Parmessar kondigt maatregelen aan in de bouwsector

Er komen strengere regels om orde te brengen in de bouwsector. Dit liet minister van Openbare Werken Rabin Parmessar weten bij de opening van de vierde Bouw- en Woonbeurs in het Flamboyantpark. “Bouwen kost kapitaal en energie”, stelde de minister. “We kennen allemaal wel iemand die problemen heeft gehad met een aannemer. Het is daarom van levensbelang dat er orde komt in de sector.”

Er is een stuurgroep ‘Bouw- en Constructiesector’ door het ministerie ingesteld om criteria vast te stellen voor het beroep van aannemer en het bepalen van technische normen voor de sector. Parmessar deelde mee dat er ook voor verkavelingsprojecten maatregelen zijn. Een aanvrager zal niet langer een verkavelingsvergunning krijgen maar een bereidverklaring. Pas wanneer de werkzaamheden volgens de bereidverklaring zijn uitgevoerd, zal er een vergunning worden gegeven. “Dit houdt in dat de kavels pas op naam van de koper komen nadat er verharde wegen zijn aangelegd, degelijke ontwatering en nutsvoorzieningen zijn gerealiseerd”, illustreerde Parmessar.

Vergunningen voor het opzetten van bepaalde panden, verkoopstands en reclameborden zullen niet meer zomaar verstrekt worden of verlengd. De Bouwcommissie is geheractiveerd om hierop toe te zien. “Ondernemen is goed maar het moet niet gaan ten koste van de veiligheid en woongenot”, stelde Parmessar. De commissie heeft ook als taak om er op toe te zien dat er niet zomaar nog panden worden neergezet in de historische binnenstad. “Wij zullen op een gegeven moment echt moeten komen met structuur en bestemmingplannen”, drong Parmessar aan.

Huizen zullen volgens nieuwe standaarden gebouwd moeten worden. De huidige bouwtechnieken garanderen geen veiligheid en bescherming bij natuurrampen. Het land krijgt steeds vaker te maken met rukwinden, haalde Parmessar aan. Binnenkort zullen in bouwvergunningen strengere eisen worden gesteld voor bijvoorbeeld de dakconstructie.
“Je kunt een heleboel ordening brengen maar de natuur is niet te bedwingen. We zullen ons moeten aanpassen als we niet ten onder willen gaan aan de krachten van de natuur.”