Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 144

“Ron, gefeliciteerd, je moet echt een dubbel rondje hier aan de bar geven.”
“Waarom? Wat voor reden heb je weer gevonden om een half uur op mijn kosten te zuipen?”
“Jouw president heeft van DNA toestemming gehad om de gouddeal met Iamgold te sluiten.”
“Of je het nou leuk vindt of niet: hij is ook jóuw president. En die gouddeal komt ons allen ten goede.”
“Dat hopen we maar; op papier ziet alles er zo mooi uit, maar slimme jongens hebben nu al met voorkennis in die zogenoemde area of interest snel-snel concessies gehad, zodat ze daarmee kunnen speculeren als die multinational hun gebied nodig heeft.”
“Geen probleem, Baas heeft beloofd de lijst van nieuwbakken concessiehouders te zullen publiceren.”
“Je zal schrikken van de namen die je zal zien.”
“Als ik ze was, zou ik snel m’n concessie teruggeven, dan wordt m’n naam niet genoemd.”
“Volgens mij is dat de bedoeling van Baas.”
“Van kolonie naar republiek; van wingewest, naar winstgemest.”
“Daarom wilden bepaalde slimme boys Baas in eigen Huis spelen.”
“Een ieder kwam, zag en stal.”
“Ik zou niet generaliseren; tussen dat geboefte zijn er gelukkig genoeg hardwerkende en gedreven Surinamers bekend die in stilte hun land en volk hebben gediend.”
“Maar die krijgen niet met veel tam-tam en woeloe-woeloe binnen korte tijd standbeelden en straatnamen.”
“Omdat ze geen popi-trekkers waren van enge belangengroepen en kiesverenigingen die met goedkope stemmen staatsmacht konden verwerven om dan aan het plunderen te slaan.”
“Maar ie sjah foto pe den toe edemang e sek anoe: ex-Bevel nanga ex-JC.”
“Kust en Binnenland e sek’anoe.”
“A trong gowtu noya, Sranan grong trong goowtu noya...”
“Nederland heeft mooie huizen, grote huizen, kleine huizen, maar als je in die huizen…..”
“Houden jullie nou in hemelsnaam op met het vals nazingen van de Vrolijke Jeugd.”
“We mogen; we zijn nu De Jolige Vreugd.”
“Maar er is niet eens genoeg geld om de bushouders uit te betalen.”
“Er is, er is, maar ze worden steeds op het laatste moment uitbetaald, want degenen die ambtelijk de macht hebben om de stukken op tijd in orde te krijgen, lijken niet op degenen die de gelden moeten ontvangen.”
“Maar nu die gouddeals gesloten mogen worden, zal er weer volop geld zijn.”
“Correctie, het onderhandelingsteam moet met Surgold weer om tafel gaan zitten; DNA heeft kamerbreed terechte kritiek geleverd.”
“Eindelijk doen ze een keer hun werk goed in plaats van om maar steeds laat ter vergadering te verschijnen.”
“Ja, en ik vond mijn Ronald schitteren; zijn op- en aanmerkingen waren van hoog gehalte. Hij sprak met gezag.”
“De beste stuurlui staan aan wal.”
“Da wat! Tenminste heeft hij geleerd uit die vorige gouddeal toen hij president was.”
“En de coalitie is meegegaan met vele van zijn kanttekeningen. Dat gebeurt niet vaak.”
“Bijvoorbeeld die clausule dat de overheid aan Surgold geld moet terugbetalen als zij met een andere goudmaatschappij een lagere goudprijs afspreekt.”
“Waarom zat opa Ronald niet is dat onderhandelingsteam?”
“Hij is oppositie, hij is de vijand.”
“Je vraagt je af hoe die onderhandelingscommissie met crême de la crême-leden, zoals een ex-mijnbouwmaatschapijdirecteur zo een nadelige clausule in de overeenkomst kon opnemen.”
“Dat ruikt naar iets onfris.”
“Hé, is het een toeval dat er tijdens de vorige regering ook zo een ex-mijnbouwbedrijfdirecteur een onderhandelingsteam leidde waarbij we als land ook duidelijk het onderspit hebben gedolven?”
“Was dat niet met die zeegrens met ons buurland?”
“Ik heb zulke crême de la crême-figuren nooit goed weten in te schatten; gladde-praatfiguren die teveel en te lang onder de douche van de multinationals hebben gestaan om ferme voorvechters van het landsbelang te kunnen zijn.”
“Je hebt mooi praats! Makkelijk hè, om achter een glas sopi te oordelen over anderen?”
“Maar we moeten wel zware offers brengen om voor die 30% mee te participeren met Surgold.”
“Natuurlijk, maar denk je dat je fo soso kan meedoen met dit zwaar kapitalistisch pokerspel? Dit is geen papta-plei.”
“Wat is dat:? Papta?”
