De 10 misslagen van Wim Bakker
13 Aug 2013, 10:00
foto


In het artikel op Starnieuws van 10-08-2013: Wat leert Leguanapark ons over decentralisatie? is duidelijk te proeven, dat de schrijver, Wim Bakker, die een autoriteit is op het BOG (Bureau voor Openbare Gezondheidszorg) in conflict is met één of meer van de districtscommissarissen (dc’s), die meer dan voorheen thans bestuurshandhavend optreden, waardoor het centraal instituut als BOG binnen de centrale overheid ingeperkt wordt in zijn bewegingsvrijheid. Door in het nauw te zijn gedreven door de dc’s worden er rare sprongen van de hak op de tak gemaakt (zie de 10 misslagen hieronder), wordt er van alles en nog wat op een hoop gestapeld, ook het voorval van Leguanapark er bovenop, om daarmee het ondeugdelijk bestuur van de dc’s aan te geven, en schroomt niet ook decentralisatie daarin mee te slepen, zeker niet zonder enige bedoeling. Dat doet Bakker met een kennelijke bedoeling, zoals hij het zelf verwoordt voor het behoud van zijn “dominante positie als een gecentraliseerd bestuurlijk instituut (BOG)” binnen de centrale overheid, die verder versterkt moet worden, en waar er geen ruimte is voor bestuurlijke decentralisatie. En hij houdt een pleidooi voor een machtig centralistisch bestuur in Suriname. Hij begaat daarbij de ene misslag na de ander. Zie hieronder 10 misslagen van Wim Bakker op een rijtje.

In ieder geval, hij heeft tegen zich de Grondwet, de Wet Regionale Organen, de Interimwet Financiële Decentralisatie, De Nationale Assemblee, Jules Wijdenbosch (ex-president), Ronald Venetiaan (ex-president), Desi Bouterse (de huidige president), het College van Districtscommissarissen, het College van Districtsraden, de Ressortraden, de Wereldbank, OAS, UNDP, EU, IDB en het Institute for Democracy and Electoral Assistance, gevestigd te Stockholm (IDEA), dat de wereld oproept op te passen voor centralistisch ingestelde regiems (sterke centrale overheden) die de toekomst van de democratie op de helling zetten.

Koloniale wetgeving
De eerste misslag is de opmerking, om de dc’s niet te accepteren als wettige vertegenwoordiger van de president c.q. van de regering en van elke minister afzonderlijk. Vervolgens een mening op na te houden, dat de dc’s hun bevoegdheden halen uit verouderde, in onbruik geraakte koloniale wetgeving. Niets is minder waar: Alle wetten, waaruit de dc’s hun positie en bevoegdheden halen, zijn van na de onafhankelijkheid: De GW (1987), de WRO (1989), het Staatsbesluit Instructie DC’s (1991), de Interimwet Financiële Decentralisatie (2003).

De tweede misslag, het bagatelliseren van het beleid van decentralisatie van de opeenvolgende regeringen Jules Wijdenbosch (1996-2000), Ronald Venetiaan (2000-2010) en D.D. Bouterse (2010 tot heden), alsof decentralisatie er is ter verzwakking van de minister van R.O. en versterking van de positie van de dc. Hiermee demonstreert Bakker geen boodschap te hebben aan (i) de Grondwet (Suriname is een gedecentraliseerde eenheidsstaat), (ii) de Wet Regionale Organen (Op regionaal niveau kent Suriname regionale Bestuursorganen als dc, districtsbestuur, dr- en rr-leden met eigen autonome taken en bevoegdheden), (iii) de Interimwet Financiële Decentralisatie (Districten hebben hun eigen districtsfonds en een zelfstandige begroting en financieel beheer en genereren hun eigen inkomsten) en weigert te accepteren het door het DLGP –na versterking van het bestuursapparaat – geoperationaliseerde artikelen 47, 48 en 49 van de Wet Regionale organen met “inderdaad”: vergaande bevoegdheden van de dc, die ook de vergunningverlenende instantie is c.q. het districtsbestuur (waarin min. v VG ook zit) . Zie art. 47 lid 1(a) bestuurshandhaving door toezicht op de naleving van alle wettelijke regelingen, (b) handhaving van de openbare orde, (g) toezicht op openbare gezondheidszorg, en het nemen van harde maatregelen tegen overtreders, ingevolge art 48 en 49.

