Column Rappa: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 2

“Jongoe, dat was me een gedoe rond dat gedoe van Cassie met die gemarkeerde stembiljetten.”
“Die man heeft z’n gezicht verloren; zoiets verwacht je niet van een pas beëdigd assembleelid.”
“Maar het mooiste is, dat hij het zelf aan sem frontlijders met lange ij geopenbaard heeft.”
“Natuurlijk, om z’n loyaliteit aan den leider te etaleren, zodat hij nog wat kan krijgen bij het verdelen van de koek.”
“Nu valt er niets te verdelen, er is geen koek, niet eens left-overs.”
“Da Richerd Call-oe taki:... dat Castelen eerst openlijk vertelt wat hij heeft gedaan om het dan te herroepen, getuigt niet van de grootste slimheid op aarde.”
“J’è kwalamasa, dat is netjes gezegd, maar hatelijk venijnig.”
“Da hoe vind je deze van een luisteraar die naar de radio sms’t: Somo is geen oppositie, Somo is geen coalitie, maar middensitie.”
“Ai, die is goed, mang. Dit volk is faarlijk creatief in dit soort dingen.”
“Wacht, ik heb ook eentje voor jullie. Toen men Vene had gevraagd of het geen tijd werd om de leiding van de partij over te dragen, zei hij toch dat hij in dat geval niet wist aan wie moest worden overgedragen. Da wan luisteraar taki: Laat hij de leiding dan maar overdragen aan pater Tjoennie.”
“Wiewaahaahah, tjakkes, da’s een goeie!!”
“Nou, jullie hebben het over leuke uitspraken; ik heb een leuke verspreking fo jullie, nog erbij tijdens die eedsaflegging laatst in DNA. De fungerend voorzitter las voor: ”Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.” En dat ene nieuwbakken assembleelid, poti, vol van de zenuwen natuurlijk, zegt:”Zo waarlijk helpe God mij allemachtig.”
“J’è lawsi-plawsi, wahahaha.”
“A no kang, je jokt!”
“Ik heb het gehoord, en ik weet precies nog bij welk assembleelid, het ging zo snel, volgens mi a jongen sreef no merk a sang op.”
“Maar Baas heeft een nieuwe geïntroduceerd: Kom me geen Franchepaneverhalen vertellen. Eerst doelde hij op de VeePee, nu op anderen.”
“Hij is z’n eigen Franchepane-, Stanvaste- en Bokkepootvertelsels zeker vergeten.”
“Eh, zeggen jullie geen nonsens over de aanstaande president.”
“Hopelijk verschijnt hij deze zittingsperiode wat regelmatiger, anders zet deze voorzitter hem er ook uit.”
“Eh Kries, no tak law-law sani; altijd heb je kritiek op hem. Maar als men kritiek op die opa’s van jullie heeft, worden jullie boos.”
“Maar je kan zeggen wat je wil, maar tante Jenny scoor nanga pasgeopend perscentrum foe DNA.”
“Da Somo praat a gemis foe dati tijdens zijn vijf jaren voorzitter goed, door te zeggen dat hij geen perscentrum nodig had, want de pers kon altijd bij hem de kamer binnenlopen.”
“Ja, als hij daar niet met partijzaken bezig was.”
“Eh John, je zegt onverantwoordelijke dingen.”
“Nee, echt niet. En was er niet een rechtszaak geweest van z’n ex- lijfwacht die bepaalde kwitanties buiten het assembleegebouw zou hebben aangenomen.”
“Ach, is niet bewezen, is ouwe koeien uit de sloot halen om politiek te scoren.”
“Dat doen jullie toch ook steeds met die 8 en 9 decembergebeurtenissen?”
“Da wat, is om jullie in jullie eigen moorddadig vet gaar te smoren.”
“Nou ga je te ver, dit pik ik niet!”
“Barkeeper, ijs, meer ijs, mensen raken verhit hier.”
“Hij kan een hele bucket brengen, want ook Kries is zeer verhit sinds hij heeft gehoord dat Abob het ministerie van Justitie en Politie toegewezen heeft gekregen.”
“Waarom, beste Kries?”
“Waarom? Waarom? Nu ga je criminaliteit zien bloeien.”
“Je bedoelt dat criminelen opeens weer hardwerkende burgers gaan beroven en mishandelen?”
“Ja, ja, dat bedoel ik, dat wil je toch horen?”
“En dat was dankzij die superminister Tjandrika teruggedrongen.”
“Ja, ja, helemaal.”
“En die 90 kilo coke, die verdween ook helemaal.”
“Dat was een set-up om hem in diskrediet te brengen.”
“Wahahaha, dat is pas een Franchepaneverhaal! Waarom moest er dan zelfs een leugendetectorteam uit de US komen om de verdachten aan te tonen? En nu opeens worden verdachten aangehouden, opeens!”
“Ja, maar het was toch Lonnie die zo dwarslag met dat verdrag met die Fransen die tot weet-ik-veel-hoeveel kilometer op ons grondgebied mochten komen om criminelen op te pakken?”
