25 februari, nationale slachtoffer-dag
05 Mar 2013, 02:00
foto
Ludwich van Mulier


Suriname bedrogen en verraden (Aangeboden)


De staatsgreep op 25 februari, 1980, die algemeen werd beschouwd als een spontane actie, was in feite een gerichte politieke actie. Deze conclusie kan men trekken uit alle tot nu toe vrijgekomen geheime informatie uit complementaire nu vrijgegeven geheime bronnen van de Nederlandse regering en uit semi geheime getuigenissen in het langdurige rechtsproces (8 december 1982) tegen hoofdverdachte Desi Bouterse. Ook informatie uit de USA en waarnemingen van personen die dicht bij het centrum van actie stonden, wijzen er op dat de toenmalige staatsgreep een uit de hand gelopen regie was, in samenwerking met het buitenland. Surinamers hebben in samenwerking met buitenlanders ingegrepen in het politieke bestuur van hun land; een anti nationale daad. De tweede (onzichtbare) coup die onmiddellijk na 25 februari 1980 plaatsvond, was een politieke coup door de linkse beweging onder leiding van Ruben Lie Paw Sam en Carla Oedayraisingh Varma (Volkspartij), die gebruik maakte van het ontstane machtsvacuüm en ideologische ondersteuning gaf aan de onervaren militairen; dit alles op basis van ontbrekende en onjuiste informatie.

Zwakke democratische structuren
Suriname helde in 1980 over naar een politiestaat, die dictatoriaal geregeerd werd door een nationalistische NPS-elite, waar zowel de VHP als de Nederlandse kolonisator veel last van hadden, omdat door partijpolitiek en corruptie de democratische structuren niet functioneerden. Maar een staatsgreep is nou eenmaal een onwettig avontuur. De nieuwe machthebbers -omringd door vele raadgevers- zaten continue in de piepzak en waren uiterst vatbaar voor paranoïde angst. Bovendien was de aanvankelijke nationale en internationale sympathie voor de jonge coupplegers gebaseerd op bedrog (samenzwering met van de Valk, gedoogd door Nederland) en verraad (door Surinamers). De inderhaast met medewerking vanuit den Haag uitgezonden interimmanagers Henk Chin A Sen en André Haakmat, bleken incapabel het getij te keren en lagen weldra met elkaar overhoop. Ruben Lie Paw Sam, de belangrijkste politieke leider van het moment trok zich terug en ging zich toeleggen op het bedrijfsleven: de goudexploitatie. Muitende militairen, onervaren en zonder politieke leiding, schonden mensenrechten in naam van de revolutie. Er was weer een machtsvacuüm.

De leden van de Volkspartij afgesplitste Revolutionaire Volkspartij (RVP) namen samen met de PALU informeel de politieke leiding over, met de briljante Ernie Brunings (Celbioloog) en Frank Playfair (ingenieur) in de hoofdrol. Desi Bouterse, legerleider en pragmatisch politicus, koos na de decembermoorden (8 december 1982) ervoor om Frank Playfair voor te dragen als eerste burgerpresident van de postkoloniale revolutie. De democraten binnen de linkse politieke leiding van het zogenaamde revolutionaire proces verloren de interne machtsstrijd binnen de 25 februaribeweging die opging in de NDP. Playfair, Mijnals, Brunings, e.a. kaders werden op een nogal grimmige manier (vergelijkbaar met hoe Henck Arron door de NPS van Gun Dyari werd verwijderd) uit de NDP (OCER) verjaagd. Playfair richtte zonder succes zijn eigen politieke Democratische Partij op; Mijnals PPRS. Brunings sloot aan bij de FAL/DVF. Direct na de Amerikaanse invasie in Grenada (op 25 oktober 1983; Operation Urgent Fury) voltrok zich in het Surinaamse binnenland een gewapende strijd tussen leger en rebellen ondersteund door huurlingen uit USA en Europa. De twee agressors Bouterse en Brunswijk die in samenwerking met het buitenland onder valse voorwendselen, een zinloze bloedige binnenlandse oorlog ontketenden, hebben nu vrede gesloten en werken samen, maar herstellen de materiële en immateriële verwoestingen in het binnenland niet. Het binnenland werd onbestuurbaar. Het akkoord van Portal (7 juni 1989) bestendigde de chaos, door o.a. rebellen in feite politiek te erkennen.

