Column: Hoe ‘zwart’ is zwart?
22 Jan 2013, 18:00
foto
Titinbo Erna Aviankoi


(Een confronterende kijk naar Afro-Surinamers in Suriname en Nederland)

Het begint met de termen ‘zwart’ en ‘neger’ die veel uiteenlopende discussies oproepen onder Afro-Surinamers. Voor velen hebben deze een negatieve connotatie met racisme als voortvloeisel van het slavernijverleden. Onder meer om deze reden zijn verschillende bewegingen en organisaties opgezet om nazaten van de tot slaaf gemaakte Afrikanen enerzijds hierover bewust te maken, en anderzijds hun imago, zelfbeeld en maatschappelijke posities te verbeteren. Als bij nader inzien een gebeurtenis waarbij de groep Afro-Surinamers betrokken is, discriminerend lijkt, wordt heftig geprotesteerd.

Vooral in Nederland kunnen de emoties heel hoog oplopen, maar niet gewelddadig. Om te illustreren: in 2011 werd een kopie van de titelpagina van het boek The book of negroes oftewel Het Negerboek verbrand door de Amsterdamse Stichting Eer en Herstel (RNW, 2011). De titel zou 'kwetsend en beledigend' zijn. Het boek, geschreven door de Canadese historische romanschrijver Lawrence Hill, handelt onder andere over een Afrikaans meisje dat als slavin naar Amerika werd gebracht. In 2012 kreeg de film Alleen maar nette mensen van regisseur Lodewijk Crijns veel kritiek (Gario, 2012). De film is gemaakt naar het gelijknamige boek van Robert Vuijsje dat inzoomt op de Nederlandse multiculturele samenleving, waaronder het leven van Afro-Surinamers in de Amsterdamse Bijlmer. Ook het Nederlandse volksfeest Sinterklaas moet het al jaren ontgelden (Gario, z.j). De strijd voor gelijkwaardigheid blijkt de drijfkracht te zijn, want Afro-Surinamers – dat is de redenering – zijn niet ondergeschikt aan mensen van andere etnische groepen.

Het is wel duidelijk dat sommige etnisch gerelateerde gebeurtenissen heel wat kunnen oproepen onder bovengenoemde gemeenschap. Waar ligt dit aan? Is het discriminatie en onderdrukking die men ervaart of reageert men vanuit een gevoel van minder- of gelijkwaardigheid? Hoe zwaar drukt het slavenjuk 150 jaar na de afschaffing nog? Hoe ontwikkelen Afro-Surinamers hun sociale en culturele identiteit? Hoe ‘zwart’ is zwart? Zijn zij mentaal en emotioneel vrij 150 jaar na de afschaffing van de slavernij in Suriname?

Zoektocht
Deze zoektocht startte drie jaar geleden met observaties onder Afro-Surinamers in hun sociale- en werkomgeving, en voert langs het denken van grote voorvechters tegen onderdrukking en gelijkheid onder wie Malcom X, Martin Luther King jr., Marcus Garvey, Anton de Kom en de legendarische artiest Bob Marley. Hun visies geven inzicht in de prille start van de zwarte identiteitsvorming en de invloed van het slavernijverleden in deze. Vervolgens wordt gedoken in de literatuur over traumaoverdracht (direct en indirect); een kwestie waarover de meningen nogal verdeeld zijn. Over intergenerationele overdracht van gewoontes, zienswijzen en gevoelens, zijn de opvattingen nogal eenduidig. De verscheidende Black Identity Models worden vervolgens naderhand gelinkt met de hedendaagse sociaal-maatschappelijke gedragsmanifestatie van Afro-Surinamers in Suriname en Nederland. Deze zoektocht eindigt met een vooruitblik: Hoe zal het hun nakomelingen over 150 jaar gaan?

De beëindiging van de slavernij heeft nergens automatisch geleid tot absolute vrijheid. Een schoolvoorbeeld is de (persoonlijke) ontwikkeling die Afro Amerikanen in de Verenigde Staten hebben doorgemaakt. Free at last! Free at last! Thank God Almighty, we are free at last!, waren de woorden waarmee Martin Luther King zijn legendarische toespraak I have a dream op 18 augustus 1963 beëindigde (American Rhetoric, z.j.). Zijn speech was bijna honderd jaar na de officiële afschaffing van de slavernij in de Verenigde Staten van Amerika, maar er was geen rede tot vreugde. Dit, ondanks negerslaven in alle delen van het land waren reeds in december 1865 vrijverklaard door de zestiende Amerikaanse president Abraham Lincoln (Sprangers, 2011). Integendeel, schaamde hij zich voor het falende nationaal systeem om gelijke kansen te bieden aan alle burgers. Luther sprak over de onrechtvaardige maatschappij die zich toentertijd manifesteerde in een afmattende rassendiscriminatie en een tweede rangpositie voor Afro Amerikanen (American Rhetoric, z.j.). Luther schetste onder meer een beeld van de lange weg die afgelegd moest worden naar een ideale samenleving zonder onderscheid naar ras, sekse en scholing.

