De Doksenclub heeft een nieuw product erbij. Naast de 'doksi' en de 'doksa' zal nu ook op het menu prijken, de pekingeend, meer bekend als 'kwa kwa'. Het nieuwe product is maandag in restaurant Chi Min geïntroduceerd en journalisten mochten de eerste 'tasting' doen.

De Doksenclub is in 2010 opgericht. Gerard van den Bergh begon met het kweken van eenden, omdat het moeilijk was om op regelmatige basis hieraan te komen. De boerderij moest de continuïteit garanderen. "Vooral bij huwelijken was dat merkbaar", licht van den Bergh toe. "Je bestelt hier twee, daar drie en dan heb je nog een tekort. We zagen een gat in de markt, hebben de eendenfarm opgezet en het resultaat is boven verwachting."

Vraag enorm
Anderhalf jaar gelden heeft de eendenboerderij het ISO 22000 certificaat behaald. De Doksenclub had een afzet van maximaal 2000 eenden per maand geprojecteerd. Er worden nu echter meer dan 5000 doksi's en doksa's aan supermarkten en eetgelegenheden geleverd. Uit onderzoek blijkt dat de vraag naar de pekingeend ligt rond de zevenduizend per maand.

De pekingeend werd gegrild, gebakken en gestoofd aangeboden. Opvallend was de hoeveelheid vlees die opgediend werd. "Daar gaat het nou om", merkt Van den Bergh op. "Normaal als je de bestelling voor een pekingeend doet, krijg je meer bot dan vlees opgediend. Onze eenden zijn een beetje groter en wegen gemiddeld een halve kilo meer. De 'tasting' was geslaagd. Er was haast niets meer overgebleven van de pekingeenden.

René Gompers