Onderwijskwaliteit of de kwaliteit van het onderwijs?
21 Nov 2013, 17:30
foto


Op zondag 3 november verscheen op Starnieuws, van de hand van de heer Bert Eersteling, het artikel: “Wat is onderwijskwaliteit?”
Alhoewel ik het niet eens ben met enkele stellingen in dit artikel, zal ik de beperkte ruimte die de redactie van Starnieuws mij geboden heeft, gebruiken om slechts enkele aspecten van onderwijskwaliteit te belichten.

Om te beginnen wil ik in plaats van onderwijskwaliteit praten van “de kwaliteit van het onderwijs op een school/onderwijsinstelling”. Deze keuze doe ik om het eerste aspect te belichten n.l.: de verantwoordelijkheid voor de handhaving c.q. verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Zelf vind ik dat de verschillende actoren die verantwoordelijkheid uit de weg gaan en voortdurend geneigd zijn de vinger naar anderen te wijzen en vergeten daarbij dat drie vingers naar zichzelf wijzen.

Definitie
Een ander aspect is de definitie. Ik sluit mij aan in de rij van personen die stellen dat het begrip onderwijskwaliteit moeilijk definieerbaar is. Doordat het uiteindelijke doel van onderwijsbeleid, het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, is het soms heel lastig voor beleidsmakers en uitvoerders om precies te identificeren en een juiste keuze te doen van wat er dan verbeterd moet worden.

Ruud Dorenbos, Koos van Dijken en Jeroen Korthals (2012) hebben voor hun onderzoek gekozen voor een definitie gebaseerd op leerprestaties en sociaal – emotionele vaardigheden (cognitieve – en niet cognitieve vaardigheden). Het uitgangspunt blijft echter dat de onderwijskwaliteit van een school/onderwijsinstelling moet blijken uit de opbrengsten van het onderwijs op die school/onderwijsinstelling: met name de meetbare opbrengsten uit de leerprestaties in de basisvakken zoals als rekenen, taal en lezen. De andere leergebieden zoals sociale vaardigheden en creatieve vorming mogen hierbij echter niet verwaarloosd worden.

Jaap Scheerens (2013) onderscheidt daarom bij zijn onderzoek naar de leerprestaties van een school/onderwijsinstelling output-, outcome - en impactindicatoren:
1. Output-indicatoren worden beschouwd als de meest directe leeropbrengsten van de school; in de meeste gevallen gemeten aan de hand van schoolonderzoeken en centrale examens.
2. Outcome-indicatoren, zoals het aantal leerlingen dat zonder vertraging de schoolperiode afrond.
3. Impact-indicatoren zijn indicatoren die betrekking hebben op het maatschappelijk functioneren van leerlingen, die een bepaald onderwijsniveau hebben bereikt.

CIPO-model
Aansluitend op het voorgaande beschrijft Scheerens in zijn rapport het Context Input Proces Output (CIPO) model, welk naar mijn inziens gebruikt kan worden om de kwaliteit van het onderwijs op een school/onderwijsinstelling te meten en te verbeteren. Dit is het laatste aspect, welke ik wil belichten in dit artikel.

De onderwijsinspectie in Suriname heeft ruim 5 jaar terug reeds stappen gezet om het CIPO - model in te voeren bij de meting van de kwaliteit van het onderwijs op scholen. De landen met toonaangevende onderwijsinspecties in de wereld, hebben het CIPO-model, welke goedgekeurd is en aanbevolen wordt door de UNESCO, uitgewerkt en aangescherpt door middel van een uitgebreid stelsel aan kwaliteitsaspecten en kwaliteitsindicatoren. Voor een uitgebreide beschrijving van het CIPO - model is het aan te bevelen de volgende rapporten te bestuderen:
- Ruud Dorenbos, Koos van Dijken, Jeroen Korthals, Naar een verbetering van de onderwijskwaliteit in de stad, Den Haag, 11 juni 2012.
- Jaap Scheerens, Hans Luyten en Jan van Ravens, visies op onderwijskwaliteit met illustratieve gegevens over de kwaliteit van het Nederlandse primair en secundair onderwijs, Universiteit Twente 2013.

De vraag is wat doet de onderwijsinspectie in Suriname, het aangewezen apparaat dat moet zorgen voor de meting van de kwaliteit van het onderwijs op een school/onderwijsinstelling. Het antwoord hierop is dat de inspectie het voortouw zal moeten nemen om een concept set van standaarden op te stellen waaraan alle scholen in Suriname zullen moeten voldoen. Dit concept zal door alle onderwijsactoren zoals de onderwijsvakbonden, ouderverenigingen etc. moeten worden besproken en aangenomen. De minister van Onderwijs en Volksontwikkeling kan, vooruitlopend op een staatsbesluit, per beschikking deze standaarden goedkeuren en vaststellen. Hierdoor zal het voor een ieder duidelijk zijn aan welke eisen een school/onderwijsinstelling moet voldoen, daarnaast wordt het mogelijk voor het Minov (de Onderwijsinspectie) om transparante kwaliteitsonderzoeken te doen en periodiek de standaarden bij te stellen.

Tot slot wil ik dit artikel beëindigen met een citaat van de onderdirecteur van Onderwijs, Roy Narain, welke verschenen is op Starnieuws van 13 November 2013: “Met het afleggen van de eed of belofte belooft u uw werk als inspecteur zo goed mogelijk te doen en zorg te dragen voor handhaving van de kwaliteit van het onderwijs”.


Milton Top
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May