DNA-databank opzetten makkelijker gezegd dan gedaan
09 Apr 2014, 06:00
foto


Het opzetten van een DNA-databank bij justitie blijkt makkelijker gezegd dan uitgevoerd. Bij de behandeling van de ontwerp dinsdag in De Nationale Assemblee bleek dat de regering het parlement op veel vragen antwoord zal moeten geven en overtuigen van vooral de rechtspositie van personen die vrijwillig of verplicht hun DNA-gegevens afstaan om onderzoek te doen in strafzaken.

Onder andere Harish Monorath (Nieuw Suriname) heeft indringende vragen gesteld aan de regering over hoe het staat met het zelfbeschikkingsrecht en andere nationale en internationale verdragen over de privacy van de burgers.
Alle parlementariërs die aan het woord zijn gekomen bij de behandeling van de ontwerpwet zijn van mening dat het wetsproduct voorbij gaat aan tal van vraagstukken. Zij willen duidelijkheid van de regering hierover. Minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken zei, als vertegenwoordiger van de regering in het parlement, dan ook dat er meer tijd nodig zal hebben om het wetsontwerp te corrigeren. Hij vreest dat de regering deze week niet in staat zal zijn de gestelde vragen te beantwoorden.

Veel sprekers hebben er problemen mee dat gegevens uit de databank aan meerdere personen worden toevertrouwd. In het wetsproduct worden onder andere genoemd, de directeur van de Coördinatie Unit Forensisch Onderzoek (Cufo), de officier van justitie en de politieambtenaar belast met het onderzoek. De parlementariërs vinden dit teveel en zijn van mening dat zeker die bevoegdheid bij de politieambtenaar moet worden weggehaald. De regering zal bij haar beantwoording moeten aangeven op welke wijze de bescherming van het dna-materiaal zal zijn gegarandeerd.

Beheer belangrijk
In de ontwerpwet wordt aanbevolen dat slechts een door de regering aan te wijzen instantie, beheerd door het Cufo, het DNA-materiaal mag verzamelen. Bij de beantwoording zal de regering moeten aangeven welke instantie dat is, of het dezelfde Forensische Dienst zal zijn die nu bekend is bij de politie. Het parlement wil weten waar het materiaal zal worden opgeslagen, welke beveiligingsvoorschriften er zullen gelden, wat het profiel van de directeur van het Cufo en van de andere leden zal zijn. Er zijn ook vragen over hoeveel het opzetten en beheren van een DNA-databank zal kosten.

De DNA-databank zal gegevens bevatten van personen, (verdachten), van wie het vermoeden bestaat dat zij direct of indirect betrokken zijn bij een onderzoek naar een strafdelict. De gegevens worden verzameld uit wangslijmvlies, bloed, haarwortels en zo nodig andere biologische testen. Over het algemeen zijn alle leden voorstander van het op te zetten DNA-databank, maar vinden wel dat de invoering daarvan en de wettelijke grondslag zo goed mogelijk aangepakt moeten worden. Het parlement hoopt deze week nog het wetsdocument, samen met het aanpassen van het Wetboek van Strafrecht om verslaafde verdachten te verwijzen naar een behandelcentrum, te kunnen aannemen.

Wilfred Leeuwin
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May