Column Rappa: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 6

“Ai Ron, ik zag je zitten, daar, ondrotenti, je applaudisseerde zo fo die kandidaat-ministers, ja mang, if’ie sjie a mang, voorste rij, applaus op commando.”
“Give him a big hand, ja mensen, effe applaus voor Kromosietoemopawiro, volgens mij...”
“Maar Kries hier zit te mokken, want hij hoort zoveel Pawirokromo’s en geen enkele Azizpersadchandrikadjotehsingh.”
“Ja natuurlijk, want dit kabinet is geen weerspiegeling van de samenleving. Dat zei John Krasmidath ook. Zie je, eerst laat men massaal Chinezen over ons heen spoelen, dan dit nu.”
“Jij weer met je etnisch argwaan. Een regering is pas goed als je vier Vene’s, drie Kriesjes, twee Kromo’s, twee Bala’s, één Ham Taw, twee dogla’s, een boeroe en een halve Indiaan erin hebt, want is een afspiegeling van de samenleving.”
“Natuurlijk, dan herkent een ieder zich.”
“Je bedoelt: dan is elke etnische groep gerustgesteld, want dan kunnen ‘zijn’ mensen geregeld worden, sit kong.”
“Dat is hoofddoel van het beleid van de ouwe politiek: set sma kong. Eerst onszelf op de beste posities regelen en op het laatst, op de valreep, het voetvolk, de vlaggenwappers.”
“Net als op milieubeheer.”
“Maar ik ben het wel met jullie eens dat al dat frontse geregel op het laatst, al die benoemingen niet kunnen. Nu zie je wat de ware aard van die zogenaamde ouwe politiek is, soso regel dingsrefi. Maar regel a kondre? Niets daarvan!”
“Ja, nu zien jullie het zelf, maar de vorige week hadden jullie toch zo een kritiek op de gekozen president dat die in een hotelswiete kantoor hield, daarmee zoveel belastingsgeld verspilde en zo. Maar die huidige VeePee wil een lichtmotor thuis, dan hoeft hij bij de zoveelste stroomuitval van de EBS niet meer in het donker te zitten.”
“O ja, want anders kan z’n elektrische poort niet open.”
“En misschien spoelt z’n elektrische toilet niet door.”
“Ja, maken jullie maar gemene opmerkingen; hij heeft de RvM toch hoe dan ook vijf jaren gedraaid.”
“Dat was z’n werk, hoe dan ook, daarvoor werd hij dik betaald uit ons belastingsgeld en dat wil niet zeggen dat hij daar nu een lichtaggregaat voor moet opeisen! Hij heeft genoeg verdiend om er zelf eentje te kopen.”
“Hij is toch een man uit het volk? Wel, laat hij dan maar net als dat volk lekker genieten van het donker, dat hij zelf mede als beleidsvoerder heeft veroorzaakt.”
“Laat hij die motor geven aan een weeshuis of een streekziekenhuis of dat geld ervoor aan al die duizenden trouwe aanhangers van hem die na al die jaren Oranje in de regering nog steeds geen elektra en leidingwater hebben en aan modderige binnenwegen wonen zonder zelfs een zakelijke titel op hun grond.”
“Maar grond wordt nu via LVV wel verdeeld aan bepaalde bonzen die nog rijker moeten worden.”
“Daarom hebben zovele Oranje-aanhangers op de Paarse partij gestemd, niet om partijbonzen tot minister te laten bombarderen, maar om een nationale leiding te ondersteunen die toen al, na 1980, voor hun arme ouders heel veel heeft gedaan.”
“Nou, die cowalisie van jouw Baas zit ook vol met zulke figuren, kijk maar naar dat gerommel in Njoen Sranan.”
“Nieuw Suriname, ooooh land van mijn drooo-men, staaa-tig bespoeeeeeld door de ruiiiiisende zeeeeee...”
“Sjaak, ga zitten, je bent hier niet bezig met Suriklop.”
“Maar mi lob’a strategie foe Baas: meneer, zijn jullie het oneens met elkaar, vechten jullie om wie die positie moet krijgen, wel, dan kom ik met mijn kandidaat en dan mag je die adopteren of niet, die wordt dan minister.”
“Zo is die Koopkamerman toch als VeePee gekandideerd? Dan Lonneman adopteer’ing.”
“En Er-AA, Romeo Alfa op O-Wee; van Campagneleider tot Minister. De twee hondjes vechten om een been en de derde gaat er ras mee heen.”
“En die Groenepartijman op HI, Mis-kan ’t niet. En voorie Het Hoge Hart van Cee-El-Oooo is het ermee eens.”
“Dus zie je hoe die kleine indiaanse jongen dat ding regelt? Veertigduizend ambtenaren worden rustig gehouden en daarmee voorkomt hij rommel op het potten- en pannenfront.”
