Strafzaak Edgar Ritfeld uitgesteld tot 2 maart

Bij de hervatting van de strafzaak van Edgar Ritfeld in het 8 December-strafproces te Boxel heeft auditeur-militair Roy Elgin gevraagd om de vervolging voor maximaal een jaar te schorsen. Hij zegt dat de indringende vraag die de Krijgsraad heeft gesteld of er inmenging heeft plaatsgevonden door de Amnestiewet, nog niet is beantwoord. De zitting vanmorgen was geschorst zodat de Krijgsraad zich kon buigen over het verzoek van Elgin. Intussen heeft de Krijgsraad aangegeven dat hij meer tijd nodig heeft om een antwoord op het verzoek te formuleren. De zitting is uitgesteld naar 2 maart.

Het antwoord op de vraag van inmenging moet komen van het Constitutioneel Hof dat nog niet is ingesteld. Elgin stelt zich op het standpunt dat het Openbaar Ministerie een beletsel heeft om een strafeis te doen. De Amnestiewet geldt immers voor eenieder. De zaak tegen Ritfeld is de enige die nu wordt behandeld. De vervolging tegen de rest van de verdachten is geschorst. Ritfeld had aangegeven dat hij wilde dat zijn vervolging werd gecontinueerd. Hij wilde geen amnestie en tekende hoger beroep aan.

Sinds de hervatting van het proces is Ritfeld niet verschenen op de zitting. Hij en zijn advocaat Gerold Sewcharan hebben geen geloof meer in het proces en hebben zich gewend tot het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens.
Auditeur-militair Elgin heeft aangegeven dat hij niet vindt dat het proces te lang duurt. Hij zegt dat het Hof van Justitie het proces in 2002 heeft opgestart. Het gerechtelijk vooronderzoek heeft vijf jaar geduurd, waarna de mensen bezwaar mochten aantekenen. Het proces is volgens Elgin pas echt in 2007 begonnen en heeft ‘slechts normale onderbrekingen, zoals reces’ gekend.