Granisma
30 Sep 2013, 09:00
foto


Ze werden geboren in de eerste helft van de vorige eeuw en hun gemiddelde levensverwachting was met minder dan 71 jaar, heel laag. Er zijn in ons land maar dertigduizend ouderen, nauwelijks 6% van de bevolking.
Suriname was in ‘hun tijd’ een ‘stille plantage’ en Paramaribo een groot dorp waar bijna iedereen elkaar kende. De grote wereld was nog ver weg. Af en toe kwam er een schip uit Nederland naar de kolonie in De West en veel later zelfs een ‘vliegmachine’. Een reis naar het binnenland was een expeditie die meerdere weken duurde. De straten in Paramaribo waren van zand met open goten aan weerszijden. Het verkeer bestond uit voetgangers, fietsers, ezelkarren en later een enkele auto. Bijna niemand had elektrisch licht, stromend water of telefoon.

Hun leven werd bedreigd door ongeneeslijke ziekten als filaria, longontsteking, yaws, lepra, tyfus, dysenterie, difterie, tetanus, tuberculose, kinderverlamming, syfilis en bilharzia. Velen stierven in het kraambed en in de kinderjaren. ‘Geneesheren’ deden wat ze konden maar de geneeskunde en sanitaire voorzieningen stelden in die dagen nog niet veel voor. Wie ziek werd had weinig kans op herstel en grote kans om te overlijden. Het leek erop dat er niets aan te doen was, net zoals tegenwoordig met de sterfte in het verkeer, door geweld of ongezonde gewoonten, maar ze hebben de strijd tegen het onheil aangedurfd en veel verbeterd.

Ze werkten op het land, in de rijstvelden, bij de kap van suikerriet, op houtvlotten op de rivieren, op zoek naar balata of goud in het bos, in bauxietmijnen en in de huishouding. Als ondergeschikte ambtenaren verleenden ze later hand- en spandiensten aan het koloniale bestuur. Ze kenden hun plichten en hadden weinig rechten. Er was veel armoede en berusting.

Twee wereldoorlogen trokken, niet enkel op afstand aan hen voorbij en eisten hun tol. Maar ook daarna hield het geweld in de wereld aan, eerst tussen kapitalisme en communisme, daarna tussen democratie en dictatuur en nu tussen beschaving en extremistische barbaarsheid.
Ze brachten nieuwe generaties ter wereld, de eerste sinds de onafhankelijkheid. Mediocratie, onervarenheid en illusies voerden het land naar de rand van de afgrond. Ze zagen hun tradities, normen en waarden afbrokkelen en moesten toezien hoe wetteloosheid, materialisme en decadentie hun Switi Sranan in korte tijd veranderden in een ontredderd, zorgelijk land.

Daarna volgde de lange weg naar herstel - ook van het geschonden zelfvertrouwen - en van de wederopbouw zonder de steun van veel vooral deskundige landgenoten die het nodeloze onheil niet wilden ondergaan en het voor gezien hielden.
Nu zijn onze ouderen een rustige, beschaafde, vriendelijke en geduldige bevolkingsgroep die met weinig tevreden is en nog steeds weet hoe het hoort. Ze kennen hun plichten en hebben het zelden over hun rechten. Na al die levensjaren hebben ze de wijsheid verkregen die hen zo minzaam, fatsoenlijk en eerbiedwaardig maakt. Ze zijn soms afhankelijk van onze zorg en dankbaar voor de hulp die hen wordt geboden.

Ze zijn ons voorland en ons voorbeeld. Een prachtig voorbeeld van plichtsbetrachting, beschaving en fatsoen dat navolging verdient. Een nieuw Switi Sranan is hun innige wens en misschien wel de beste wijze om hen te eren.
Granisma grantangi.

Theo Hiemcke
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May