Belfort gaat akkoord met vrijlating 105 gedetineerden

105 gedetineerden komen in aanmerking om in vrijheid te worden gesteld. Minister Edward Belfort is bezig de beschikkingen voor de voorwaardelijke invrijheidstelling (vi) te tekenen en in orde te maken voor geleiding naar de inrichtingen. Hij weet dat mensen deze kwestie, waar gedetineerden recht op hebben, zullen aangrijpen om met modder te smijten.

De bewindsman om commentaar gevraagd, zegt dat het normaal is dat gedetineerden in aanmerking komen voor vi. Als ze twee derde van hun straf hebben uitgezeten en ze zich goed hebben gedragen, kunnen ze wettelijk in aanmerking komen voor vi. Dit recht van gedetineerden is verankerd in artikel 29 tot en met 33 van het Wetboek van Strafrecht.

Volgens de minister is dit geen nieuwigheid. De vorige regering, in deze de minister van Justitie en Politie, heeft deze regeling ook toegepast. Echter was er een formulier ontwikkeld waarbij het recht van de gedetineerden teniet werd gedaan. Ook de vi-commissie onder leiding van de procureur generaal die de aanvragen ter goedkeuring moet geleiden naar de minister, werd gedesavoueerd. "Wanneer beschikkingen werden doorgestuurd naar de minister om getekend te worden, werd dan via een secretaresse middels dit formulier naar willekeur gehandeld over wie in aanmerking komt voor vi. De wetsartikelen en bevindingen van de commissie werden ter zijde gelegd", stelt de bewindsman.

Recht van gedetineerden
De vi-commissie is in de afgelopen tijd in vergadering geweest. Het resultaat is dat 105 gedetineerden in aanmerking zullen komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling. "Het is een recht van de gedetineerde waaraan niemand mag komen. Als wij niet volgens de wet handelen, krijgen we als Staat ook een kort geding op ons dak. En dan zal je ook de vi moeten uitvoeren", voert Belfort aan.

De minister zegt dat aan een structureel goed functionerend resocialisatie systeem wordt gewerkt. Volgens hem was er nooit een beleid. Resocialisatie is nodig voor de vorming van de gedetineerden tijdens hun detentieperiode, zodat ze niet terugvallen in handen van de justitie. Het blijkt namelijk dat ruim zestig procent wel terugvalt in de criminaliteit. Belfort zegt dat het ministerie vergevorderd is om de nieuwe structuur toe te passen.

De minister merkt op dat hij zich er bewust van is dat deze vi-zaak politiek zal worden verdraaid en in verband zal worden gebracht met de verruwing van de criminaliteit. "We zijn dichtbij de verkiezingen, daarom zullen mensen met vuil smijten en aantijgingen zijn thans aan de orde. Ik ben voorbereid op deze aantijgingen. Echter gaan we door met het beleid om de criminaliteit met alle ten dienste staande middelen de kop in de drukken", stelt Belfort.