Project Massagraf Mariënburg krijgt vaste vorm

Het onderzoek naar het massagraf van 1902 te Mariënburg krijgt steeds vastere vorm. Minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken heeft vanmorgen een onderhoud gehad met alle actoren die zijn betrokken bij dit project.

Moestadja wilde nagaan welke bijdrage de verschillende partij kunnen leveren aan het onderzoek. Het moment dat de werkzaamheden aanvangen zal het internationaal een positief effect hebben voor Suriname, maar in het bijzonder voor het district Commewijne.

President Desi Bouterse heeft vorige maand zijn zegen gegeven aan het onderzoek. De bedoeling is om er achter te komen waar het graf van de doodgeschoten Hindoestaanse immigranten zich bevindt. Op 30 juli 1902 zijn op de toenmalige suikerplantage enkele tientallen contractarbeiders doodgeschoten en vervolgens in een massagraf gedumpt. Volgens de overlevering zou er ongebluste kalk op de lichamen zijn gegooid, waardoor deze volledig zijn opgelost en niet terug te vinden zouden zijn.

De ministeries van Regionale Ontwikkeling en Onderwijs en Volksontwikkeling zijn betrokken bij dit project. De eerste stap is dat de landmeter grondwerk moet verrichten alsvorens het archeologisch onderzoek kan starten. Archeoloog Benjamin Mitrasingh zal het archeologisch onderzoek leiden. Hij heeft al de toezegging van de Nederlandse ambassade voor technische hulp bij dit project.

Bij het onderhoud met Moestadja waren ook aanwezig de districtscommissaris van Commewijne, Ingrid Karta-Bink, projectdrager van Mariënburg, Michel Sjak Shie en Paulus Todirjo van het landmeterskantoor Eleazer.