“Inderdaad, maar jouw Olifant en jouw Sheriff waren, en zijn nog steeds, toch deel van die regering, waarom hebben ze het toegestaan dat Lonnie toen de zaak kon dwarsbomen? Waarom hebben ze dat verdrag niet principieel doorgedrukt en klagen ze nu pas, nu ze zelf hebben besloten om geen deel te nemen aan de nieuwe regering, zogenaamd om die Bouwtah, oh, wat een machtig en gevreesd man moet dat zijn, wat een power moet hij toch hebben, een ieder is bang om met hem samen te werken.”
”We zijn neks bang voor hem, maar het gaat om het principe...”
“Jaaah, wat een Franchepane-argument. Jullie hebben die Boutah al die tijd gewoon misbruikt om een gemeenschappelijke vijand in stand te houden om zo dat djoteh-front, die Eigen-belangen-club, bij elkaar te houden. Nu back-fajjert het op jullie. Jullie hebben die man al die tijd negatief populair in stand gehouden, jullie en die kliek daar in politiek Den Haag.”
“Barkeeper, meer ijs, meer ijs, ze gaan elkaar zo meteen Beppen en Aboppen hier.”
“En toen tijdens de Frontregering vanaf 2001 maar geen president van het Hof van Justitie benoemd kon worden, wat deed jouw Haati mera saathi-partij toen? Justitie was toch van jullie? En weet je waarom er maar geen Hofpresident benoemd kon worden?”
“Er waren geen geschikte kandidaten.”
“Hou je tante maar voor de gek. Er waren genoeg kandidaten, maar zij die moesten volgen -bij het Hof werken ze met anciënniteit, met aantal dienstjaren- waren wijze, ervaren en gerespecteerde rechters, maar ze leken op jou en niet op jouw zittende president. Daarom kon er maar geen Hofpresident komen en moest die ene die niet op jou leek, maar meer op hun, maar waarnemend blijven, totdat die twee die op jou leken en het niet mochten worden, óf gefrustreerd waren weggegaan, óf waren heengegaan.”
“Dat is niet waar, dat is...”
“Neks no fouta, leve Bouta!”
“Hé, Sjaak begint weer dingen uit te kraaien, geef hem geen sopi meer.”
“Neks no kang, ik ben niet bang.”
“Hé Sjaak, demp je geluid, wil je, mensen kijken naar ons.”
“Neks no moet, dat is koet. Lonnie n’a mi honnie.”
“Over Lonnie en Abop gesproken, hebben jullie die ene flinke jongen met dat lichtgrijs pak met das gezien op die Abop-structurenvergadering? F’a a jongen bin ning baka?”
“Ja, ja, hij zei tegen Lonnie: Voorzitter, ik wil je niet bedreigen... “
“Ja, juist, hij, mi lob’a dati, echt een mondige kerel, hij heeft de naam van een Franse wijn...”
“Tavian.”
“Nee koebie, Tavian is geen wijn, maar Franse palm.”
“Oooh, bordoow, ja Bordeaux-wijnen, ja, a jongen ning zo, hij was opgestaan met z’n grijze pak, jas en das, netjes mang! En, da jongen taki: Laat is laat, dus lasi tang lasi.”
“Dat slaat op de poging van dat Front-plus-plus-alles-Blok min Mega en DOE, dat snel in elkaar getimmerd werd om dat Bowtah-blok in de oppositie te krijgen. Zag je opa Ro niet breeduit smilen bij de ondertekening.”
“Maar dan Baas tik’a onderhandeling abra. En je weet hoe Delta Bravo onderhandelt, net als een tank: Ik moet met m’n troepe die brug bereiken, anders mi dede, dus dan mi val aan, dwars a boesi, al moet ik een paar eigen mannen opofferen; wie niet weg is, is plat; wie me niet volgt, krijgt neks; wie me volgt, krijgt wat; wie me helpt, krijgt zes ministeries plus VeePee. Punt uit en wie daar binnen me troepe niet mee eens is... pief-paf-poef-klap-klap!”
“D’a Lonneman djompo abra namens A-Comb, a teken snel-snel op een geheime locatie, a lieb die Ellende, a lieb die Landrover.”
“Kies ding mooi, die hebzuchtigen.”
“Politieke hebzucht leidt tot politieke zelfmoord.”
“Toch probeert die landrover met de one-million-dollar-schoppende-schoen op de een of andere manier toch een soort gewicht in die politieke schaal te leggen, hij is wel creatief op dat punt.”
“Hoe? Z’n rol is nu toch uitgespeeld?”
“Ie law, pa-è de ete. Papa Wong Pienter is er nog! Nu probeert hij Carl de Kristen over te halen met z’n ene zetel de Volksalliantie te steunen, zodat die dan een preskandidaat kan voordragen, en die mag Carl zijn.”
“Als Carl hapt, is dat z’n politieke dood.”
“Dat weet onze Doeman, want Martin Sggg. adviseert ons Carltje goed.”
“Maar Carl heeft geen kans, waarom zet Somo hem dan toch als preskandidaat?”