Nu, ruim vijftig jaar na die toespraak is zijn droom in grote mate verwezenlijkt. Zwarten hebben vooraanstaande sociale en politieke posities in Amerika en zijn institutioneel ook beschermd door fundamentele grondrechten vastgelegd in de verschillende amendementen van de Amerikaanse grondwet (TheUSA.nl, z.j.). Toch, leeft het merendeel van de Afro Amerikanen vandaag aan de dag aan de onderste kant van de maatschappelijke ladder en worstelen zij nog altijd met positieverbetering. In 2011 leefde ongeveer 28.1% van de Afro Amerikanen in extreme armoede (Black Poverty and Housing, 2011). Overall, is de armoedepercentage onder deze groep, die ruim 12% van de totale samenleving uitmaakt, tweemaal hoger dan bij de andere ethnische groepen in Amerika (Bread for the World, 2011). Dit beeld is ook manifest in andere landen, waaronder Suriname, waar nazaten van de tot slaaf gemaakte Afrikanen wonen. Zij leven aan de onderste lagen van hun samenlevingen en gaan gebukt onder emotionele en mentale wonden uit de slavernij (Oostindie, 2007).

Diepe wonden
Ongetwijfeld, de slavernij was een eeuwenoud verschijnsel, ruim voordat Afrikanen met de trans-Atlantische slavenhandel massaal naar onder andere Suriname en andere delen van het Caribische gebied werden verscheept en verkocht. Echter, onderscheidde de trans-Atlantische slavenhandel die een driehoekshandel vormde tussen West-Europa, West-Afrika en Noord-Amerika, zich wezenlijk van andere slavernijvormen (Oostindie, 2007) Die had een racistische inslag, was getalmatigheid en verspreid over verschillende generaties. Het racisme werd vooral gebruikt als hoofdmotief om de slavernij te rechtvaardigen Pahladsingh, 2008). Er was zelfs een scheppingsmythe dat blanken altijd over zwarten zouden heersen als een straf van God voor hun hebzucht. God schiep de twee rassen tegelijk en legde hen de keus voor goud of letterkunde. De zwarten kozen het goud, waardoor God boos werd en hen vervloekte tot slaven van de ‘witte man’ (Sens, zoals geciteerd in Legêne, 2003).

Welke argumentatie hieraan ook ten grondslag lag, de trans-Atlantische slavenhandel is een zwarte bladzijde in de wereldgeschiedenis, die tot de dag van vandaag diepe wonden heeft nagelaten. Tussen 1600 en 1814 werden meer dan driehonderdduizend Afrikanen weggerukt uit hun leefomgeving, gescheiden van familie en cultuur, gebracht naar een vreemd continent en onmenselijk behandeld (TwinKids, z.j.). Binnen dit systeem werden de Afrikanen geconditioneerd van mens naar andermans economisch bezit (Oostindie, 2007). Als bezit zijnde, werd hun gevoel van eigenwaarde en positief zelfbeeld vernietigd. De vele martelingen, verkrachtingen en het onmenselijke hard werk leidden ook tot afbreking van het positieve gevoel van eigenwaarde. Gedurende 250 jaren hadden de slaven geen eigen stem en leefden in angst en onzekerheid dag en nacht.

Immateriële last
Ager (2012) verwijst naar de post traumatisch stress disorder literatuur en laat zien dat mensen die hun land ontvluchten of een catastrofe gebeurtenis hebben meegemaakt, en daarbij ook geweld, verkrachting en/of vernedering hebben ervaren, een vervorming krijgen van hun wereldbeeld. Deze vervorming leidt vervolgens tot weinig ruimte voor een stabiele (re)constructie van een samenhangend positief zelfbeeld. Met als gevolg misvorming van hun psychologische waardebepaling van de natuur en voorspelbaarheid van de wereld.

Dit is identiek voor de mentale toestand van nazaten van de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Na de slavernij was er geen begeleiding om het zelfbeeld en eigenwaarde te herstellen. Hierdoor zijn gevoelens, handelen en denken van minderwaardigheid overgedragen naar de volgende generatie. Een immateriële ‘last’ die onbewust nog sterk aanwezig is. In 1980 deed Bob Marley een poging tot bewustwording: Emancipate yourselves from mental slavery. None but ourselves can free our mind. 150 jaar na de afschaffing van de slavernij is deze verantwoordelijkheid van Afro-Surinamers meer dan ooit duidelijk om zichzelf en komende generaties te bevrijden van deze diepgewortelde gevoelens, denken en handelen.

In deze komende artikelen wordt onder meer hierop ingegaan. Welke immateriële last van minderwaardigheid is overgedragen en tot de dag van vandaag nog in stand? Welke invloed heeft deze op de hedendaagse gedragsmanifestatie van Afro-Surinamers in Suriname en Nederland? Zal een bewuste ‘zwarte’ identiteitsontwikkeling de groep beter in staat stellen haar maatschappelijke positie in te nemen? Betekent een ‘zwarte’ identiteitsontwikkeling een grotere neiging tot blokvorming, of juist het tegendeel? Waar in deze ontwikkeling neemt overhelling tot een “slachtofferrol” af en neemt zelfreflectie toe?

Zoals de Afro-Amerikaanse acteur en mensenrechtenactiviste Maya Angelou ooit zei: When you know better you do better. Kom mee op deze tocht en wees vrij om het eens of niet eens te zijn met mijn bevindingen en conclusies. Aan het eind van iedere maand verschijnt een nieuwe column op slavernijonline. (Bibliografie - zie lijst op slavernijonline website).

Titinbo Erna Aviankoi

Zij is journaliste en mensenrechtenactiviste en heeft ruim zestien jaar ervaring in de journalistiek, waarvan de afgelopen vijf jaar als freelancer. Na afronding van haar Bachelor-opleiding journalistiek, studeert zij nu Communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Twente. In een serie van zes artikelen op www.slavernijonline.nl schrijft zij over de mate van mentale bevrijding onder Afro-Surinamers op basis van observaties, gesprekken en het bestuderen van geschreven bronnen.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May