'India kan balans brengen in Suriname-Azië relatie'
22 Jan 2014, 15:00
foto
Surinames ambassadeur Aashna Kanhai poseert met haar staf op de ambassade in New Delhi. Van links naar rechts lokale krachten: Anjali Saxena, Gurpeet Dhillon, Ambassadeur Aashna Kanhai, en de Surinaamse diplomaten Naushaa Alibux en Silochane Achterhoven-Bhagoe.


“De bilaterale relatie tussen Suriname en India is niet zichtbaar, maar beweegt wel”, zegt Surinames ambassadeur Aashna Kanhai. Volgens de ambassadeur is de bilaterale relatie Suriname-China beter ontwikkeld in het verleden en de relatie met India komt nu pas echt op gang. “Wij moeten deze relatie aanhalen, daar India een bijzondere bijdrage kan leveren in de ontwikkeling van onze economie. India heeft geld en wij zien steeds meer de trend dat Indiase investeerders bereid zijn miljoenen te investeren in Latijns-Amerika”, zegt de diplomaat aan Starnieuws.

Kanhai geeft aan dat na de regeringswisseling in 2010, het niet vanzelfsprekend voortzetten van de beleidspatronen van de vorige regering en de wederzijdse wisseling van ambassadeurs enkele van de oorzaken zijn waarom de vijfde gezamenlijke commissie vergadering Suriname-India nog steeds niet heeft plaatsgevonden. Zij is ook van mening dat de reden van het steeds verschuiven van de datum door Suriname, komt omdat “het niet haalbaar is om met zoveel ministeries tegelijk tot één punt te komen van dit zijn de projecten die wij gaan indienen. Suriname moet een selectie maken”.

Rol geactiveerd
De Surinaamse diplomaat legt uit dat, “de ambassade in India voorheen geen actieve rol heeft gehad in het voorbereiden van de commissievergadering. Daar heeft deze regering verandering in gebracht en samen met de Indiase vertegenwoordiging in Paramaribo zijn zaken weer op schema gebracht”. Over het doen van projectvoorstellen voor een pot van US$ 30 miljoen, zegt Kanhai dat het meer een kwestie is van “welk project geef je prioriteit om binnen de kredietverlening gefaciliteerd te worden”. Zij concludeert op basis van eigen onderzoek, dat projecten in het verleden “heel eenzijdig en vaak heel willekeurig zijn benut”.

Kanhai gelooft dat gezondheidszorg, onderwijs en infrastructurele werken prioriteitsontwikkelingsgebieden zijn voor Suriname. Het ligt in het verschiet om te kijken of India interesse heeft voor het sociale huizenbouwproject van de regering, “wij hebben tot nu alleen de kredietleningen benut en kunnen veel meer halen uit de relatie.” Als voorbeeld stelt zij de voortzetting van de onderhandelingen met het Indiase Palmoliebedrijf Foods Fats & Fertilizers (3F group). In de lijn van hun productie kijkt ditzelfde bedrijf ook naar het vervaardigen van rijst olie uit de padiekaf in Nickerie.

Interesse bedrijfsleven
Indiase ondernemingen hebben belangstelling in de hout- en mijnbouwsector. Kanhai zegt met deze bedrijven gesprekken te hebben gevoerd en geeft aan dat het staatsmijnbouwbedrijf KIOCL Ltd. in Bangalore interesse heeft getoond voor een government-to-government overeenkomst voor de winning van ijzererts in Suriname. Een delegatie van deze onderneming wordt over twee maanden voor een oriëntatiebezoek in Paramaribo verwacht en twee andere Indiase bedrijven die interesse hebben getoond in het Staatsolie Ethanol-project.

“Ik ben geen voorstander van handelsdelegaties uitnodigen voor een bezoek aan Suriname, maar kies voor een directe benadering via de ambassade in New Delhi” betoogt Kanhai. Twee Indiase bedrijven, gespecialiseerd in huizenbouw, waaronder de Indiase Synergy Thrislington in Chandigarh staan in contact met de Surinaamse overheid. Naast overheidszaken, kijkt de ambassadeur ook naar NGO-projecten voor schenkingen aan bij voorbeeld Surinaamse ziekenhuizen. De Indiase exporteurs die goederen naar Paramaribo verschepen, zullen worden benaderd om te assisteren met de verschepingen. Kanhai is door de regering ook aangesteld als niet-residerend ambassadeur voor Sri Lanka en biedt in maart haar geloofsbrieven aan. Suriname heeft aanvragen lopen in Singapore en Bangladesh.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May