Brunswijk daagt politieke partijen uit voor krachtmeting

De Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelings Partij (ABOP) is volgens voorzitter Ronnie Brunswijk sterk aan het groeien. Daarom daagt hij overige politieke partijen uit voor een krachtmeting. Dit zei hij zondag tijdens de installatie van tien kernen te Houttuin in het district Wanica. Volgens Brunswijk wordt momenteel slechts de NDP gezien als een geduchte tegenstander. "En als de NDP niet oppast wordt zij geëvenaard of voorbijgestreefd".

“Ik daag ze uit anno 2014. Ik daag PL uit, ik daag de BEP uit, Ik daag DOE uit, Ik daag de VHP van Santokhi uit, ik daag de SPA uit, ik daag de NPS uit, ik daag zelfs de NDP uit. Laten zij komen met een massameeting om zo de kracht tussen partijen te meten. Dan ga ik bewijzen dat de ABOP geen kleine partij meer is. Mek den seki. NDP wan kan seki nanga ABOP. Maar den musu luku bun want kande mi psa den dalijk”. Partijen durven volgens hem niet om massameetings te houden, omdat ze bang zijn voor een slechte opkomst. Brunswijk meent instaat te zijn 30.000 kiezers op de been te brengen. Dit zal hij ook bewijzen tijdens een massameeting van de partij op 25 mei in het André Kamperveen Stadion. “Ik maak de eerste stap voor deze krachtmeting, laten ze komen”. Hij zal op deze dag ook het partijprogramma naar 2015 toe presenteren.

De groei van de ABOP is volgens Brunswijk onvoorstelbaar groot. Was het in 1996 nog zo dat de partij moeite had om mensen te vinden voor de kiezerslijsten, nu kan over het gehele land invulling hieraan worden gegeven, gaf de politicus aan. “ABOP leek een doodgeboren kind. Maar nu zien we dat de aanhouder wint en we hebben de hoop nooit opgegeven. We hadden de ideeën over hoe we dit land vooruit wilden brengen en verder ontwikkelen, echter hadden we de macht niet. Vanaf 2005 hebben we een ommekeer gezien en is de partij volgens hem niet meer weg te denken als het gaat om ontwikkeling van dit land. "Het is nu tijd dat de ABOP haar plaats opeist. Partijen moeten nu weten dat ze met ABOP moeten komen samenwerken en niet omgekeerd”.