Schuivende panelen in de Surinaamse politiek
In 33 jaren na de coup is de politieke structuur kapot gemaakt. Chaos voorkomt immers historische evaluatie, waarheidsvinding en oordeelvorming. De ex-kolonisator onderschatte de groeiende economische en gewapende macht - door realpolitik (on the job training) - van de minder geschoolde en onervaren militairen en de intellectuele invloed van hun linkse (o.a. PALU/geremigreerde) adviseurs. De vermoorde Humphrey Keerveld was aanvankelijk bezig met een linkse (Chinese) coup in de desintegrerende NPS en Atta Mungra was bezig met een conservatief liberale financiële coup in de desintegrerende VHP. Lachmon, jurist en administratief- 'witte boorden' - leider, begreep de pragmatische transitiefase in het bedrijfsleven niet. Industriëlen, vermogende ondernemers verlieten de VHP, om na politieke solo avonturen uiteindelijk in de NDP te belanden. De rol van de NPS was uitgespeeld omdat de alsmaar gehanteerde botte chantagepolitiek t.o.v. Nederland, en de boosheid over de Nederlandse steun aan de rebellerende militairen, geen hout sneden . Er voltrok zich een machtssplitsing van Chinees en Hindostaans handelskapitaal die ook leidde tot interne partijpolitieke afsplitsingen, met nieuwe clusterleiders, Djawalapersad, Surrender en Atta Mungra, Dilip Sardjoe, George Phalad, Mangli, e.a. puissant rijke 'captains of industry'.

Het parlement werd in 30 jaar een lobby (koehandel) instrument en veiling locatie van de nationale macht en daaraan gekoppelde nationale eigendommen en bezittingen. Ministeries werden door loyalisten bedrijfsmatig gerunde sectoren; aangestuurd door een nieuwe elite die zich rond de president c.q. de regerende politieke partij vormde. Grondwet en presidentiële positie werden zodanig verankerd dat Suriname gemakkelijk kon verworden tot dictatuur van de luidruchtigsten, rijksten en gewapenden. De regeertermijn werd door Wijdenbosch in 1987 verlengd tot 5 jaar. Men de NDP hoopte eeuwig aan de macht te blijven maar verloor verpletterend de verkiezingen in 1987, waarna de democratie in Suriname zich kon beginnen te herstellen. Maar de schuivende panelen in de gehele Surinaamse maatschappij dwingen ons tot her evaluatie van de huidige stand van zaken; c.q. status quo. De politieke parameters veranderen met de dag. Demografische verschuivingen door o.a. een nog niet grondig bestudeerde interne en externe migratie, nieuwe vreemdelingen die zich op oneigenlijke wijze macht (o.a. door corruptie) verwerven, en beleidloosheid hebben geleid tot gebrek aan controle op land en volk. Nationale natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen (olie, Goud, hout ) worden zonder lange termijn visie verkocht aan het buitenland. De wijze waarop heden mondiale veranderingen in klimaat, nieuwe economische markten, vorderingen van technologie en wetenschap niet verdisconteerd worden in lange termijn beleid is zorg wekkend.

