Diplomaat van Suriname
23 Feb 2015, 04:00
foto
Een postzegel ter ere van een Surinaamse diplomaat.


In een eerlijke en rechtvaardige maatschappij moeten mensen, die allen op zich bepaalde talenten hebben, gelijke kansen krijgen om deze te ontwikkelen. In landen met een open en transparant bestuur moet aan alle burgers gelijke kansen worden geboden om bijvoorbeeld te solliciteren naar functies bij de overheid.

Vacatures moeten worden bekend gemaakt via advertenties in kranten, tijdschriften en tegenwoordig ook via websites en internetpagina’s van verschillende overheidsinstellingen. In een samenleving die er naar streeft om haar diensten zo goed en perfect mogelijk uit te voeren, moet altijd geprobeerd worden de beste krachten te vinden ongeacht hun sekse, afkomst, religie en politieke kleur, zodat de juiste persoon op de juiste plaats wordt benoemd.

Komst onafhankelijkheid
Met de op handen zijnde onafhankelijkheid op 25 november 1975 riep de toenmalige Surinaamse regering onder leiding van Henck Arron in de eerste helft van dat jaar via advertenties belangstellenden op voor een functie in de op te zetten diplomatieke dienst van het land. Gevraagd werd naar kandidaten, die onder andere, een universitaire opleiding hadden afgerond en geen veroordelingen op hun naam hadden staan. De geselecteerde kandidaten werden eerst onderworpen aan een schriftelijk examen dat was toegespitst op de kennis van vreemde talen.

De geslaagden van dit examen, verschenen daarna voor het mondeling gedeelte, dat werd afgenomen door een daartoe speciaal ingestelde commissie onder leiding van de toenmalige president van het Hof Mr. O. van der Geld en als mede lid had, rechter Mr. Dr. L.Th. Waaldijk. Volgens berichten uit die tijd had premier Arron met de instelling van zulk een zware commissie een duidelijk signaal aan politici in Suriname gegeven dat “men niet licht de leden zou durven benaderen met onbehoorlijke verzoeken, en zo men dit toch zou wagen, zou die er immuun tegen zijn”.

De door Arron gevolgde werkwijze laat zien dat hij - in tegenstelling tot latere politieke leiders - niet gehandeld heeft alsof hij de wijsheid in pacht had om zelf kandidaten te selecteren voor de buitenlandse dienst. Hij heeft dat in handen gelegd van een onafhankelijke commissie met een in de samenleving hoog aangeschreven status.
Zo verkreeg de jonge Republiek Suriname in 1975 haar eerste, goed gewogen en goed gescreende groep van 16 personen, die gedurende enkele maanden in Den Haag een theoretische en praktische vorming kregen alvorens zij in diverse diplomatieke rangen op de nieuw opgezette ambassades werden geplaatst. Met betrekking tot deze plaatsing had premier Arron ook erop toegezien, dat er sprake was van een zekere evenwichtigheid in de diplomatieke rangen van ambassadeur, ambassaderaad, eerste-, tweede en derde secretarissen. Vanaf 2000 hebben opeenvolgende Surinaamse regeringen het diplomatieke rangenstelsel beperkt tot hoofdzakelijk twee functies, te weten, ambassadeur en ambassaderaad.

Na 1975 zijn in Paramaribo in 1981, 1986 en in 1993 opleidingen geweest waarbij middels advertenties belangstellenden voor de buitenlandse dienst werden opgeroepen.
Voor de periode 1975 - 1993 kan worden gesteld dat in principe alle Surinaamse mannen en vrouwen de kans hadden om zich aan te melden voor de opleiding voor een functie in de Surinaamse diplomatieke dienst. Ook kan worden gesteld dat de intentie was dat eerstens, een opleiding succesvol moest worden afgerond, alvorens men in de buitenlandse dienst geplaatst kon worden.

Van professionals naar amateurs
De Republiek Suriname maakte in 1975 dus een serieus begin voor een professionele diplomatieke dienst, maar gaandeweg werd hiervan afgestapt en zijn onze politieke leiders overgegaan tot plaatsing en benoeming van merendeels niet gekwalificeerde personen oftewel amateurs op onze buitenlandse posten. Suriname stapte af van het pad van professionalisme en sloeg de weg in van het amateurisme. Jammer, want de diplomatie is een professionele aangelegenheid, politieke benoemingen van amateurs en incompetenten zijn niet in het belang van het land. Het is slechts een enorme verspilling van staatsmiddelen. Treurig was het dat een parlementariër enige tijd geleden in de Assemblee zich druk maakte om het niveau van onze schoonheidskoninginnen die Suriname in het buitenland moeten vertegenwoordigen, maar nooit met één woord heeft gerept over het niveau van onze mensen op de ambassades.

