Ingezonden: Vision 2030 en de 80%
25 Jan 2013, 02:00
foto


De televisiebeelden van de joint activities van Santokhi en Bouterse in de het KKF-gebouw hebben bij veel mensen ongerustheid veroorzaakt, vrees over afbrokkeling van het Nieuw Front, of, nog erger, van de brede maatschappelijke beweging voor democratie en rechtsstaat, juist in deze tijd waarin zowel de democratie als de rechtsstaat worden aangetast.

Wat is de betekenis van deze beelden? Welke betekenissen zouden we kunnen of moeten geven aan deze beelden?
De bedoelingen van de VHP, zoals verwoord door VHP toppers, zijn goed. Maar goed bedoelde handelingen kunnen onbedoelde gevolgen hebben. Een daarvan is nu al duidelijk: terwijl men voorzitter Santokhi presidentieel wou profileren, heeft men Bouterse geholpen om een presidentiële show te presenteren.

Consensus en conflict
Een ander punt is het hoge doel van consensus over nationale ontwikkeling. De idee dat er ook maar een centimeter vooruitgang kan worden geboekt door met geselecteerde deskundigen twee dagen te vergaderen, is niet reëel. Santokhi spreekt daarom terecht van een aanzet. Maar ook de consensus-gedachte zelf is niet reëel.
Voor elke centimeter vooruitgang zal gevochten worden. Elke keuze in de politiek zal een kwestie zijn van strijd, want er zijn in onze samenleving grote belangentegenstellingen. De consensus benadering, de benadering vanuit de gedachte van harmonie, die de VHP benadrukt met haar congres, is in deze tijd niet opportuun.
Het land is al enkele tientallen jaren in een cultuurstrijd gewikkeld, een cultuurstrijd die kan worden gemodelleerd als een klassenstrijd tussen de traditionele, democratische elite en de klasse van de nieuwe rijken. Deze cultuurstrijd gaat gepaard met strijd om de natuurlijke hulpbronnen van het land, op een wereldtoneel met nieuwe imperialistische machten.

De 80% die het moeten doen met 20%
Nieuw Front en de NDP zijn de partijpolitieke instrumenten in deze klassenstrijd. Dit cultureel-politiek conflict overschaduwt en verdoezelt al jaren de andere wezenlijke tegenstelling in onze samenleving: die tussen de heersende klasse als totaliteit (ondanks de onderlinge gevechten tussen verschillende kartels) en de werkende klassen aan de andere kant (de 80% die het moeten doen met 20%).
De twee partijen in het Front, die opkomen voor de werkende klassen, de NPS en de SPA, vertegenwoordigen het traditionele bondgenootschap tussen de werkende klassen en de prodemocratische krachten in de nationale elite. Dit bondgenootschap was in een eerder stadium de basis voor Srefidensi. De VHP is altijd meer pro-business geweest, en, als partij van de Hindostaanse emancipatie, en als partij van landbouwers, ook altijd meer conservatief geweest dan NPS en SPA.

Bekeken vanuit de belangen van de werkende klassen in Suriname kan gesteld worden dat het bondgenootschap van de werkende klassen met de traditionele democratische elite vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw, geresulteerd heeft in grote verbeteringen. Verworvenheden zoals kiesrecht, onafhankelijke rechtsspraak, onafhankelijke pers, persvrijheid, vakbondsrechten, en de staatkundige onafhankelijkheid, werden door deze maatschappelijke coalitie, politiek geleid door de NPS en de VHP, vanaf de jaren veertig in hoog tempo tot stand gebracht.

Daarna kwam de periode van de militaire dictatuur en de daarmee gepaard gaande aantasting en afbraak van verworvenheden. Deze ging gepaard met grootschalige alternatieve en informele economische activiteiten. Er ontstond een klasse van nieuwe rijken met een andere politieke cultuur, een klasse die de daadkracht van de dictator verkiest boven de traagheid van de democratie.
De klassenstrijd tussen de traditionele democratische elite en de nieuwe rijken werkt door in het Hindostaanse segment van de samenleving. De vraag is nu: is het Vision 2030 congres een signaal dat de handelarenkartels, de grote machten in de VHP, genoeg hebben van de conservatieve rechtsstatelijke ideologie van de VHP en kiezen voor de progressiviteit van het winstbeginsel?
De vraag voor de NPS en SPA, partijen die opkomen voor de werkende klassen in Suriname, is: hoe verder als het bondgenootschap van de werkende klassen met de traditionele democratische elite afbrokkelt.

Het antwoord is:
• Werken aan de bewustwording van “de 80% die het moeten doen met 20%”.
• Een politieke partij of coalitie maken om de kloof tussen rijk en arm weg te werken .
• Strijdbare vakbonden vormen, vooral in sectoren waarin arbeiders nog niet georganiseerd zijn, zoals in de goudvelden, in de bouw, bij de contractors, in de call centres, hotels en casino’s, in handel en transport, de Chinese arbeiders, de winkelbediendes, etc.
• Organisatie van jongeren, werklozen en hosselaars, allemaal groepen, die door gebrek aan structuur in hun maatschappelijk leven, bijzonder vatbaar zijn voor populistische en charismatische mobilisaties.

Paramaribo, 24 januari 2013.

Wim Bakker
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May