'Programma met veel ophef'
De derde misslag is eigenlijk meer een onderschatting, om de inmiddels door het decentralisatieprogramma doorgevoerde hervormingen/veranderingen onder te brengen onder de noemer van populisme en deze weg te wuiven als “een programma met veel ophef….”. Duidelijk is hiermede aangetoond, dat het besef en de ernst niet is doorgedrongen dat het College van Districtscommissarissen met goedkeuring van de minister van R.O. een strak beleid heeft uitgezet en ook uitvoert:
De bestuursambtenaren hebben de instructie alle bedrijven te bezoeken voor controle op de naleving van de vergunningsvoorwaarden. Er wordt ook met name gelet op toestanden die regelrecht een aanslag betekenen op milieu en gezondheid, zaken die een gevaar vormen voor de plek waar de beroepen en bedrijvigheden worden uitgeoefend en zodoende de openbare orde en veiligheid ernstig aantasten. Er wordt, in tegenstelling tot het gedoogbeleid van voorheen serieus ingegaan op de klachten vanuit de gemeenschap. De bestuursdienst gaat niet langer wachten met optreden pas na indiening van klachten, en ook niet op verantwoordelijke instanties, die verzuimen op te treden, maar er wordt voortaan ambtshalve opgetreden en tijdig ingegrepen. Er komt weerstand van de zijde van de ‘overtreders’ en ook instanties, die zich voor hun falend beleid aangesproken voelen. Er wordt niet getornd aan hun rechten om beklag te doen bij hogere instanties, indien zij zich benadeeld voelen.

De vierde misslag die opvalt, is de eigenwijze constatering, dat de districten geen capaciteit hebben, is een miskenning van een enkeling, die weigert de uitkomst van het decentralisatieprogramma dat met technisch en financieel bijstand van de IDB wordt uitgevoerd, onder ogen te zien: rehabilitatie van alle commissariaten met nieuwe secties als Districtsmanagement Team, Afdeling Districtsfinanciën en Planning, Burger Informatie Center, Civieltechnische Unit, afdeling Milieu en Gezondheid, ICT - Afdeling, voorzien van modern meubilair, modern kantoorapparatuur, eigen server met ICT -voorzieningen, financiële en data management systemen, (iii) financiële en begrotingsstelsels in de modernste software, gestructureerde burgerparticipatie, service balies voor kwalitatieve dienstverlening aan de burgers, management en vaktechnische trainingen van dc’s, staf en personeel, maken van ressort en districtsplannen, (iv) genereren van eigen inkomsten, (v) capaciteit om in eigen beheer werken voor te bereiden en uit te voeren, en (vi) uitvoeren van eigen kapitaalinvesteringswerken overheid (US$10 miljoen) als bestrating van wegen, ontwatering van woongebieden, vuilophaal en -verwerking, openbare markten, waar de centrale overheid geen omkijken naar heeft, enz. Betreft een totaal nieuwe situatie, waarmee BOG -topman kennelijk onbekend is of redenen heeft om daaraan voorbij te gaan voor zijn verhaal van centralisme, want hij noemt de uitgevoerde projecten van het districtsbestuur samen met burgers “karuwir’faya”.

Ontgoochelend
De vijfde misslag is een politieke aanslag op het beleid van president Bouterse, die districtskinderen tot dc benoemt. Kennelijk volgt daarop een politiek antwoord.

De zesde misslag is de persoonlijke interpretatie van en inzichten over de positie van de dc, waaraan zonder meer voorbij moet worden gegaan, omdat de positie van de dc overduidelijk en gedetailleerd is geregeld in de wet: de grondwet, het Staatsbesluit Instructies dc’s, de Wet Regionale Organen en honderdtallen administratieve wetten, die de dc diverse taken, rollen en bevoegdheden toebedelen. Het aanmatigen van die stoel van het bevoegd gezag om de wet te interpreteren, is ongepast.

