Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 124
25 Nov 2012, 20:30
foto
Nieuw-Nickerie is stampvol.


“Hé Ron, wat doe je nog hier? Moet je je niet gaan klaarmaken om met de colonne af te reizen naar Nickerie?”
“Ai, hm…, wel, ja…, nog even, one for the road... En ik heb nog geen hotelkamer gevonden; alles is vol.”
“Ik hoor dat mensen zelfs slaapkamers in hun huis verhuren.”
“Ook die zijn vol.”
“Da ga je gewoon in een bar zitten, je zuipt gesmokkelde sopi tot je in de ochtend vroeg de saluutschoten bij de Ali-kazerne hoort, je springt dan van je barkruk, waggelt naar het Plein daar...”
“Struikel onderweg niet over dat in duplo te onthullen borstbeeld van wijlen Djag Latsj.”
“Wat een djoegoe-djoegoe om dat bewerkt stuk steen...”
“Meer respect voor degenen die ons zijn voorgegaan.”
“Ik had het over politiek bedrijven, proberen stemmen te trekken via dat borstbeeld...”
“Vele Nickerianen lopen echt niet warm voor de nagedachtenis van betrokkene; veel deed hij niet voor z’n geboortedistrict, vinden ze.”
“Maar hij deed wel veel voor onze eerste grondwet, want die Henckie Leemofo-kliek wilde koet-ke-koet onafhankelijkheid, grondwet of geen grondwet, geen referendum, geen regeling voor gepensioneerden en dienstjaren alhier onder Nederlands bewind, neks, alleen maar snel srefidensie om te gaan happen en gappen uit die twee-punt-acht miljard Nederlandse schenkingsmiddelen.”
“Daarvoor hebben ze toch op 25 februari tachtig loon naar kroeket gehad? Henckie lowe, padvinder trow’ding...”
“Die kleine Indiaanse jongen uit Kasawinika nam toen met z’n ploegmakkers over en een andere grote hoofdpijn nam voor de jonge republiek een aanvang.”
“Goed, dus als je niet in het Zoetwaterkanaal ben gestapt, de Landingstraat tot de Waterloostraat, de Emmastraat tot de Wilhelminastraat, de Gouverneurstaat tot de Hendrikstraat, en de Balatastraat, de Lashleystraat, de Bolletriesdtraat, en de L.H. Wixstraat bent uitgelopen........”
“If mi mag kot’ie tori, maar die laatste vier straatnamen die je noemde herinneren aan een gouden periode van Nieuw-Nickerie, namelijk de tijd van de Balatableederij.”
“Oh, dank je voor je insteek, maar onderbreek mijn betoog niet meer...., okay, dan ga je je snel-snel bij je eenheid aansluiten, om met dat defilee mee te lopen en dan salueer je voor de Opperbevel der land-, zee-, en luchtstrijdkrachten en dan ga je je snel-snel weer aansluiten bij de ‘troepeh’ in de bar.”
“Boi, dat wordt een slemperij daar na het gemarcheerderij; volgens mij zuipen ze die bars daar leeg na elf uur.”
“No problem, er wordt snel wat ingevaren via backtrack en fronttrack rechtstreeks naar De Vesting.”
“De Vesting??”
“Weet je niet, oh jongste in ons midden, wat ik daarmee bedoel? Wat hebben ze jullie op school geleerd? Zoals wij hier de stad ‘fottoh’ noemen, naar het beginpunt, het Fort, zo noemt de oudere Nickeriaan z’n vestigingsplaats ‘de Vesting’. Wist je dat de hoofdplaats eerst noordelijker, aan de rechteroever van de Nickerierivier lag?”
“Nee.”
“Maar je weet wel waar Miami en Amsterdam liggen, hè?”
“Oh, wat zijn jullie weer eng-nationalistisch bezig. We moeten elk gehucht uit ons diepste achterland uit ons hoofd kennen en niets van dat uitbuiterswesten weten.”
