Demarcatie-gedachte nader bekeken (ingezonden)
04 May 2013, 03:00
foto
Bert Eersteling


Ik luister als Surinamer zeer aandachtig en tegelijk verbouwereerd naar groepen van mensen, die mijns inziens met invalide argumenten trachten te bewerkstelligen dat het bij wet vastgestelde grondgebied van de Republiek Suriname, in sub gebieden met een etnische samenstelling opgedeeld wordt. En dit alles ondanks de reeds bekende en acceptabele bestuurlijke indeling van het land. Dat het in dit geval gaat om een a nationale opstelling van deze groep Surinamers staat wat mij betreft buiten kijf.

Ik kan mij haast niet voorstellen dat er zo simplistisch wordt gedacht over zo een omvangrijke ingreep die men tot stand wil brengen in onze bestuurlijke ordening. Of beseft men de consequentie van dergelijke ingrepen niet? Want hoor ik het goed, dat er andere of additionele wetgeving moet komen waarbij het traditioneel gezag constitutionele verantwoordelijkheden zal worden toegekend?
Overigens een interessant vraagstuk dat nog met rationele en valide argumenten onderbouwd moet worden.

Waarom moet in samenhang met de demarcatie van het grondgebied in etnische polen, de positie en bevoegdheden van de binnenlandse dignitarissen anders geregeld worden? De vraag die eerst beantwoording behoeft is, of men de cultuur-historische betekenis en of waarde van de traditionele gezagsstructuren wel begrijpt. Wil men ontwikkelingsfunctie of taken aan het traditionele bestuur toekennen in stede van de huidige historisch gegroeide cultuurdragende functie/taken of bevoegdheden?

Ik ga er vanuit en wel uitgaande van de ontstaansgeschiedenis van deze structuren, dat de rol en functie gericht zijn op het instandhouden van de gemeenschappen, die op clan, bere en ini-oso (dit zijn kleinere opdelingen van een stam) basis gevormd zijn. In dit kader past een cultuurdragende functie van de voornoemde structuren het best. Deze structuren zijn niet bedoeld om de sociaal-economische ontwikkeling van het gebied ter hand te nemen. Dit kan ook niet, omdat de structuren erg zwak (ontwikkeld) zijn voor dit soort grote ontwikkelingsvraagstukken.

Ik denk dat de wijze van voordracht en benoeming van een graman, kapitein en basja, bij de bosneger duidelijk aangeeft dat deze structuren cultuur gebonden zijn zoals ik eerder heb aangegeven.
De meeste voordrachten geschieden op basis van de matrilineaire oriëntatie. Dat is historisch bepaald.

Bestuurlijke ordening van Suriname
Wij kennen de Regering, de DNA als hoogste controlerend en wetgevend orgaan, het districtsbestuur, de ressort- en districtsraden. Ook de Rechterlijke macht die het bestuur van Suriname op het gebied van het 'Recht' coördineert en kwantificeert. Uiteraard zijn er in de wet volgens de leer van de Trias Politica aangegeven hoe de onderlinge verbanden tussen de diverse bestuurlijke organen liggen. In elk geval voorziet de wet, de leemte daargelaten, in checks and balances tussen de diverse machten die voor een samenhangend en evenwichtig bestuur van Suriname moeten zorg dragen.

De wijze van kiezen of benoemen van deze ontwikkelings- en rechtsbevorderende structuren is ook in diverse materiële wetten geregeld.
De regering heeft de hoogste uitvoerende taak die met nauwlettende controle van de Nationale Assemblee wordt uitgeoefend. Op districts- en ressortniveau functioneren de districts- en ressortraden. Daarnaast bestaat op ambtelijk niveau de bestuursdienst die geleid wordt door een districtscommissaris.

Het grondgebied en de resources
Het totale grondgebied van de Eenheidsstaat Suriname dat 164.000 km2 groot is, behoort elke Surinamer toe. Dit moet als het juiste en enige uitgangspunt gezien worden door alle authentieke Surinamers.
De terechte kritiek is dat niet een ieder op gelijke mate rechten heeft op de gronden of op de resources. Een kleine groep beheert en beheerst grote lappen grond of heeft rechten gekregen voor de exploitatie van de resources, terwijl grote groepen Surinamers dit alles moeten ontberen of met de kruimels genoegen moeten nemen.