Symboolpolitiek en populisme
De politieke ideologie, democratische gezindheid, het oprechte patriottisme , zijn reeds weggelekt in kringen van de leidinggevenden in Suriname. Dat wil zeggen dat de machtsuitoefening steeds meer onderhevig zal zijn aan grillige persoonlijke (partijpolitieke) rancune. Instituten om bestuurlijke machtswillekeur te beteugelen, het parlement, het justitieel apparaat, het onderwijs (in mentaal opzicht) functioneren niet adequaat door inhoudelijke uitholling. Normvervaging is troef en de schijn regeert. Het eroderende onderwijs- niet gebaseerd op eigen waarden- is steeds meer ontkoppeld van de productieve delen van de staatshuishouding, die op zich gedomineerd wordt door de informele economie. De intellectuele vorming is bij gevolg niet primair gebaseerd op de nationale behoefte, dus vals en onbetrouwbaar. Met leugens over motieven voor een in te stellen waarheidscommissie inzake de decembermoorden van 8 december 1982 doen de volgelingen van de president alsof zij (die de waarheid verdoezelden, de dadergroep) geïnteresseerd zijn in de waarheid. Zij willen geen rechtsproces, dat hoort niet in een door de informele economie geregeerde ministaat. De president roept herhaaldelijk op om de geschiedenis te herschrijven. Het zou hem sieren indien hij begon met zijn eigen persoonsgeschiedenis eerlijk te vertellen en te analyseren. Maar zelfs die beperkte menselijke geschiedenis van hem- waarvan de zwakten en het falen hem in principe vergeven zouden kunnen worden- is een gefrommeld lappendeken, een aaneenrijging van triestheid, frustraties, leugens en bedrog. Maar hij is door God gezonden, heeft zijn geestelijk adviseur hem gerustgesteld, en dat gelooft hij heilig.

De datum van 25 februari is inderdaad een historische datum, die herdacht moet worden. Maar hoe? Wij Surinamers hebben de verantwoordelijkheid over onze eigen geschiedenis. Laten wij beginnen onze eigen geschiedenis vanuit onze nationale bronnen goed te bestuderen en te kennen. In dit nieuwe licht van waarheidsvinding betekent 25 februari een datum om ons grondig te bezinnen op alle (zinloze) slachtoffers die gevallen zijn in onze zinloze onderlinge strijd om macht en in onze versnipperde strijd tegen de gevolgen van eeuwen kolonialisme. De funeste symboolpolitiek is op 25 februari 1980 begonnen bij gebrek aan kennis en bestuurlijke ervaring. Symboolpolitiek betekent: wij bootsen een politieke vorm na van een parlementaire democratie, rechtstaat, maar de inhoud ontbreekt. Wij voerden een binnenlandse oorlog, zonder politiek doel, en stellen niemand verantwoordelijk voor deugdelijk bestuur van het land. Medeburgers gaan dood en het interesseert ons kennelijk niet waardoor, door wie, en waarom? Wij verkopen zonder toekomstvisie duurzame grondstoffen en ontvangen vergankelijk aan ontwaarding onderhevig geld, dat wij vervolgens consumptief besteden ten nadele van de jonge generaties.

Met populisme, bedrog en mediamanipulatie verdedigen wij onze fouten en volharden in onjuist beleid. De linkse politieke beweging is in 33 jaar om zeep geholpen en gecorrumpeerd. Het nationale kapitaal -de ruggengraat van onze maatschappij- wordt door de informele economie gewurgd en wij bouwen niets meer op. Buitenlanders roven het land leeg, beheersen de handel, bouwen geen infrastructuur en beschermen niet het milieu. Let wel! Buitenlandse investeringen, arbeid en kennis zijn welkom. Maar op bedrog en verraad (van de linkse beweging en de jongeren) kan geen ontwikkeling gedijen. Dat is de ware les van de datum 25 februari, die steeds meer Surinaamse ogen zal openen. Laten wij die datum hervormen en herbenoemen tot een door allen geaccepteerde en erkende nationale slachtoffer-dag. Dit is het begin van de zoektocht naar een nieuwe saamhorigheid en nationale eenheid van alle verenigde Surinamers wereldwijd.

Ludwich van Mulier, Nijmegen 4 maart 2013.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May