“Vertel me liever hoe de oude hoofdplaats van Nickerie toen heette en waarom ze naar de huidige locatie verhuisd zijn.”
“Springlands.”
“Nee, koebie, dat ligt in Guyana, hoewel dat een verbastering is van de oud-Hollandse naam voor die plaats.”
“En die was?”
“Spring-in-‘t-land. Dat doe je nog steeds als je uit de launch of andere boot daar aan wal gaat. Nee, die oude hoofdplaats heette Nieuw-Rotterdam en toen de zee die begon op te eten, zijn ze uiteindelijk naar de huidige locatie verhuisd.”
“Maar ik begrijp dat hele geargumenteer en geredeneer in de pers niet, over dat houden van die parade in Nieuw-Nickerie en niet in Paramaribo.”
“Begrijp je het niet? Begrijp je het niet? Je wil het niet begrijpen, omdat je paarse hersenen hebt.”
“Dat is een stuk beter dan die geboorde groene-emmerhersenen van jou.”
“Ik smijt dalijk m’n shot Srefidensie naar je.”
“Ober, ober, ijs, ijs, nee, geen Hernandez ijs. Ik bedoel blokjes bevroren water om die twee heethoofden hier af te koelen.”
“Dalijk raakt eentje nog in trance.”
“In trance raken is heel wat anders. We zijn kampioenen in dit land om woorden een eigen misbetekenis te geven.”
“Net als ‘gefrustreerd’. Wij noemen iemand gefrustreerd als die van lotje getikt is geraakt na zware teleurstellingen, ─ dat zijn eigenlijk die frustraties ─ te hebben opgelopen.”
“En een psycholoog is hier synoniem voor een psychiater.”
“En Palm is hier niet alleen een plant.”
“Ouwe&%$*n jullie nou even niet over allerlei woordbetekenissen. We hebben het over een serieus vraagstuk: Waarom moest die parade helemaal in Nickerie gehouden worden, terwijl hoeveel sabimangs hebben uitgelegd dat dat nergens ter wereld zo hoort?”
“Je moet ook out of the box denken. Waarom moeten we die versleten westerse tradities blijven volgen?”
“Is gewoon een escape om die lastige Hollandse europarlementartiërs te ontlopen.”
“Dat geloof ik niet. Wat zou men te vrezen hebben van kleinzielige zeurpieten die niet hierheen willen komen omdat ze Baas vrezen, of weg zullen lopen als hij een toespraak houdt of hem weigeren een hand te schudden?”
“Da waarom stoort men zich over de staatsradio zo over deze figuren uit het Noorden? Door zo uitgebreid over hun lariekoek uit te wijden, maakt men hun toch zo belangrijk. Zwijg ze dood, dan houden ze vanzelf op, want niemand stoort zich dan aan hen.”
“Rustig mang! Je hebt weer een aanleiding gevonden om je anti-Holland stokpaardje te berijden. Gedragen sommige van onze parlementariërs zich niet net zo bekrompen?”
“Ik geloof dat ding van dat wegrennen fo die bakra’s ook niet. We zijn toch zo stoer in onze verbale strijd tegen dat nepkolonialisme van bepaalde Hollandse politici, zoals die man Banders.”
“Ja, stoer; met, van en over een afstand. Maar als ze hier zijn, weten we ons geen houding te bepalen en rennen we weg.”
“Eh, zeg geen nonsens, je begrijpt niet wat de overwegingen zijn geweest om die parade helemaal in Nickerie te houden.”
“Je zegt het zelf, ‘helemaal in...’. Als het verder kon, waren ze nog verder gegaan, misschien zelfs Spring-uit-‘t-land.”
“Of naar Sint Maarten, zoals DeeJee Cat.”
“Inderdaad is Nickerie is het verst van Paramaribo gelegen Surinaams stadje.”
“Je zeurt met je insinuaties.”
“Dat komt omdat het duidelijk is dat de ware reden ons verborgen wordt gehouden.”
