Krijgsraad geeft Kanhai fiat om overleden Van Tussenbroek te horen

Irwin Kanhai, raadsman van hoofdverdachte Desi Bouterse, krijgt toestemming van de krijgsraad om 21 van de lijst van 25 getuigen te horen. Twee deurwaarders en procureur-generaal Soebhas Punwasi zijn door de krijgsraad van de lijst gehaald. Kanhai had eerder ervan afgezien om rechter-commissaris Albert Ramnewash te horen. Kanhai wil vijf buitenlandse getuigen horen, onder wie de toenmalige Nederlandse militair attaché, kolonel Bas van Tussenbroek.

De getuige die Kanhai wil horen en waar hij vandaag van de krijgsraad toestemming voor heeft gekregen, blijkt in 2008 te zijn overleden. De raadsman noch de krijgsraad schijnt hiervan op de hoogte te zijn. Van Tussenbroek begon zijn carrière als militair in Suriname in de koloniale periode. Vanaf 1981 tot 1983 was hij militair attaché op de Nederlandse ambassade in Suriname. Na zijn pensionering woonde hij tot aan zijn dood in Brazilië.

Vaak is gesuggereerd dat Van Tussenbroek een belangrijke maar ook dubieuze rol heeft gespeeld in Suriname. Hij volgde in 1981 kolonel Hans Valk op als militair attaché in Suriname nadat steeds duidelijker werd dat de blauwdruk voor de coup in 1980 van kolonel Valk afkomstig was.

Ook Valk, ex-ambassadeur Max Vegelin van Claerbergen, Koen Koenders, die voor de Nederlandse inlichtingendienst in het geheim een onderzoek deed naar het opheffen van de Nederlandse missie en Peter van Haperen, die zegt kennis te hebben van een tegencoup en voor de Nederlandse inlichtingendienst zou hebben gewerkt, zullen als getuige worden gehoord. Kanhai wil ook twaalf medeverdachten en Ivan Graanoogst horen. De eerste vier getuigen a decharge worden op 6 augustus gehoord. Dat zijn: Benny Brondenstein, Iwan Dijksteel, Arthy Gorré en Ernst Geffery.