wordt gedacht aan het creëren van goede woon- en leefaccommodaties en vervolg opleidingsmogelijkheden via het systeem van distance learning waarbij er gebruik zal worden gemaakt van internet faciliteiten.
In elk geval zal het systeem van de eenmalige tegemoetkoming in uitrustingskosten van de nieuw aangetrokken leerkrachten voor het binnenland, worden gecontinueerd.

Dames en Heren

In het onderwijsleerproces speelt u, als leerkracht, een zeer voorname rol. U heeft een zeer grote verantwoordelijkheid tegenover de leerling/student die aan uw zorgen zijn toevertrouwd. Ook in het komende schooljaar zullen vanuit het ministerie continue her- en bijscholingsprogramma’s worden verzorgd om uw rol als begeleider meer inhoud en vorm te geven.
Voor de schoolleiders zullen de trainingen vervolgd worden om als manager van de school te functioneren en als zodanig de school als een bedrijf effectief en efficiënt te kunnen te leiden. Vanuit onze afdelingen begeleiding en inspectie waar nodig ondersteund worden in uw onderwijsleerproces.

Tot de leerlingen/studenten zeg ik dat jullie de mogelijkheid die aan jullie wordt gegeven om onderwijs te volgen, zo optimaal mogelijk moeten benutten. Wanneer gezegd wordt dat de jeugd de toekomst is, dan wordt daarmee ook bedoeld dat de jeugdigen de kans daadwerkelijk moeten aangrijpen zich te scholen en om later het over te nemen van de volwassenen. Ik wens jullie een vruchtbaar jaar toe.
Aan de ouders vraag ik alle ondersteuning te geven aan uw kinderen en die steeds te blijven motiveren om de school te blijven volgen en goede prestaties te leveren. In het kader van de ouderparticipatie roep ik u ook op om meer belangstelling te tonen in het onderwijsproces van uw kinderen.

En ten slotte dames en heren,
Onderwijs is een collectieve verantwoordelijkheid. Als minister zal ik regelmatig in contact staan met organisatie die opereren in de onderwijssector en met name de vakorganisatie om zodoende in harmonie oplossingen te zoeken voor de diverse problemen in de sector.
Ik roep u allen daarom op om samen met mij, het Minov-personeel en andere deskundigen deel te nemen aan de komende activiteiten in verband met het opstellen van een Minov beleidsnota 2010-201. Alleen op die manier kunnen wij gezamenlijk het Surinaams onderwijs structureel, bevredigend verbeteren en vernieuwen.

Ik dank u voor uw aandacht.” Aldus minister Raymond Sapoen.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May