Trinidadiaan plant verdeling pot met ex-directieleden Surpost
17 Oct 2013, 00:00
foto
Er is een memorandum of understanding getekend waaruit blijkt dat het geld verdeeld moest worden.


Op de rol die rechter Sieglien Wijnhard donderdagmorgen in behandeling neemt, staat de zaak van Surpost gepland. De drie verdachten Carlo Godliep, Steve Ravenberg (ex-directieleden) en ex-douaneambtenaar Oemar Kariman zullen wederom in de rechtszaal verschijnen. Terwijl de raadslieden Joan Nibte en Vallery Pique de onschuld van hun cliënten proberen te bewijzen, duiken er steeds meer documenten op. Hieruit blijkt dat een Trinidadiaanse consultant de pot moest verdelen met de toenmalige directieleden.

Advocaat Nibte voerde op 20 juni aan dat Ravenberg het bedrijf financieel geordend heeft, waardoor jaarrekeningen aanzienlijk verbeterd zijn. Alle bedragen zijn volgens de raadsvrouw in de boeken te vinden. Advocaat Pique stelde op de rechtszitting van 17 mei dat justitie met een ondeugdelijk stuk in de hand zijn cliënt Godliep in verzekering heeft gesteld en hem verdenkt van strafbare feiten. Uit documenten, waarop Starnieuws de hand heeft kunnen leggen, blijkt het anders te zijn.

Drie hoopjes
Khemraj Nanhu, een Financial, Marketing and Management consultant uit Trinidad, werd door de toenmalige directeur van Surpost, Carlo Godliep, aangetrokken voor het bedrijf. Dit gebeurde in de periode 2005 en 2006. Op 15 november 2010 werd in een memorandum of understanding opgenomen dat het totaalbedrag van US$ 778.000 gelijkelijk verdeeld zou worden tussen Nanhu, Godliep en Steve Ravenberg.

Op 14 februari 2009 berichtte Nanhu aan Godliep dat er nog een openstaande rekening was van US$ 420.045. Deze rekening dateerde van 31 augustus 2006. Beide bedragen bij elkaar opgeteld was de openstaande rekening van Surpost US$ 1.208.045.

Slordige administratie
In het Tjong A Hung rapport van 2006 is opgenomen dat Surpost diensten van derden aantrekt door slechts een of geen offerte op te vragen. Volgens artikel 8 van de statuten van Surpost behoeft de directie goedkeuring van de raad van commissarissen voor het aangaan van verbintenissen boven SRD 100.000. Ook is in het rapport geconstateerd dat niet alle leningen tijdig en systematisch worden afgestemd met de externe overzichten. Gebleken was dat de rente, boeterente en andere kosten op leningen niet periodiek en tijdig in de financiële administratie worden overgeboekt en verwerkt.

Bij de jaarrekening van 2004 van Surpost bleek dat er leningen en voorschotten waren verstrekt, waarvoor er geen leenovereenkomsten waren opgemaakt. Daarnaast moesten de openstaande bedragen nog geïnd worden. In 2007 waren deze bedragen verder toegenomen. Per 31 december 2004 had Godliep een bedrag van SRD141.712 als voorschot opgenomen. Op 31 oktober 2007 werd dit bedrag SRD 266.443.

Geld op andere rekening gestort
In de beschikking van 2 februari 2010 staat er dat een bedrag van 2 miljoen SRD in vier termijnen gestort zal worden op de aangegeven rekening van Surpost op RBC-bank. Het eerste gedeelte, een bedrag van SRD 500.000 werd wel op het aangegeven rekeningnummer van Surpost gestort. Vanaf de tweede overmaking tot en met de vierde, een bedrag van 1,5 miljoen SRD werd op het rekeningnummer van Suriname Real Estate and Logistic Company N.V. (SREL) gestort. Dit bedrijf heeft als oprichters Godliep en Wilfred Budike, elk 50 procent van de aandelen en werd op 16 november 2007 omgezet in een Naamloze Vennootschap.

Godliep fungeerde als president-commissaris en als waarnemend directeur. Doordat het bedrag van SRD 1,5 miljoen op de rekening van SREL gestort werd, is de schuld van Surpost niet terug gebracht. De RBC- bank schreef op 25 oktober 2010 een brief met een kopie naar de toenmalige directeur van Financiën, Adelien Wijnerman, over de schuld die niet teruggebracht was. Op 23 april 2010 werd een bedrag van SRD 500.000 gestort op de rekening van SREL. Op 16 juli 2010 werd in een keer een bedrag van 1 miljoen SRD overgemaakt.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May