Krolis: PALU gaat voor vijf en nog meer

Dat de NDP niet samen gaat werken met de PALU tijdens de verkiezingen, wordt door de rood-groene partij als een verkeerde zet ervaren. Dit bleek tijdens de feestvergadering zaterdagavond. NDP-topper Ricardo Panka, merkte op dat de PALU nog een kans moet krijgen om een bijdrage te leveren. Iwan Krolis, oud-voorzitter van PALU vraagt zich af of de paarse partij rekening gehouden heeft met de coalitieleden die ook veel werk hebben verzet. Hij is ervan overtuigd dat PALU weer deel zal uitmaken van de komende regeercoalitie.

Panka bracht namens de NDP de felicitaties uit aan de jarige PALU. Panka merkte op dat het jaren geleden een haartje gescheeld had of hij was lid geworden van deze partij. Hij voelt zich nog steeds thuis. De standvastigheid en de visie van de partij spreken hem nog steeds aan. “Mi kon mit yu en mi denk tak yu o tan go doro tu. PALU blijft scherp en wil blijven bijdragen. Ik denk dat het die kans moet krijgen”, zei Panka. Hij moest de vergadering eerder verlaten, omdat hij een andere verplichting had.

Krolis merkte op dat er een onlosmakelijke band bestaat met de NDP als het gaat om het dekolonisatieproces. De visies en idealen komen op verschillende vlakken overeen. Met het besluit om niet verder met de huidige coalitieleden te gaan, is er geen rekening gehouden met de verworvenheden van de regeerpartners, zei hij. Voorzitter Jim Hok voegt er aan toe dat de verantwoordelijkheid gedeeld moet worden. “We zijn samen verantwoordelijk voor wat we hebben neergezet, voor de goede en de slechte. Je kunt niet alleen verantwoording nemen of voor goede dingen.”

Krolis is ervan verzekerd dat PALU deel zal uitmaken van de nieuwe regering. “Dacht je soms dat alleen jij ‘voor nog’ vijf gaat? Wat denk je dat de anderen die ook hebben gewerkt gaan doen dan? Ben je belazerd of na grap ye meki”, vroeg Krolis, zich af. “Yere no, we blijven vrienden, we blijven broeders, we are brothers for life. Je zegt je gaat voor vijf, wat denk je dat wij gaan doen? Wij gaan ook voor vijf en nog meer.”

René Gompers