Irwin Kanhai, raadsman van Desi Bouterse, wil vijf Nederlanders horen die in de begin jaren tachtig een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van Suriname. De krijgsraad gaf toestemming om kolonel Bas van Tussenbroek, die militair attaché is geweest, op te roepen als getuige a decharge. Deze man blijkt echter sinds in 2008 overleden te zijn.

Kanhai zegt desgevraagd aan Starnieuws dat hij niet wist dat Van Tussenbroek overleden is. "Wij moeten snel doen, straks zijn er nog meer mensen overleden. Maar als Van Tussenbroek dood is, hoeft hij niet te verschijnen", zegt Kanhai. "Als ik wist dat hij niet meer leefde, zou ik hem niet op de lijst hebben geplaatst", voegt hij eraan toe. De raadsman moet er ook voor zorgen dat hij de juiste adressen van getuigen die in buitenland wonen doorgeeft.

Hoewel de lijst van 25 personen, die Kanhai wil horen bij de krijgsraad en de vervolging was, hadden ook deze instanties niet door dat Van Tussenbroek intussen is overleden. De woordvoerder van het 8 december strafproces, Marjory Sanches, zegt dat de krijgsraad de relevantie van de te horen getuigen toetst. De krijgsraad gaat niet na of de getuigen nog in leven zijn. Bij de dagvaarding zal blijken of de personen die opgeroepen worden, aangetroffen zijn.

Getuigen die worden gedagvaard, zijn verplicht om te verschijnen. Maar over buitenlandse getuigen heeft de krijgsraad geen zeggenschap. Wanneer die niet willen verschijnen, kunnen zij niet gedwongen worden om te verschijnen. Bij getuigen in Suriname gelast de krijgsraad 'medebrenging' als ze niet uit zichzelf verschijnen.

Op 6 augustus zullen in de zaak-Bouterse vier getuigen gehoord worden die door Kanhai zijn opgebracht. Het gaat om Benny Brondenstein, Iwan Dijksteel, Ernst Geffery en Athy Gorré. Zij kunnen ontlastende verklaringen afleggen tegen Bouterse, die hoofdverdachte is in deze zaak.

(Foto: Larry Sangali)