Over deze kritiek die zichtbaar en voelbaar is, bestaat geen enkel twijfel. Het staat ook vast dat het politieke systeem en de daaruit voortvloeiende vormen van corruptie debet zijn aan het feit dat het grootste deel van de Surinamers geen toegang heeft tot gronden en resources. Dit betekent simpelweg dat de regering geen goed grondbeleid voert en daarin dient verandering te komen. Als de regering daarnaast zorg draagt voor een evenwichtige spreiding van de verdiensten uit de diverse natuurlijke hulpbronnen, denk ik dat het vraagstuk van ‘landrights’ (z.g grondenrechten) voor een ieder beter zal zijn. Het welvaartsniveau van de gemiddelde Surinamer zal toenemen of gegarandeerd zijn.

Demarcatie van het grondgebied
Ik heb eerder in twee artikelen gesteld dat de demarcatie gedachte een regelrechte koloniale erfenis is. Velen staan daarbij niet stil, omdat men niet voldoende beseft hoe de koloniale meester de strategie van verdeel en heers heeft toegepast en wat het resultaat hiervan is. De bevolking moest verdeeld gehouden blijven. Het effect van de uitwerking van deze verfoeilijke strategie is anno 2013 nog in de Surinaamse samenleving voelbaar en zichtbaar. De onderlinge discriminatie over en weer, van de nakomelingen van de Afrikaanse slaven, bestaat er nog, zij het wat minder. Dit is mede het gevolg van de toepassing van de verdeel- en heersstrategie van de kolonisator. Dat Afro-Surinamers een negatief beeld vormen over groepen van Aziatische komaf, is ook het resultaat van de voornoemde strategie.

De strategie van verdeel en heers, leeft voort in dit neokoloniale tijdperk waarbij er geen sprake meer bestaat van fysieke slavernij of annexatie van gebieden, maar wel van wat ik noem de mentale kolonisatie of beïnvloeden van het socio-economische ontwikkelingsproces van Suriname. Dit gebeurt vaak via de diverse supranationale organisaties waarin de rijke westerse landen de richtlijnen bepalen vanwege hun kennis- en kapitaalkracht.

De demarcatie gedachte is absoluut onlosmakelijk verbonden aan de onderhavige verfoeilijke verdeel en heersstrategie. Het doel is om het volk van Suriname te fragmenteren en zo te houden, waardoor in gespannen sfeer en onderlinge wantrouwen de ontwikkeling van het land ter hand genomen moet worden, met als gevolg stagnatie in die ontwikkeling. Het demarqueren van het grondgebied in etnische polen zal absoluut geen verandering brengen in het geconstateerde slechte grondbeleid in Suriname.

Het traditioneel woongebied reeds goed verdeeld
Wat vele Surinamers niet weten, is dat de gebieden waar de bosnegers wonen zeer goed verdeeld zijn. Een stam, een clan, een bere, een ini-oso weet precies over welke delen van het bewoonde gebied zij traditioneel recht op heeft. Niemand komt zonder toestemming in andermans gebied. Dit systeem heeft eeuwen gewerkt binnen de cultuur van die mensen.

Hier is geen sprake van geschreven rechtstitel op de grond. Dat hoeft ook niet. Er zijn wel op basis van gewoonte, rechten hieruit voortgevloeid. Voor zoverre ik geïnformeerd ben,maakt het gewoonterecht een correlerend deel uit van ons rechtssysteem. Ik zei dat als de regering een prudent en transparant grondbeleid uitstippelt en uitvoert, er zekerheid zal bestaan bij mensen over de gronden die men bewoont.

Ik denk wel dat er specifiek beleid door de regering ontwikkeld moet worden naar de binnenlandbewoners toe, waardoor er zekerheid op leefgebieden bestaat. Bijvoorbeeld mag en kan geen ingrijpende ontwikkelingsactiviteit ontplooid worden in die gebieden zonder gedegen consultatie van deze in stamverband levende mensen.

Ik ben absoluut tegen de etnische scheidslijnen die men wil trekken in de ondeelbare eenheidsstaat Suriname door groepen binnenlandbewoners.
Ik roep de regering en DNA op om a priori deze gedachte te verwerpen. En dit moet geheel vanuit een nationale opstelling en los van politieke sentimenten geschieden. Zij die denken dat er verkiezingsnederlaag zal worden geleden indien men de demarcatie gedachte verwerpt, zijn voor wat mij betreft geen echte nationale leiders. Dit stel ik erg hard.

Bert Eersteling
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May