Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 155
30 Jun 2013, 22:15
foto
De presidenten Desi Bouterse en Xi Jinping.


“Zo jongens, terwijl een deel van ons netjes hun 140 jaar aanwezigheid hier heeft gevierd, maakt een ander deel zich klaar om 150 jaar FRI te vieren.”
“Ja, en straks een ander met 160 jaar.”
“We zitten maar het verleden te vieren, maar onze toekomst... valt daar iets over te vieren?”
“Suriname, je klampt je zo vast aan je verleden, heb je je toekomst goed ingeschat?”
“Deze tekst is niet van jou, ik ken het van ergens.”
“Is uit een liedje dat gezongen werd tijdens dat toneelstuk van de Koningin van Paramaribo. Schitterend liedje, schitterende tekst. Niet dat suripop-achtig geslijm over liefde, yu lieb mi, m’e kree, mi ati e broedoe, m’e sari, angri e kier mi...”
“Ej, overdrijf niet, wil je. Er zijn juweeltjes onder die Suripopliedjes.”
“Werd er in dat liedje van je ook niet gezongen dat Suriname net als ‘pas-tifi’ gespleten is?”
“Klopt. En het is waar.”
“Echt niet!! We zijn een eendrachtig en vreedzaam volk.”
“Ja, vreetzaam, vooral als het om rommelen in overheidsbrandkasten gaat.”
“Graai-kasten bedoel je.”
“Ondanks al onze etniciteiten, leven we vredig met elkaar.”
“Zo zei Baas in China.”
“Bruine kleine Indiaan uit ‘Kondre nomroe wan’ schudt hand van Gele grote man uit ‘Kondre Kong Fu Njang.”
“Hawg, ik komen met kleine delegatie in grote ijzeren vogel.”
“Jij moet naar de oogarts. Kleine delegatie! Op die propvolle foto was maar een deel van onze delegatie te zien.”
“Was dat dat deel dat op staatskosten is gegaan, of dat deel dat betaald had?”
“Nieuw fenomeen: BAJMBMW.”
“Jij weer met een van je idiote afkortingen. Wat betekent deze?”
“Wel het betekent: Betalen Als Je Met Baas Mee Wilt.”
“Wan toe ondernemer no bin mang go, poti.”
“Die waren On-welzijn. Bij zoiets moet je er Wel Zijn.”
“Wan deel go nanga oen’pres foe go loekoe ding pres.”
“Ben je jaloers? Dat is strategie, mi boi.”
“Er zijn contracten in onze naam getekend, maar we mogen nog niet weten wat de inhoud precies is.”
“We krijgen een nieuw ziekenhuis; die ouwe staat op instorten.”
“Je overdrijft weer.”
“Misschien gaan ze ook net als in Nicaragua een kanaal dwars door ons land graven.”
“Eentje zo breed dat de grootste Chinese containerschepen erdoor kunnen.”
“Steeds vraag ik me bij dit soort overeenkomsten af: wat hebben wij hun zo te bieden? Alles van ons is klein, beperkt en duur.”
“Jij slaapt: ons hout gaat al jaren spotgoedkoop daarheen, onze dollars ook, straks ons regenwater, bauxiet is al op, groenteschuur is nog fictie, die olieplas ook, goud gaat ook flink, maar a prijs drop behoorlijk.”
“Maar een van onze deskundige glazenbol-kijkers heeft gezegd dat ‘a goudprijs ow stijg baka.”
“Heeft die net als de rest van z’n minicluppie ook een area of interest binnen weten te halen?”
“Heren, heren, we vieren straks 140 jaar FRI. Wat zegt dit jullie?”
“Weer een lekker long weekend.”
“Fri gaan promenaden aan de Nieuwe Waterkant.”
“Nauwelijks Marinetrap keba, of, tjepoti, wan vrouw go djompo liba, maar wan dappere boy redde a sma.”
“Ik ben van Duitse bloede, mijn overbetovergrootvader was een Duitse militair die hier bleef en een creoolse concubine nam.”
“Heette hij dan Wilhelmus Alexandrus?”
“Nee, zuiplap. Zijn leus leeft nog voort in onze familie: Arbeit macht Frei.”
“Inderdaad, arbeid maakt vrij en niet achteraf miljarden gaan claimen bij bakra basi omdat die je voorouders als slaaf heeft mishandeld.”
“Ga werken om vrij te komen. Niet alleen met een pennenstreek van koning Willem Zoveel kom je vrij.”
