President Bouterse hoeft niet meer naar Boxel

President Desi Bouterse zal nooit meer naar Boxel hoeven te gaan om getuigenis af te leggen in het 8 december strafproces. Als verdachte is Bouterse niet verplicht te verschijnen op de zitting. Hij is tot nu toe, sinds het proces op 30 november 2007, nooit verschenen. Dit hoeft hij ook niet te doen omdat een verdachte niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Als hij niet op de zitting komt, kan de krijgsraad hem daartoe niet dwingen.

Verschillende verdachten zijn op de zitting gehoord als getuigen. Een getuige is verplicht te verschijnen na een dagvaarding. Als de getuige weigert, wordt er medebrenging gelast door de krijgsraad. Bouterse is tot nu toe niet opgeroepen als getuige. Deze mogelijkheid is definitief voorbij, nu Bouterse gekozen is tot president en op 3 augustus in deze functie wordt beëdigd.

Artikel 283 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat de president van de republiek slechts als getuige wordt gehoord nadat hij daartoe zijn toestemming heeft gegeven. Hij wordt in dat geval ten paleize door de president van het Hof in bijzijn van de griffier beëdigd en als getuige gehoord. De afgelegde verklaring zal, mits ter terechtzitting voorgelezen, als aldaar afgelegd worden aangemerkt.

Vrijdag wordt de krijgsraadszitting voortgezet. Dan zal de krijgsraad bepalen welke van de 25 getuigen die raadsman Irwin Kanhai in de zaak-Bouterse wil horen, opgeroepen zullen worden. Intussen heeft Kanhai aan 'Times of Suriname' meegedeeld dat Bouterse 'definitief niet naar Boxel gaat'. "Bouterse zal zich volledig inzetten voor Suriname en zal geen tijd verliezen met de zitting", aldus Kanhai.

(Parlementsvoorzitter Jenny Geerlings-Simons en gekozen president Desi Bouterse drukken elkaar de hand. Foto: Henry Carbière Falls)