Herschikking PetroCaribe in de pijplijn

De ministers van Buitenlandse Zaken, Winston Lackin en van Landbouw, Veeteelt en Visserij, Soeresh Algoe zijn vanmorgen afgereisd naar Venezuela. Ze zullen een ministeriële vergadering van de PetroCaribe bijwonen waarop onder andere de olie-import van Caricom-leden uit Venezuela zal worden besproken.

Suriname, Antigua en Barbuda, de Bahama’s, Jamaica, Belize, St. Kitts en Nevis, St. Vincent en de Grenadines, Grenada en Guyana importeren olie uit Venezuela. Een deel van de import mag over een periode van twintig jaar worden betaald tegen twee procent rente. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) houdt toezicht op de mogelijke impact op de Caribische economieën bij eventuele wijzigingen in de PetroCaribe-olie-overeenkomst.

Analisten zeggen dat deze overeenkomst aangepast zal moeten worden of zelfs stopgezet gezien de verslechterde economische situatie van Venezuela. Caracas heeft de PetroCaribe-lidstaten voor vandaag uitgenodigd om de overeenkomst te herbevestigen.

“Onze grootste zorg is dat we weten dat Venezuela zit met een grote financiële druk. De olieprijzen zijn van US$ 120 per vat gedaald tot zo’ US$ 75. En Venezuela is zwaar afhankelijk van de verkoop van zijn olie,” uit IMF-adviseur voor het Westelijk Halfrond, Elie Canetti, de bezorgdheid van het IMF. De financiële organisatie heeft een zwaar hoofd over de haalbaarheid om de PetroCaribe-olie-deal in de huidige vorm te behouden. Het fonds houdt de situatie al lange tijd in de gaten, maar vreest dat de tijd dringt voor Venezuela waar de financiële situatie sneller verslechtert met de dalende olieprijzen.

De gunstige financieringsvoorwaarden die PetroCaribe biedt, is voor veel van de leden een uitkomst. De olieproductie van Venezuela is sinds 2005 niet toegenomen en ziet het land zijn inkomsten verder terugvallen met de dalende olieprijzen. De ministers Lackin en Algoe zullen ook praten over de rijst-deal met Venezuela. Ze zijn morgen terug in het land.