“De eerste generaties vrijen had die boodschap goed begrepen, maar daarna kwam de klad erin.”
“Door die goedkope dorpspolitiek. Kom bij Lanti zitten niksdoen.”
“Anderen kwamen, werkten zich vrij, kregen wat grond als ze bleven en bouwden zich op als kleine en grote zelfstandigen.”
“Zie je, zie je, omdat ze grond kregen.”
“Die van jou hebben ook grond gekregen, officieel met grondbrief, soms zelfs hele plantages. Wat werd ermee gedaan?”
“Neksoderm of verkocht aan die van jou.”
“Dan moet men nu achteraf niet klagen en afgunstig doen en met goedkope redenen komen waarom men is achtergeraakt.”
“Fri betekent voor mij dat ik niet steeds dikke kleding hoef te dragen als ik uit m’n huis ga.”
“Pas dan op als je sommige airco-kantoren binnengaat, het is daar zo koel, dat je meteen een sjaal en extra trui moet aandoen.”
“Voor mij is vrijheid doen wat ik wil, me niet gebonden voelen aan niets en niemand.”
“Zie je daarom in bepaalde gezinnen alleen maar vrouwen en nauwelijks man?”
“Jij ziet Fri for all als een Free-for-all.”
“Je komt, je bevrucht en je gaat, bedoel je dat?”
“Nee, ik bedoel: je komt, je bevrucht, je blijft en je voedt mee en op.”
”Vrijheid is geen anarchie.”
“Ware vrijheid heeft beperkingen, heeft grenzen.”
“En op het moment dat je met tenminste één persoon samen bent, ga je die vrijheid moeten delen.”
“Fri betekent dus niet: zalig niets meer doen. Dat dachten en denken sommigen.”
“Fri vanaf 1863 en zeker na 1873 betekende: nu voor jezelf zien te zorgen; nu geeft die wrede uitbuiterige baas je geen dagelijks eten en onderdak meer.”
“Men moet niet doen voorkomen alsof alle tienduizenden slaven dagelijks gesjweept en ge-spaansebokt werden. Velen, vooral de vrouwelijke stadsslaven, hadden het redelijk goed.”
“Maar ze waren niet vrij.”
“Zijn wij, de moderne loonslaven, dat soms?”
“En echt niet alle mulatjes zijn uit een verkrachting verwekt. Vele blanke mannen hadden in de koloniale tijd een stabiele concubine-verhouding met een zwarte vrouw en hebben goed gezorgd voor hun buitenkinderen.”
“En vele oudere zwarte slavinnen waren de stuwende kracht in de blanke huishouding en hebben zelfs de kinderen van de blanke meester grootgebracht.”
“Terwijl het grootste deel van de slaven door onderling oorlog voerende Afrikaanse stammen aan de blanken is verkocht.”
“En dit gebeurde sinds de Romeinse tijd, zeker duizend jaar voordat de West-Europeanen dat deden.”
“Wachte, dus je komt me zeggen dat de slavenhandel met Afrikanen veel eerder dan de zestiende eeuw begonnen is? Wie waren dan de slavenopkopers?”
“De Arabieren. Die vervoerden de slaven met karavanen via de landroute naar het Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied.”
“Inderdaad. En als er echt wrede slavenhandelaren waren, waren het deze figuren het wel.”
“Waarom vertelt men dit ook niet aan de kinderen op school? Men wil toch zo graag de geschiedenis herschrijven?”
“Omdat men munt wil slaan uit het eenzijdig belichten van de slavernij. Men wil de blanke nazaten opzadelen met een schuldcomplex om zo dan eerst excuses los te peuteren en dan cash voor het aangedane leed.”
“Dan sta ik vierkant achter het artikel in Sternews van die ene meneer, Wonderling of hoe hij heet, okay, soms schrijft hij een beetje bochtig, maar deze keer: 100% met hem eens. Hij weigert z’n waardigheid te grabbel te gooien door de witte man vandaag de dag geld te bedelen voor wat diens voorouders de zijne hebben aangedaan. Plus hij weigert zichzelf met dat denigrerende ‘marron’ te noemen.”
“En ik heet Dronkeling en ik ben een fotoh-neg’e. Mi dati: ik laat m’n glas weer vullen en zeg: wan swiet mans’pasi, keti-koti, dag der vrijheden, dag der Proost.”
“Proost.”

Rappa
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May