Gezamenlijke oplossing gezocht voor Naschoolse Opvang

Minister Ashwin Adhin van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) heeft ondersteund door zijn staf, vandaag een gesprek gehad met het presidium van de Fols (Federatie van Organisaties van Leerkrachten in Suriname) onder leiding van Marcelino Nerkust, over onduidelijkheden rondom het programma Naschoolse Opvang en Begeleiding (NOB). Zowel Adhin als Nerkust, is van mening dat alle leerkrachten die op de betaalrol voorkomen van de overheid dienen te werken om in aanmerking te kunnen komen voor salaris. Na de Fols is de actiegroep van leerkrachten die protesteren tegen de gang van zaken rond het NOB-programma ontvangen.

Adhin heeft benadrukt dat er geen sprake is van dwang in de kwestie NOB. Er spelen volgens hem twee zaken. “De twee zaken; enerzijds het optimaal inzetten van leerkrachten boven de formatie en anderzijds het organisatorisch verbeteren van NOB, zijn twee verschillende maatregelen die niet onnodig door elkaar gehaald moeten worden. Het raakvlak is dat thans ten behoeve van het NOB programma er weliswaar ook geput wordt uit de groep leerkrachten boven de formatie; maar dat haalt niet weg dat er genoeg andere mogelijkheden zijn om de mensen in te zetten, ook tussen 8 uur en 1 uur. Het optimaal inzetten van leerkrachten zal te allen tijde nagestreefd worden los van wat er nu gaande is ten behoeve van het NOB programma.”

Nerkust is voorstander van een gezamenlijke oplossing met het ministerie. Alle leerkrachten hopen immers bij de indiensttreding na hun sollicitatie, de verantwoordelijkheid over een klas te krijgen. Beide gesprekspartners zijn overeengekomen dat de protesterende leerkrachten zich moeten laten registreren en hun bezwaren aangeven. Deze zaken zullen individueel worden behandeld. De ruimte is daarom alsnog aan hen geboden om tot en met vrijdag deze week, hun registratie te voltooien en bezwaren kenbaar te maken bij de onderdirecteur van Onderwijs, Roy Narain.

Efficiëntie is altijd al de benadering geweest, zegt de voorlichting van Minov. Het ministerie heeft met de bovengenoemde maatregelen al 256 van de 850 leerkrachten, die al jaren niet een optimale en volwaardige betrekking hadden in het onderwijs, ingezet.