De zevende misslag is ontgoochelend, want het kan nimmer zo zijn, dat zowel het BOG, dat afdelingen in de districten heeft en het Districtsbestuur als afdeling van het ministerie van R.O. “beide” in het district te beschouwen als gedecentraliseerde diensten van de overheid. De man getuigt hiermee, dat hij geen weet heeft van wat ‘deconcentratie’ is en wat ‘decentralisatie’ is, wat territoriale decentralisatie is en wat functionele decentralisatie is, en zich dus op super glad ijs begeeft. Geen behoefte om op die passages met onjuiste veronderstellingen in te gaan.

De achtste misslag is bij het aangeven van de overlegstructuur voorbij te gaan aan de bij wet ingestelde overlegstructuur en werkarmen, en dat is het districtsbestuur met vertegenwoordigers van de ministeries, waarin het ministerie van Volksgezondheid is vertegenwoordigd (hoort te zijn vertegenwoordigd),en samenwerkt met de districtscommissaris om zodoende uitvoering te geven aan de wettelijke taak van het districtsbestuur, zoals vermeld in art. 47 Lid 1, sub “het houden van toezicht op de openbare gezondheidszorg…”, dat op het commissariaat de door decentralisatie ingevoerde nieuwe afdeling Milieu en Gezondheid ter beschikking heeft.

Democratie op de helling
De negende misslag is het prijzen van de oude situatie met veel speelruimte/bewegingsvrijheid voor het BOG en andere centrale diensten binnen en buiten de ministeries (een soort vrijspel) en het miskennen van de veranderde situatie door decentralisatie, die de toolbox van de districtscommissarissen/het districtsbestuur heeft aangevuld en conform de nieuwe wetgeving heeft verscherpt en operationeel gemaakt met de bedoeling de ministeries en centrale instituten daarbinnen en buiten een sterke werkarm aan te bieden, meer in de context van complementair bestuur (centraal en decentraal) ter wille van efficiëntie, effectiviteit, doelmatigheid en kostenbesparing. Er wordt niet getornd aan elkanders bevoegdheden. Hierdoor haalt de bevolking het beste rendement uit de veelheid van diensten van de centrale overheid en decentrale overheden. Het jammerlijke in deze is, de miskenning en daardoor het niet benutten van de decentrale tools, en zich centralistisch opstellen als de baas van de lokale autoriteiten, die bij wet hun eigen autonome taken en bevoegdheden hebben.

De tiende misslag is een genadeslag in een poging om decentralisatie weg te cijferen met argumenten die niet ter zake doende zijn (eigen bedenksel om valselijk en misleidend aan te geven als zou surveillance van besmettelijke ziekten, de milieu-inspecties en de organisatie van public health interventies, onderwijsinspectie, drinkwatercontrole, inspecties van restaurants en andere bedrijven worden gedecentraliseerd), en dan te propageren voor het centralisme, niet wetende dat concentratie van macht wereldwijd gefaald heeft als de dictatuur van het centraal bestuur, zo erg, dat zelfs de democratie op de helling is gezet.

'Geen bestuurlijke decentralisatie'
Het is goed om voor eens en voor altijd op een rijtje te zetten of er nationaal en internationaal draagvlak is voor de stelling van Wim Bakker, die zegt: “Geen bestuurlijke decentralisatie”….”het is duidelijk dat we in ons project van natievorming veel meer het accent moeten leggen op versterking van de centrale overheid”. “De samenhang van nationaal en lokaal bestuur kan het best worden gegarandeerd door een dominante positie van gecentraliseerde bestuurlijke instituten” (...als BOG? en andere...).

De Grondwet en WRO: Suriname is een gedecentraliseerde eenheidsstaat en kent regionale organen als districtsraden, ressortraden en districtsbesturen, in overeenstemming met de beginselen van participatie-representatie democratie (o.a. artikelen 159, 164).

Ex-president Jules Wijdenbosch in 1996: “Elke dag dat we niet decentraliseren, handelen we in strijd met de grondwet”, een uitspraak die leidde tot voorbereiding en uitvoering van het decentralisatieprogramma door de opeenvolgende regeringen (v.a. 1998 tot heden), voorts, zegt Wijdenbosch als Staatsadviseur : “dat hard moet worden gewerkt aan de attitude van ministers en topambtenaren (centrale bestuurlijke instituten, waar Wim Bakker het over heeft), die niet veel van hun macht willen loslaten. Ze zullen ownership van het decentralisatieprogramma moeten nemen” (14 april 2011 in de vergaderzaal van de RvM).

