Somohardjo leidt commissie 'Anticoup en Antifraude'

De commissie 'Anticoup en Antifraude' die de Pertjajah Luhur instelt, moet naar modellen kijken om te voorkomen dat partijen via coups, fraude en corruptie aan de macht komen. In de commissie zullen zitting nemen diverse deskundigen binnen en buiten de partij. Op de samenwerkende partijen zal voorzitter Paul Somohardjo een beroep doen om deze commissie te versterken. De commissie wordt geleid door Somohardjo.

De commissie zal onder meer de alarmbel moeten luiden indien er tekenen zijn dat fraude zal worden gepleegd, zeker met het oog op de komende verkiezingen. “Wanneer eenmaal fraude is gepleegd om aan de macht te komen, zal daar weinig meer tegen aan gedaan worden,” vreest Somohardjo. De reden voor het instellen van de commissie zijn de diverse coups die in de afgelopen jaren in de geschiedenis van Suriname hebben plaatsgevonden. Somohardjo memoreert naar de staatsgreep van 25 februari 1980, de telefooncoup van 24 december 1990, alsook de kapitaalcoup in 1996, toen een deel van de VHP en de KTPI overliepen naar de coalitie van destijds, waarin ook de Nationale Democratische Partij zat. Hij noemt in één adem de parlementscoup in 2010, waarbij twee parlementariërs van de ABOP geheel tegen de afspraken in voor Jenny Simons stemden, zegt de partij.

NDP-leiding centrale rol
De NDP-leiding heeft in al deze gevallen de hand in gehad. De NDP heeft nooit een zodanige meerderheid gehad om de regeermacht te kunnen vergaren, zonder een coup te plegen, stelt Somohardjo. “Een coup op zich is al erg, maar waar we ons ernstig zorgen over maken, zijn de consequenties. Die kunnen verstrekkend, desastreus en catastrofaal zijn voor de bevolking. In 1982 werden we niet alleen geconfronteerd met moorden, maar economisch ging alles neerwaarts. We moesten in rijen staan voor voedsel”, brengt Somohardjo in herinnering. De kapitaalcoup in 1996 heeft gezorgd voor een enorme geldontwaarding, waarbij de bevolking rondliep met biljetten van duizend gulden die in feite slechts één gulden waard waren.

De politicus verwijst naar de vele corruptieschandalen die de huidige coalitie teisteren. Hij noemt het geval van de bruggen van Ballast Nedam, die een waarde hadden van 130 miljoen Nederlandse guldens, maar waarvoor de regering 180 miljoen heeft betaald. Hij noemt ook de uitverkoop van 160.000 ha grond. Somohardjo zegt zeker te zijn van de overwinning, maar zich zorgen maakt over partijen die een ‘coupvisie’ hebben "en we willen ons daartegen beschermen”.