“Maar die ouwe groene driftkikker sprak van ‘overloper’, aan ’t Kruisland met die overloper!”
“Zelfs tante Ruthetrutte was boos, maar die Maikel Misman kon nooit eerder redelijk gefaciliteerd worden door de Groenen; die dachten alleen maar aan hun eigen kliekjes regelen, en nu Baas hem accommodeert, dan sma e boos!”
“Hetzelfde merk ik bij de PvO, de Partij van Oranje, din mang foe Kries. Die voelen zich ernstig benadeeld, geen van hun soort in de regering.”
“Dat was hun eigen keuze, want Baas heeft al vanaf het begin en zeker het langst met hen gesproken, maar men had onredelijke eisen, soso regel densrefi den bin wani.”
“Hoe bedoel je, praat duidelijk, kom niet met valse beschuldigingen. Mijn voorzitter had moeite met de kandidatuur van die cocaïne-veroordeelde en mensenrechtenschender als president.”
“Ja, maar eerst praat hij wel uren met hem en daarbij eiste jouw voorzitter zichzelf als president op en toen dat godzijdank werd afgewezen, moest z’n dochter VeePee worden, alleen maar dat pappie toch een stevige vinger in de pap kon blijven hebben. En toen ook dat godzijmetons werd afgewezen, toen pas was het Leiden in last.”
“Is niet waar, je zegt zomaar dingen, je....”
“Ik heb dat niet van iemand van onze kant, maar van iemand van jullie kant, die er de hele tijd bij was en het ook niet eens was met jullie voorstellen. Daarom zitten jullie met al je kader en kundigheid in de oppositie.”
“Idem dito met de Groenen en als eentje ja zegt, is die meteen een overloper.”
“En dat er geen Oranjes in de regering zijn, is ook niet waar; die Boeddhavrouw die op Financiën komt, nog wel op een sleutelpositie, komt uit de Oranje-gelederen, althans ze lijkt op de Oranjes.”
“Oranje boven, Oranje boven, leve de Boedha-vrouw, we hebben de wereldcup, ja, we hebben de wereldcup, geen woorden, maar daahaaden, ja, bier en tieten, bier en...”
“Sjaak, hier is niet Het Vat tijdens het WeeKaa, en je morst met je sopie.”
“Ik ga tante Jenny zeggen; er moet een wet komen: op het moment dat de verkiezingsuitslag bekend is, mogen er geen benoemingen, bevorderingen of mutaties meer plaatsvinden.”
“No problem, dan worden die zaken vóór de verkiezingsuitslag gerealiseerd.”
“Nu pas werkt de Raad, alsof de ministers wakker zijn geworden, boi, if joe sjie stukke san e teken.”
“Teken, teken à la dol, din sla op hol ini ding bol, dat is me geen lol, mik din rol lik wan tol, bika din vol....”
“En joe dol, want je giet je vol. Sjaak, rustig met die sopie. Dalijk ga je naar huis, dan ga je die vrouw slaan.”
“Jim, don’t worry, die vrouw slaat hem.”
“Maar meester Maurits zat mooi vast daar op Milieubeheer; de politie moest hem naar buiten begeleiden.”
“Is die bond weer, die stookt mensen op, en een paar schreeuwers ga je altijd vinden. Maar ga diezelfde schreeuwers zetten om te harken of hun administratie in orde te maken, dan zijn ze opeens ziek. Stelletje ongemanierd!”
“Of ze zijn bami gaan kopen om de hoek of zitten de hele dag aan de diensttelefoon.”
“John, no tak san so, want je was ook een van die 40.000, en je weet dat het maar een groep is die het bij de ambtenarij te bont maakt, maar dat een groot deel keihard werkt.”
“Ja, net als op het examenbureau, mi gado, fa ding mang mik so wan fout.”
“Ongelooflijk, inderdaad, al jaren weet men hoe men dat het werk voor Nederlands moet opstellen en hoe de antwoorden afgewogen moeten worden.”
“Okay, dat kan gebeuren, maar waar is de controle?
Mijn hemel, we zijn overgeleverd aan amateurs en analfabeten.”
“Overdrijf nou niet, je dramatiseert dingen.”
“Maar we maken ons weer eens goed belachelijk.”
“Zie je, toen mi mati Pineut bin taki, dan vonden jullie: hij is ordinair, hij moest die minister niet zo beledigen, hij doet als een oema-wentje, hij zeurt, en dat soort dingen. Maar hij krijgt nu groot gelijk, hij had toch tijdig aan de bel getrokken over die situatie daar bij het Examanbureau?”
“Niet voor niets is die stonfoetoe van daar, die Radjah-mevrouw, uit pure ellende weggegaan.”
