Communicatie rijstsector wordt moeilijker

Binnen de rijstsector blijft de eenheid en saamhorigheid zoek. De Vereniging van Rijstexporteurs (VRE) en de Surinaamse Padieboeren Associatie (SPBA) waren tot nog toe de twee grootste gesprekspartners uit de rijstsector. Met het aftreden van het dagelijks bestuur van de VRE, is minister Soeresh Algoe van Landbouw, Veeteelt en Visserij genoodzaakt nu met alle opkopers te praten; zo’n 17 in totaal.

Perikelen over wie wel en wie niet in aanmerking moet komen om gedroogde padie binnen de Petro Caribe deal te exporteren, hebben de doorslag gegeven dat het bestuur van de VRE heeft bedankt. Minister Algoe is op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen bij de VRE. “Ik heb de VRE gezegd dat elke verwerker in de gelegenheid gesteld moet worden om padie te exporteren,” zegt hij aan Starnieuws. “De hoeveelheid die elke verwerker wenste te exporteren, moesten ze zelf bepalen.”

De rijstsector is geliberaliseerd, zegt de bewindsman. Nadat boeren hadden aangegeven dat ze een probleem hadden met de afzet en de overheid niets deed, is volgens Algoe gezocht naar een oplossing. Binnen de Petro Caribe deal is nu afgesproken dat Suriname 30.000 gedroogde padie kan exporteren. “Wij gaan niet gaan bepalen welke verwerker zal exporteren en hoeveel hij gaat exporteren.” Met het wegvallen van het VRE-bestuur komt er nog meer onduidelijkheid bij deze exportfaciliteit.

De LVV-minister praat vandaag met de SPBA en zal daarna bepalen hoe verder met deze kwestie om te gaan. Hij blijft erbij dat de opkopers sinds 2005 zeggen een afzetprobleem te hebben. “Nu hebben we voor 30.000 ton een oplossing en dan nog liggen de actoren overhoop met elkaar. Dit is allemaal te wijten aan het ontbreken van een productschap.” Algoe stelt dat de zwakke organisatiegraad de sector nekt.