In sommige landen zoals de Verenigde Staten en ook Indonesië heeft de volksvertegenwoordiging mede een inbreng bij de benoeming van diplomaten vanwege de opvatting dat “de reputatie van het land, van de president en van het volk op het spel staan als niet alle diplomaten bekwaam, competent en integer zijn”. Het prestige van een ambassadeur is namelijk ook het prestige van het land dat hij of zij vertegenwoordigt.

In de jaren 1996, 2000, 2005 en 2010 zijn kandidaten voor de diplomatieke dienst voornamelijk geselecteerd door de politieke partijen die de regeercoalitie vormden. Er is dus vanaf 1996 geen sprake meer van een eerlijke, open kans voor iedere Surinamer om in aanmerking te komen voor een functie in de diplomatieke dienst van het land.
In 2011 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken een cursus gedraaid voor geselecteerde partijloyalisten uit de regeringscoalitie. De reeds benoemden in de functie van ambassadeur hoefden niet aan deze cursus deel te nemen, dit in tegenstelling tot de cursus van 2005. Deze cursus is niet afgesloten met een toets of examen. Alle cursisten kregen een deelnemerscertificaat.

Kortom, de keuze om personen aan te melden voor de Surinaamse diplomatieke dienst is in de afgelopen twintig jaar alleen voorbehouden geweest aan politieke partijen in het machtscentrum. Het is nooit bekend gemaakt welke criteria zijn gehanteerd of welke standaarden hebben gegolden. Op het breukvlak van de 20ste en de 21ste eeuw keerde Suriname terug naar middeleeuwse praktijken toen alleen bevoorrechten in een samenleving in aanmerking kwamen voor lucratieve functies.

Diplomaat worden in Suriname
Het is gemakkelijk om diplomaat te worden in Suriname. Er zijn geen specifieke standaarden, er is geen transparant selectieproces en er worden geen examens afgenomen om diplomatieke kennis en vaardigheden te toetsen. De benoeming tot diplomaat is een zuiver politieke aangelegenheid.
Er zijn dus geen functievereisten aan verbonden, van belang is dat je wel lid moet zijn van een partij in de regering en het helpt als je ook op de voorzitter van de partij lijkt. Prestaties zijn geen onderdeel van de aanstelling. Evenmin verwachtingen op het vlak van inzet en productiviteit.

Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat enkele politiek benoemde ambassadeurs/diplomaten uitstekend hebben gefunctioneerd. Maar een goede benoeming vermindert niet de geur van een slechte. De lijst van Surinaamse ambassadeurs/diplomaten vertoont veel meer pygmeeën dan reuzen, omdat teveel mannen en vrouwen verheven worden boven het niveau van hun competentie.

Toekomstperspectieven
Er zijn geen vooruitzichten dat een wijziging van het diplomaten benoemingsbeleid in het verschiet ligt. Onze politici hebben geen traditie van terugkeer naar 'seratal mustakim' (het juiste pad) of van correctie van wat hun voorgangers fout hebben gedaan. Hun lijfspreuk is “zo ben ik het komen aantreffen, zo is het altijd geweest en zo zal het ook altijd blijven”.

Suriname heeft in meerderheid nog politici die volharden in hun voorbijgestreefde, achterhaalde ideologieën, hun partij- en etnische belangen, hun politieke benoemingen, hun familie- en vriendjesregelarij, hun onderlinge gekibbel en gebakkelei, hun onstandvastigheid en verspilzucht, hun achterklap en gekonkelfoes en bovenal hun woordzwendel. En in het kielzog hiervan zijn de politieke partijen in het land ook nog ideologisch hol, moreel uitgeput en vervallen.

Tot slot wil ik herhalen dat politieke benoemingen niet goed zijn voor het land, niet goed voor de president, niet goed voor de minister van Buitenlandse Zaken en niet voor de carrière diplomaten die hun leven hebben gewijd aan de studie van de diplomatie om hun kennis en vaardigheden te vergroten, maar die gewoon opzij gezet worden ten gunste van mensen die geen enkele affiniteit hebben met buitenlandse zaken en internationale betrekkingen.

Rudie Alihusain
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May