“Ja, maar in dit land mag je de waarheid niet zeggen, want dan tast je belangen aan en dan mot je opzoute.”
“Net als die internist bij ’sLands; die krijgt een schrijven van de leiding dat er ontslag voor hem is aangevraagd bij ATM, omdat hij met zijn uitspraken en handelingen in een opinieblad enorme schade heeft toegebracht aan het imago van ‘sLands.”
“Ja, maar die jongens uit Holland denken dat ze hier alles mogen spuien. Hier moet je slijmen met de leiding, al zie je in wat voor een toestanden er heersen. Opkomen voor arme mensen wordt hier niet toegestaan.”
“Zie je, weer een van onze broeders die verdrukt wordt.”
“Jij ziet weer etnische spoken, maar volgens mij schuilt hier meer achter.”
“Waar rook is, is vuur.”
“En wat zeg je dan van al die perikelen bij het vormen van de nieuwe regering?”
“Wel, als die NS vindt dat zij door dictator Baas belazerd zijn, dan moeten ze maar in de oppositie en dat is dan hun einde, want nergens anders zullen ze ooit nog binnenkomen.”
“Of die Harriesj-jongen die jouw Baas bij de 34-ste stem zo heftig om de hals vloog, blijft in de kawolasi en gaat over in de NDP.”
“Dan moesten ze onderling maar niet zo vechten om de ministerspositie. Nieuw Suriname vecht erger dan oud-Suriname. Daarom, jongeren zomaar naar voren stoten is niet altijd de oplossing. Daar zitten vaak echt hongerige jonge haaien tussen, soso vreet din dati wani, en het liefst op onze kosten.”
“Ja, ja, daarmee probeer je dat ouwe-mannetjes beleid van je Frontclub goed te praten. Ga je voorzitter maar een lichtmotor cadeau doen uit jullie partijkas, niet uit onze belastingskas.”
“En jullie mogen maar geld opmaken, eentje van jullie wil zelfs een nieuwe hal bouwen voor de volgende presidents-inauguratie en een apart hotel voor de hoge gasten, het stijgt naar jullie kop!!”
“Hoge gasten die een voor een niet meer komen.”
“Blijf jij maar luisteren naar je Radio Nederland Wereld-domroep en hun ophitspraatjes.”
“En waarom kon je Bermbaas het weer niet laten om een aantal van zijn landgenoten weer eens een sneer te geven?”
“Wat bedoel je? Waar heb je het over?”
“Ober, meer ijs, meer ijs, het wordt heet hier.”
“Waarom moest hij zeggen dat de ontwikkelingshulp opgedroogd is...”
“Maar dat is toch zo, nou mag hij niets meer zeggen.....”
“Wachte, la me uitpraten, ja, dat is zo, maar waarom moet hij er dan achteraan zeggen dat wie die hulp nog wil, snel naar Zanderij moet gaan? Dat zeg je als partijleider op je berm, okay, maar dat zeg je niet als gekozen president. Nu ben je die papa van het hele volk, dus ook van degenen die nog van Holland en de ontwikkelingshulp houden.”
“Kries heeft een punt, Ron, met dit soort uitspraken verpest hij het niet alleen voor zichzelf, maar ook voor ons, want hij is onze aankomende president, en geen schreeuwer meer op de berm.”
“Heren, Breaking News, ik krijg hier net een sms’je van een connectie, de governor van de Centrale Bank is overleden.”
“Is niet waar, kan niet, laatst heeft hij nog een decoratie gehad.”
“Wacht, ik ga even op de site van Starwarnews, even,...”
“Sang, we hebben Bluckbarry of hoe die nieuwste rage ook heet.”
“Blackberry, die dingen gaan als waran boroe.”
“Daarvoor heeft men wel geld voor over, maar om een beetje meer voor stroom of water te betalen, nee hoor, alleen maar bezwaren.”
“Ga jij maar betalen, ik niet, aha, ja hoor, het is waar, the governor is er niet meer. Kijk hier staat het.”
“Saaang, hij heeft niet eens mogen genieten van z’n pensioen.”
“Een markante Surinamer is heengegaan.”
“Altijd de rust zelve.”
“Een van de talenten die na 1980 de kans kreeg zich te ontplooien.”
“La we tussen Lach en Jopie op het Plein een standbeeld van hem zetten, of zijn afbeelding op de bankbiljetten of op een munt afdrukken.”
“Eh heren, met alle respect voor deze grote man, maar ik denk niet dat hij dit zou willen. Hij heeft zijn werk gedaan, in moeilijke tijden en onder moeilijke omstandigheden, maar zijn beeltenis op het Plein of op bankbiljettenbeelden, nee....”
“Heren, ik stel voor een waardig afscheidswoord: moge hij in vrede rusten, hij is ons voorgegaan.”
“Ja!”

Rappa