“Dat is dat gemene. Somo weet dat ook; hij zegt dus: Carl neem jij Pres, mooi toch, dan mag ik VeePee voordragen, toch Carl. Zie je het al voor je? Die rechtschapen, eerlijke, christelijke President? Dan gaat hij proberen om met die VeePee-kandidaat van’em toch iets binnen te halen. Want daar richt die fight zich op. Pres is al zeker Bouta of wie hij in z’n plaats naar voren schuift. Het gaat om de VeePee-post.”
“Somo zegt: een capabele vrouw.”
“Amofo als VeePee, wi want skatje.”
“Eh Sjaak, tap’ie mofo now.”
“Zag je Lonneman geld uit z’n Hommer voor de markt verdelen? Vroeger in Moengo, nu in de stad. Dat is democratie op niveau, hier, kom keld halen.”
“Deze wordt nog eens president, wat ik je brom.”
“Hij is tenminste eerlijk en zegt de dingen recht fo z’n raap.”
“Lonnie op Justitie en Politie.”
“Toen VHP en toen SPA daar zaten, zei niemand wat. Toen de NPS overgewaardeerd was tijdens de afgelopen regering, zei niemand wat. Nu wij Marrons de kans krijgen met zes ministeries, één lawaai, alles gaat crimineel worden in ons land, wij zijn overgewaardeerd, en dat soort bla-bla. Een vorige Justitieministers is toch in de gevangenis beland, net als een Openbare Werken-man, een Landbouwminister bijna en een andere was constant in opspraak met allerlei drugstoestanden heel dicht om hem heen.”
“En dan die vreemde uitlevering van Rogier Khan, bijvoorbeeld.”
“Door witte mannen, verdoofd en met zak op z’n hoofd weggehaald uit de gevangenis en op het vliegtuig gezet.”
“Had Lonneman dat niet in DNA nog wel, uit de school geklapt en opa Ro wist niet hoe hij op deze info moest reageren, weten jullie dat nog?”
“Rogier Khan heeft wraak gezworen voor dit verraad, dat heb ik uit Guyanese bron.”
“Jij hebt ook allerlei verdachte connecties.”
“No tak san zomaar, m’o baks’ie’”
“IJs, meer ijs, ze worden weer heet hier.”
“Daarom rijdt de Sheriff sinds toen met zoveel volgwagens en heeft hij zoveel bodyguards en is z’n woonbuurt afgeschermd.”
“Terwijl je gewoon elk tijdstip van de dag langs het huis van de president kan rijden.”
“Wat insinueren jullie hierzo? Sheriff heeft veel vijanden omdat hij een strak beleid voert en vooral de drugscriminaliteit flink te lijf gaat.”
“Ja, en dat knullig gedoe rond die 90 kilo coke?”
“Wat leuter je steeds over die 90 kilo, pas op dat het die club van jou niet is.”
“In dat geval, mi boi, dan hingen ze al lang aan de hoogste boom.”
“Jullie zijn gewoon jaloers dat iemand van mijn kant zo een goed beleid heeft gevoerd.”
“Da waarom kon hij dan niet eens samenwerken met z’n korpschef?”
“En was het verkeer nooit eerder zo een chaos?”
“En worden er valse rijbewijzen verstrekt, waar de leiding zelf van zegt daar niets tegen te kunnen doen, heb je ooit, dat is me een goed beleid!”
“Eh, dit gaat te ver, ik stap op, ik kom hier niet meer, jullie gaan straks gillen als die djoe...ik bedoel, als,...ahum.”
“Ja, kijk maar niet naar mij, zeg maar wat je wilde zeggen.”
“Eh no Raoul, no tak san so, je weet dat ik niet zo denk, maar dat hele gedoe met etnische groepen enzo, dat frustreert me...”
“Okay, okay, ga weer zitten, tik wan sani tap mi rekening, maar Kries, zeg eerlijk, dat etnisch ding hebben jullie ouwe partijen toch al die jaren in stand gehouden, wij toch niet? Wij komen pas kijken. En als wij met succes diezelfde lijn volgen, is het opeens niet meer goed. Het was goed toen de NPS, de VHP en de KTPI het deden, de zogenaamde Samenwerkende Partijen van toen. Nu schreeuwen ze en maken ze hun achterban weer eens bang. Maar Kries, joe nanga mi na mati, sinds de lagere school. Moeten we ruzie krijgen om dit politiek gedoe. Nee toch, dat is het toch niet waard? Vandaag krijgen wij ruzie en morgen werken zij weer samen. Ja toch?”
“Inderdaad, maar we moeten de zaken wel eerlijk bekijken.”
“Geen probleem daarmee, daarvoor hebben we toch jarenlang samen gestudeerd? Wel dan. Op naar een beter Suriname voor alle groepen.”
“Des for less mess en no klets.”
“Sjaak, tapoe!!”
“Holland e lasi, wiens ding krasi: Spanje n’a basi.”
“Sjaak!!!”
“Beide hebben ons eens veroverd, wat een kiek.”

Rappa