De Nationale Assemblee (DNA) 25-03-2003 keurt de Interimwet Financiële Decentralisatie met algemene stemmen van zowel oppositie als coalitie goed.
Ex-president R.R. Venetiaan kondigt de Interimwet Financiële Decentralisatie af (S.B. 2003 no 33).
De huidige president D.D. Bouterse: 15-02-2013
“Decentralisatie van regelgeving en bestuur is een voorwaarde voor de ontwikkeling van het land. De dc’s hebben een spilfunctie bij het decentralisatieproces.Voor diegenen (ministers en centrale instituten) die nog steeds de politieke macht willen vasthouden, en niet willen teruggeven aan het volk moeten begrijpen, dat op termijn, het volk de dc moet gaat kiezen.

Het Districtsraden Collectief: “Decentralisatie Programma is ‘a people’s project”.
Basharat Ahmadali, Directeur Decentralisatieprogramma:
Decentralisatie laat zich moeilijk uitleggen, je moet het gewoon uitvoeren. De uitkomst wordt altijd omhelst.
Institute for Democracy and Electoral Assistance, gevestigd te Stockholm (IDEA).
IDEA stelt, na in 1999 ingesteld onderzoek, waarbij 100 landen waren betrokken, op te passen voor centralistisch ingestelde regiems (sterke centrale overheden) die de toekomst van de democratie, gerelateerd aan de trias politica, in gevaar hebben gebracht. Dit democratisch stelsel c.q. de centralistische bestuursvorm hadden/hebben geen antwoorden op velerlei vraagstukken. Ze konden de anderhalf miljard hongerige magen niet ledigen, de corruptie niet bestrijden, de mensenrechten niet waarborgen, de menselijke waardigheden en moraal niet waarborgen, de vrede niet handhaven, de economische groei en stabiliteit niet in stand houden, het corruptief management niet stoppen, de “schaduw economie” die de werkelijkheid verdoezelt niet veranderen, de bevolking geen welvaart en welzijn geven. De conclusie was: En toch moeten we het hebben van die democratie, maar een democratie met een plus. En dat plus is om de beste programma’s te ontwikkelen de democratie te redden. En aan dat plus wenst Wim Bakker een einde te maken!

Attitude loslaten
Internationale organisaties als Wereldbank, EU,OAS, IMF, IDB, UNDP
Zij hebben draagvlak gegeven aan het Programma “Decentralisatie en versterking van het lokaal bestuur”. Een programma, dat nog steeds wordt gezien als één van de belangrijkste instituten van good governance, nl. “gedecentraliseerd bestuur op het niveau van de lagere gemeenschappen”.
De regering van Suriname voert de decentralisatie uit in de termen en volgens de definitie, die aanvaard zijn door de voormelde wereldorganisaties en dat is: Decentralization and Local Government Strengthening Program (DLGP 1998 tot heden).

Tot slot ligt de oplossing simpel in het loslaten van de attitude van dominante positie als centraal instituut binnen de centrale overheid, loslaten van het idee, dat Suriname wederom ooit een bestuur krijgt waar centralisme (machtsconcentratie) hoogtij viert, accepteer de decentralisatie en maak dankbaar gebruik van de tools, die de versterkte gedecentraliseerde districtsoverheden aanreikt met inachtneming van de beginselen van complementair bestuur, dat leidt tot efficiëntie, effectieve, doeltreffende en kostenbesparende aanpak.

De decentralisatie in de context van het DLGP, onze Grondwet en Ontwikkelingsplan 2012-2016, waaraan een ieder (ook Wim Bakker) zich moet houden, gaat onverkort en met voortvarendheid verder. Als mocht blijken dat er bestuursambtenaren, op welk niveau dan ook, zijn, die niet binnen de normen van wet en regelgeving handelen, dan riskeren zij disciplinaire c.q. strafrechtelijke maatregelen. Ons rechtssysteem biedt genoegzaam garanties en zorgt voor de nodige correcties. Het proces gaat gewoon verder.
Elke politieke partij in Suriname, die decentralisatie bij welke verkiezing dan ook bestrijdt, gaat slechte tijden tegemoet.


Mr. Basharat Ahmadali
Directeur van het Decentralisatieprogramma van de Regering “Decentralization and Local Government Strengthening Program” (DLGP)
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May