Onderzoek tegen dc Bink begonnen in zaak kermisorganisator

Kermisorganisator Jairadj Gajadien slaakt een diepe zucht. “Eindelijk is het zover. Na ruim acht maanden is er aandacht besteed aan de aangifte die ik tegen districtscommissaris Ingrid Karta-Bink had gedaan. De aangifte heeft te maken met vier artikelen van het wetboek die overtreden zouden zijn. Er is aangifte gedaan tegen oneigenlijk gebruik van overheidsgezag. Daarnaast is er onterecht geld afgetroggeld en er is sprake geweest van afpersing”, zegt de ondernemer aan Starnieuws.

Deze zaak is dinsdag door de recherche Nieuwe Grond in onderzoek genomen. Nadat de ondernemer aangifte had gedaan tegen de dc werd deze zaak overgedragen aan de recherche. Inmiddels is de ondernemer al gevonnist, want ook de dc had een aangifte tegen hem lopen. Zij voelde zich aangetast in haar goede naam en eer. Door rechter Dinesh Sewrattan is de ondernemer veroordeeld voor een week voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van een jaar.

Bom gaat nu barsten
Gajadien deelt mee dat zijn advocaat Georgette Leter een brief naar de procureur-generaal had geschreven. “De zaak van de dc is behandeld en van mij komt nu pas. En nu zal ik mijn bewijzen tonen. De bom zal nu pas barsten. Toen was ik als verdachte aangemerkt en heb ik niet alles verteld. Maar, nu zal ik mijn bewijzen tevoorschijn halen. Ik ben zo blij, want ik vroeg mij al af of wij echt in een democratisch land leven. Als mijn zaak eerder behandeld was, zou mijn vonnis er anders uitgezien hebben. Ik zou niks hoeven te rectificeren”, zegt Gajadien zelfverzekerd.

SRD 12.000 aan 'tyuku'
Gewestelijk politiecommandant, Robby Ramjiawan, bevestigt tegenover Starnieuws dat er een aanvang is gemaakt met deze zaak. Beide partijen zijn opgeroepen door de recherche van de gewestendiensten, die landelijk opereert. De procureur-generaal heeft groen licht gegeven voor het onderzoek. De dc kan als verdachte worden aangemerkt. In artikel 19 van het Wetboek van Strafvordering staat: 1. Als verdachte wordt aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit.
2. Gedurende de vervolging wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.
Volgens Gajadien had Bink hem SRD 12.000 aan ‘tyuku’ gevraagd om de vergunning, voor het organiseren van kermis in de maand december, te verstrekken. Nadat hij geweigerd heeft om dit bedrag te betalen, heeft Bink hem geen vergunning verstrekt. Gajadien plaatste een bord op het terrein, waar de kermis gehouden zou worden, met als opschrift: 'Geen kermis. Dc Bink is zwanger 6 maanden en 7 dagen. Wil tyuku hebben'. Dit bord werd verwijderd door de politie. Bink heeft aldoor ontkend en gaf aan dat zij zich nooit leent voor dit soort praktijken. Aan Starnieuws zegt Bink dat ze geen reactie zal geven in deze kwestie.

Wanita Ramnath