Bisessar: Suriname niet klaar voor voedselschuur
20 Jun 2013, 06:00
foto
Radjen Bisessar (2de rechts) met zijn begeleiders.


Suriname is nog lang niet klaar om de ‘voedselschuur’ te worden van het Caribisch Gebied. Decennialang kampt het land al met dezelfde problemen van kleinschaligheid, productkwaliteit, aanbodplanning en weinig belangstelling van de overheid voor de agrarische sector.

Radjen Bisessar, die zelf uit een landbouwgezin komt, heeft twee jaar onderzoek en studie gedaan naar de tuinbouwsector. Voor zijn afstudeerproject heeft hij ervoor gekozen een businessplan te schrijven in de agrarische richting met als titel ‘Suriname Fruit and Vegetables NV’. Het betreft een verwerkings- en verpakkingsbedrijf van vers opgekochte uit de Surinaamse bodem gekweekte gewassen waar onder boulanger, snijbonen, sopropo en oker.

De keuze van zijn project heeft alles te maken met de landbouwsector waar zijn familie al generaties aan doet. “Ik weet er alles van,” zegt hij aan Starnieuws. “Op sommige momenten weet je niet wat je met je producten moet doen.” Hij doet zelf aan de tuinbouw en voelt zich sterk aangetrokken tot die sector. “Het was dankzij de tuinbouw dat er tijdens de tweede Wereldoorlog eten op tafel was,” blikt hij terug.

Oude methoden en technieken
Bisessar wijst erop dat de Surinaamse tuinbouw potentie heeft. Er moet echter een hele reorganisatie plaatsvinden. Er is geen grondbeleid, geen bestemmingsplan voor tuinbouw en geen medewerking vanuit de overheid, somt hij om. “Ik weet zelf meer dan de voorlichters bij het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij,” omschrijft hij het probleem van technische kennis.

Nog steeds wordt er gewerkt met oude methoden en technieken, terwijl er zoveel ontwikkelingen zijn op dit gebied, zegt Bisessar. “We moeten onder andere werken met nieuwe zaadsoorten en overgaan op mechanisatie, zodat je meer productie op hetzelfde areaal krijgt.” Hij wijst erop dat afzet en continuïteit gegarandeerd moeten zijn. “Werken in de tuinbouw is een fulltime job en geen bijbaantje. Je moet de sector runnen als een bedrijf.”

Oneerlijke concurrentie
Ook is er sprake van oneerlijke concurrentie op de Caricommarkt. Bisessar zegt dat de Caricomlanden je niet verhinderen op hun markt te komen, maar je moet wel voldoen aan hun eisen “en die zijn zo hoog dat we niet kunnen concurreren.” Hij vindt dat we moeten leren van de Caricom.

De overheid is de belangrijkste schakel, “maar als je het ministerie van LVV aan de politiek geeft, dan weet je hoe ver we zijn met het agrarische beleid.”
Bisessar had als praktijkbegeleider Bhiesnoe Gopal van Gopex International NV. Zijn faculteitsbegeleider was M. Blijd en als externe deskundige M.Roemer, directeur van Self Reliance NV. Bisessar heeft zijn graad Bachelor of Science in de Bedrijfskunde op 7 juni gehaald.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May