“Misschien zitten er onder die gasten uit het noorden Interpol-agenten die sommige van de onzen zullen oppakken, en in een container naar de Bijlmer bajes zullen ontvoeren om daar hun celstraf uit te zitten.”
“Dat van dat ontvoeren in een container, waar heb ik dat eerder gehoord?”
“Toen Nederlandse mariniers hier hun jungletraining weer eens lekker goed en goedkoop kwamen doen. Wat kregen we voor het stukschieten van een stuk je van ons bos? Het gebruikte rollend materieel.”
“Ai toen, ja, ik herinner me dat ding, jouw Ronaldclub was toen aan de macht. Wat een vrees heerste er onder bepaalde van de onzen, wat een paniek, wat een wegduiken diep in de bossen.”
“Ik begrijp dit cryptisch gebabbel van jullie niet. Ik weet alleen: laat die mensen in Nickerie voor het eerst in hun leven een militaire parade met alles d’r op en d’r aan meemaken. Laat ze ook eens genieten en verdienen.”
“Maar zelfs Ma-arme van Lai-a-Kadam kwam op de valreep effe uit in de pers met alle procedures en saluutschoten en veiligheidsvoorschriften en arme soldaten die flauwvallen door die o-zo-zware paradedag.”
“Men heeft niets te doen, gewoon niets te doen. Laat men liever weer kleuterklasjes les gaan geven.”
“Ja, dat brul je, omdat je doorhebt dat velen die beslissing om helemaal daar te gaan paraderen, maar heel vreemd vinden.”
“Dat is hun probleem. Ik vind het goed en mooi bedacht. Jullie hier in Paramaribo zijn gewoon een beetje jaloers dat papa het feest niet bij jullie als oudsten, maar bij de jongste broer thuis viert.”
“Da wat zeg je van die Stille-marsers annex anti-amnestiërs die wilden gaan marsen om die europarlementariërs te gaan wijzen hoe fel ze tegen Baas en z’n kanonne, eh, colonne zijn?”
“Je zegt weer zomaar dingen; je emotionaliteit verblindt je verstand. Ze zouden handen op een doek drukken.”
“Maar dat is toch afgelast vanwege een dreigbrief?”
“Djiem tori, dat wist ik niet. Zeker merkten ze dat er geen animo was, iedereen is naar Nickerie, da heeft iemand van hun zelf die brief gestuurd. Da hebben ze nu toch een punt gemaakt.”
“Nieuw Front is uitgekomen met een verklaring tegen die dreigbrief met kogel erin.”
“Weer geven we in onze pienterheid iets een verkeerde naam. Dat ding wat in die tweeregelige getypte brief was meegestuurd is geen kogel, maar een patroon, een geweerpatroon.”
“Dat ding is een kogel, punt uit. Is Surinaams-Nederlands.”
“Weer zoiets stoms; alle taalfouten Surinaams-Nederlands noemen. Jakkes, wat zijn we een eigengereid stel bij elkaar.”
“En jij bent een prominent deel van dat stel eigenweetikveel, dus zeur niet.”
“Tenminste steekt die Sharon d’r nek uit. De rest van die Frontclub heeft meer aandacht voor grondgevechten en om het grondig wanbeleid van de afgelopen regeerperiode goed te praten.”
“Als zo een ferme jonge, goed uitziende, mondige dame als lijsttrekker geplaatst wordt, echt, m’e sweer’ing, ik stem op d’r.”
“Sharon als lijsttrekker? Ach nee, da ga je zien welke oma’s en opa’s bovenaan de lijst zullen komen. ‘Sharon, ga op nummer 12, je hebt nog geen ervaring en je bent nog te jong, laat de bejaarden voorgaan.”
“Da nu begrijp je waarom ze bij de afgelopen verkiezingen “zoveel” zetels hebben gehaald.”
“Ik zou juist zijn doorgegaan met m’n actie. Stuur maar dreigbrieven met kogels, pardon meester, met patronen erin. Doe me wat.”
