Twintig jaar geëist tegen politiemannen in moordzaak Molius

Tegen de politiemannen, Haroenmohamed Nabibaks en Anielkoemar Kalipsingh, heeft officier van justitie, Roy Elgin, op de rechtszitting maandag voor afpersing en wederrechtelijke vrijheidsberoving van Celius Molius zes jaar celstraf geëist. Voor gekwalificeerde doodslag is veertien jaar geëist tegen de verdachten. Volgens het Openbaar Ministerie hebben de politiemannen de feiten gepleegd met kennis en middelen die zij van het korps hadden.

Elgin deelde mee dat beide verdachten een goed scenario in elkaar hebben gezet. Met deze handelingen hebben de verdachten veel schade toegebracht aan het politiekorps. Elgin benadrukte dat de mannen weloverwogen hebben gehandeld, het slachtoffer doodschoten en hem gedumpt hebben. Hij werd op 29 maart langs de Nieuw Weergevondenweg gevonden. De officier stelde dat de getuigen in alle vrijheid hun verklaringen hebben afgelegd. Meer dan vijftien getuigen hebben deze verdachten herkend op het beeldmateriaal. De Forensische Opsporing kreeg van Elgin een dikke onvoldoende, omdat zij geen onderzoek kon plegen op spullen. Deze waren al geïnfecteerd, omdat velen ze aangeraakt hadden. Elgin vindt dat deze dienst nalatig is geweest hierin.

Deskundigen van het Nederlands Forensisch Onderzoeksbureau (NFO) hebben grove nonchalance geconstateerd in het onderzoek naar de moord op Molius. Zij vinden dat er ook onjuiste gegevens zijn aangeleverd door de Forensische Opsporing van het Korps Politie Suriname. De twee politiemannen hebben vanaf het begin enige betrokkenheid bij deze zaak ontkend.
De handen van het slachtoffer waren geboeid en het lichaam vertoonde tekenen van misdrijf. Hij is door kogels om het leven gebracht. Ooggetuigen hebben verklaard dat het slachtoffer van huis was meegenomen door deze twee agenten. Op 3 en 31 maart zullen de raadslieden Murwin Dubois, Irvin Kanhai en Benito Pick pleiten in deze zaak.