Randjietsingh gebelgd over gouddeal Surgold

Nieuw Front-fractieleider Radjkoemar Randjietsingh zit met veel vragen over de overeenkomst die de regering met Surgold (Suralco/Newmont) heeft getekend. Hij merkt op dat aan de ene kant bij de ondertekening is gezegd dat het geld er al is, maar de governor van de Centrale Bank van Suriname, Gillmore Hoefdraad, zegt dat opzoek wordt gegaan naar een lening van US$ 200 miljoen. Eerder had Hoefdraad aan Starnieuws gezegd dat er vier opties zijn. Het geld zal na februari nodig zijn, wanneer Newmont goedkeuring geeft aan de operatie.


Randjietsingh zegt aan Starnieuws dat de overeenkomst nadelig is voor Suriname. Dit had hij ook gesteld in De Nationale Assemblee. Volgens de politicus zijn de belangen van de multinationals beter beschermd dan die van land en volk. Hij wil nog steeds antwoorden op vragen die hij al gesteld had tijdens de behandeling. Randjietsingh wil weten wat het kostenplaatje is voor de investering die gedaan zal worden. Wat zijn de maandelijkse kosten voor de participatie van 25% in de goudmijn?

Geen zeggenschap
In het parlement is de vraag gesteld waarom zo een overeenkomst wordt goedgekeurd zonder een haalbaarheidsstudie. Hoe kan de beoordeling plaatsvinden? De statuten van de Surinaamse werkmaatschappij zijn ook niet bekend. Wat zijn de bevoegdheden van de bestuurders? Hoe zit het met de beslissingsprocedure? Randjietsingh meent dat Suriname als soeverein land geen zeggenschap heeft in de activiteiten, maar betaalt wel mee. "Suriname heeft slechts achteraf controle zonder sanctie mogelijkheden. Suriname heeft geen effectieve zeggenschap over het beheer van de vennootschap, ook niet bij bedrijfsactiviteiten, onvoorziene uitgaven, aankoop van derden rechten, verkoop en export van goud en andere delfstoffen, beschikking over en behoud van alle opbrengsten, bij inkoop van alles, bij aantrekking van personeel, bij bepaling en betaling van service fee’s aan het buitenland, etc", betoogt de fractieleider.

Surgold zegt US$ 270 miljoen in tien jaar te hebben geïnvesteerd. Suriname moet voor 25% zich inkopen in deze investering. Randjietsingh vraagt zich af of het geld wel doelmatig is uitgegeven. Hij vindt het vreemd dat zolang over de exploratie is gedaan door zo een gigant. Volgens de Mijnbouwwet zijn de exploratiekosten voor rekening van Surgold, meent de volksvertegenwoordiger. Surgold mag de kosten aftrekken van de toekomstige winsten. "De vraag is of Suriname de initiële inbreng (voor de 25% participatie), ook zal mogen aftrekken uit de toekomstige winsten, is onbeantwoord en in de overeenkomst onbehandeld gebleven".

Inbreng Suriname
Randjietsingh vindt dat in de overeenkomst alles goed is geregeld voor de multinationals, terwijl Suriname keiharde US dollars moet neertellen. Het eigendomsrecht op alle reserves aan goud en andere delfstoffen in het exploratiegebied, 3.600.000 troy ounces (100.000 kg), zal niet gelden als inbreng van Suriname. "Is dit redelijk naar het Surinaamse volk toe", wil de politicus weten.

Overeengekomen is dat een gebied van interest van 400.000 ha gereserveerd wordt voor Surgold. Een uitzondering wordt gemaakt voor anderen indien Surgold dat wenst. Suriname is verplicht de gevraagde rechten in dit gebied te verlenen aan Surgold binnen een korte periode. "Indien Surgold rechten verkregen in het gebied van interest, inbrengt in de samenwerking, zal hierdoor de waarde van de 80% participatie stijgen. Betekent dat niet dat Suriname de waarde van zijn 25% participatie ook zal moeten opwaarderen en die meerwaarde moeten betalen aan de multinational? Overeen is gekomen dat Surgold alle verkregen of aangekochte rechten mag inbrengen in de samenwerking. De Staat Suriname mag dat niet". Randjietsingh vraagt zich af welk belang gediend wordt met de overeenkomst. Hij hoopt dat de antwoorden nog zullen komen.