“Dat zou jij doen, ja. Het is duidelijk dat de aantasting van je hersencellen door de alcohol al aardig gevorderd is.”
“Maar het is wel opvallend dat ze speciaal door de buurtmanager voor een onderhoud met de stadscomma wordt uitgenodigd. Ze dachten eerst dat Sharon and the Gang naar het Beursterrein zouden marsen, maar toen bleek dat ze alleen maar handafdrukkebn op een doek zouden plaatsen was er geen vuiltje aan de lucht.”
“Wat beleefd, dus zo kan het ook. Want vele anderen uit dat korps doen zo onbeschoft tegen ons als ze eenmaal dat uniform aanhebben; de korpschef heeft gelijk met ze. En niet lang na het gesprek krijgt Sharon die dreigbrief.”
“Ik zie geen causaal verband tussen die twee gebeurtenissen.”
“Ik wel.”
“Als dat zo is, moet je het wel met me eens zijn dat het effect heeft gehad.”
“Ik blijf erbij, iedereen kan een kogel, sorry, een patroon, in een brief stoppen en naar Sharon sturen.”
” Kon die dreiging niet moderner, via de telefoon?”
“Nou, die ene ex-werknemer van Telesur die uit wraak telefonisch een bommelding had gestuurd, zit mooi vast. Dus telefonisch is traceerbaar.”
“Typemachines ook. Elke typemachine heeft unieke slijtplekken aan bepaalde letters.”
“Tegenwoordig gaat alles via printers.”
“Nou, er zijn nog genoeg typemachines vooral bij Lanti in gebruik. Ga bijvoorbeeld aangifte doen op een doorsnee politiebureau.”
“Wat insinueer je?”
“Neks no fout.”
“Wachte, dalijk krijgt hij een brief met een leeg palmflesje erin en een begeleidend schrijven met de woorden: ‘Het is beter voor je gezondheid dat je niet meer in een bar verschijnt. In geen enkele bar. Vandaag niet, morgen niet, nooit meer niet.”
“Dat is dan geen dreigbrief, maar een dringend gezondheidsadvies.”
“Ik zeg: Robert Mehr-Ali heeft door die uitwijk naar Nickerie hier een mooie sier als een stier kunnen maken. Hij heeft z’n beurshal goed opgetjuund, pimp-a-hal; KK-Ef heeft z’n mofo-jari-bigi-wojo, oftewel de jaarbeursmarkt speciaal verschoven.”
“Wat een groot offer...”
“Gaan ze dit jaar bij de ingang van de Jaarbeurs supermarktkarretjes verhuren om al die spullen op te laden?”
“Zou voor velen geen slecht idee zijn.”
“Is Robert Vee Pee nog steeds om half zeven op kantoor?”
“Tenminste doet hij z’n werk in stilte met z’n task forces en andere kabinetclubjes. Ga jij je liever klaarmaken om naar Nickerie te gaan.”
“En rij rustig, want ow druk.”
“Tenminste wordt de logistiek van ons leger goed uitgetest. Men heeft dan ervaren waar de knelpunten onderweg zijn en waar de gevaarlijke plekken zijn.”
“Ja, en waar er lekker gas gegeven kan worden en tot waar die soldatentrucks en die restant-pantserwagens van ons konden rijden voordat de motor overheat raakte of een band losraakte of een as het begaf.”
“Spot niet zo met ons legermateriaal.”
“Of: waar we een koele plek konden vinden om te foerageren met warme en koele pachten van spoeling.”
“Wat voor taal praat je?”
“Ambtelijke legertaal. Vrij vertaald: waar we onderweg warm eten, koel drinken en een dutje kunnen doen.”
“Over dutje gesproken, heren, ik ga er vandoor, morgen wil ik de 37e dag van de republiek nuchter doorbrengen, want maandag is er geen feest meer, maar werk.”
“A boeng, wees goed nuchter.”

Rappa

Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May