“Oh, jongste zuiplap in ons midden, dat was vóór jouw tijd. Papta was een veel gespeeld simpel kaartgokspelletje.”
“Of je moet alles zelf van de grond opbouwen, zie Staatsolie.”
“Maar had Grassalco niet het gebied waar Iamgold nu goud met goud maakt in concessie?”
“Ik dacht van wel, maar typisch die methode: verpats je concessie aan een buitenlands bedrijf, omdat je zelf niet de middelen, de energie en het zweet wil opbrengen om het staatsbedrijf tot exploitatie te brengen.”
“Dus ons eigen bedrijf had dat gebied als concessie, mijn hemel. Maar hoe wist men dat daar goud zat?”
“Ach kom, jongste in ons midden, de Hollanders hadden heel Suriname geologisch goed in kaart gebracht. Sla de Planatlas maar op, uitgave van de Stichting Planbureau en ondersteund door de OAS, uitgegeven in 1988 te Washington DC. Zie op blz. B5 de geologische kaart van Suriname. Duidelijk zijn daar de bodems aangegeven waar de goudvoorkomens liggen. Ze zijn donkergroen gekleurd op dat kaartje, hebben een nummertje 11 en worden de ‘Rosebel formatie’ genoemd. De grootste begint als de punt van een liggende ‘V’ bij Brokopondodorp en het loopt breeduit westwaarts tot de Saramaccarivier. En dat gebied heeft Iamgold deels via-via-via nu als concessie.”
“Jawel, tot nu toe hebben de meer dat verweerd gruis erboven weggeschraapt en dat zat al vol met goud.”
“Ja, maar ze zeggen dat ze nu meer moeten investeren omdat ze op harde rots gaan moeten drillen.”
“Klopt, maar ze vertellen er niet bij dat ze nu op de originele goudaders zijn aangeland.”
“Dit is waarschijnlijk dezelfde rots-laag die in Zuid-Afrika diep onder de grond zoveel miljarden aan goud heeft opgeleverd en nog steeds oplevert.”
“Dankzij de slavenarbeid van duizenden slecht betaalde en onder erbarmelijke omstandigheden levende zwarte mijnwerkers.”
“Hier wil men toch ook die 12-urige werkdag voor mijnwerkers aanhouden?”
“Hoe zou het hier dezelfde rots-laag zijn als in Zuid-Afrika?”
“Leg de twee continenten Zuid Amerika en Afrika tegen elkaar, ze passen precies, en trek dan die ertslagen van oost naar west.”
“Met bauxiet klopt het: dezelfde bauxietlagen als in Ghana, Guinee, enzo lopen ook hier in de Guyana’s.”
“En zo toevallig: aan beide kanten van de scheiding hoor je dezelfde namen: Guinee, Guyana, Ghana, Cayenne, Nigeria, Nickerie.”
“Ach, zuipmansfantasie, het is toeval.”
“Weet je dat er zelfs een ansansieverhaal is waarbij de twee continenten dicht bij elkaar lagen en anansie ze met een spinneragtouwtje had verbonden en dat door het snel uit elkaar drijven van de landmassa’s het touwtje brak en anansie niet meer over en weer kon rennen?”
“Maar de zeebodem voor de kust van Nigeria tot waar die eilandjes van Obiang liggen, zit vol met olie.”
“Nou aan deze kant toch ook? Alleen zijn die olielagen bij Venezuela naar boven geduwd.”
“Hier liggen ze daardoor wat dieper en bedekt door kilometers dikke lagen sedimenten.”
“Maar wat zo een beetje door de honderden eeuwen heen naar boven is geperst is toen per ongeluk tijdens het boren naar water op een schoolerf te Calcutta in het district Saramacca toch aangeboord?”
“Het begin van het succesverhaal van Staatsolie.”
“Vertrouwen in eigen kunnen, de lijfspreuk van Eddy Olie.”
“Of beter: eerst offeren, eerst zweten, dan afromen en rentenieren, niet andersom.”
“Dat is dat ding, wat Baas jullie wil leren. Maar jullie zijn hardleers. Jullie willen maar zitten nietsdoen en met knoeien en speculeren rijk worden.”
“Baas zegt: er is ruimte voor zeker acht goudmijnen.”
“Maar de goudprijs is laatst sinds jaren gedaald.”
“Een reden te meer om niet te lang te talmen.”
“Men moet het ijzer smeden als het heet is.”
“A tron goowtu noya, aaaa trrrrong….”
“Alsjeblieft, je mag de rest van de avond op mijn kosten doorzuipen, als je maar niet zingt.”
“Deal, sopi-deal, omoe tja wan black on the rocks.”
“Er staat hier geen omoe achter de bar.”
“Neks te maken nanga dat; omoe tang omoe, laat is laat, Baas is baas, Loonie is koonie.”
“Klets niet meer, drink mang! Proost.”

Rappa